Samenvatting H3 - Oppervlakte en inhoud

HOOFDSTUK 3

Oppervlakte
1 dec toets 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HOOFDSTUK 3

Oppervlakte
1 dec toets 

Slide 1 - Slide

Welkom
Samenvatting hoofdstuk 3 Oppervlakte
1 dec toets

Slide 2 - Slide

Wat gaan wij doen?
Herhaling leerdoelen

Samenvatting H3 met filmpjes en vragen

Maken E3, E5, E6, E8, E17, E20 in je werkboekje blz. 115

Maak het werkboekje af voor extra punten!!

Slide 3 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 3:
  • Je leert de oppervlakte van een parallellogram berekenen.
  • Je leert wat een hoogtelijn is.
  • Je leert de oppervlakte van een driehoek te berekenen.
  • Je leert de oppervlakte van verschillende figuren berekenen met inlijsten.
  • Je leert de oppervlakte van een ruit, een vlieger en een trapezium te berekenen.
  • Je leert werken met verschillende oppervlaktematen. 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 3.1
  • Je leert de hoogte van een parallellogram aan te geven.
  • Je leert de oppervlakte van een parallellogram berekenen.

Slide 5 - Slide

Parallellogram:
Overstaande zijden zijn evenwijdig.
(streepjes in het voorbeeld)


Overstaande hoeken zijn gelijk.

Slide 6 - Slide

Parallellogram
De hoogte van een parallellogram staat altijd loodrecht op de basis!!!

Slide 7 - Slide

Parallellogram
cm^3
De hoogte van een parallellogram staat altijd loodrecht op de basis!!!

Oppervlakte parallellogram = basis × hoogte
B = 5
H = 3
Oppervlakte = 5 × 3 = 15
cm2
B = 27
H = 20
Oppervlakte = 27 × 20 = 540
cm2

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Leerdoelen 3.2
  • Je leert wat een hoogtelijn is.
  • Je leert de oppervlakte van een driehoek te berekenen.

Slide 10 - Slide

Parallellogram
Driehoek
De hoogte van een figuur staat altijd loodrecht op de basis!!!

Slide 11 - Slide

Hoogtelijn
De hoogte van een driehoek heet de hoogtelijn. 

Hoogelijn
= Een lijn vanuit een hoek van een driehoek loodrecht op de                                  overstaande zijde. 

Alle driehoeken hebben 3 hoogtelijnen vanuit iedere hoek.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Oppervlakte driehoek
Oppervlakte driehoek = basis × hoogte ÷ 2
De hoogte staat altijd loodrecht op de basis!!!




B = 15
H = 8
Oppervlakte = 15 × 8 : 2 = 60 
cm2
B = 15 + 10 = 25 
H = 35
Oppervlakte = 25 × 35 : 2 = 437,5 
cm2

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Bereken de oppervlakte van de driehoek.

Slide 17 - Open question

Wat is de oppervlakte van het vierkant.
A
5x4 = 20 cm²
B
5x6 = 30 cm²

Slide 18 - Quiz


Welke oppervlakte heeft nummer 1?
A
4 x 2 : 2 = 4 cm²
B
3 x 2 : 2 = 3 cm²

Slide 19 - Quiz


Welke oppervlakte heeft nummer 2?
A
2 x 6 : 2 = 6 cm²
B
2 x 5 : 2 = 5 cm²

Slide 20 - Quiz


Welke oppervlakte heeft nummer 3?
A
2 x 4 : 2 = 4 cm²
B
1 x 4 : 2 = 2 cm²

Slide 21 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de driehoek?

Slide 22 - Open question

Leerdoelen 3.3
  • Je leert de oppervlakte van verschillende figuren berekenen met inlijsten.

Slide 23 - Slide

Inlijsten
  1. Teken om het figuur een rechthoek waar het figuur precies in past.
  2. Bereken de oppervlakte van het rechthoek.
  3. Geef de losse gebieden een nummer en bereken de oppervlakte van deze gebieden.
  4. Bereken de oppervlakte van het figuur door de genummerde gebieden van de totale oppervlakte af te halen.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Leerdoelen 3.4
  • Je leert wat een ruit, een vlieger en een trapezium zijn.
  • Je leert de oppervlakte van deze figuren te berekenen.

Slide 27 - Slide

Bijzondere vierhoeken

Slide 28 - Slide

Oppervlakte berekenen 
Je berekent de oppervlakte van een ruit en een vlieger door een rechthoek erom heen te tekenen en die oppervlakte door 2 te delen.
Bereken de oppervlakte van dit spekkie:
B = 4
H = 2 
 Oppervlakte rechthoek = 2 × 4 = 8
Oppervlakte ruit = 8 : 2 = 4
cm2

Slide 29 - Slide


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. 
Let op: twee antwoorden  zijn goed.
A
6 x 2 = 12
B
6 x 4 = 24
C
6 x 2 : 2
D
6 x 2 : 2 x 2

Slide 30 - Quiz


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. 
A
8 x 6 = 48
B
8 x 3 : 2 x 2 = 24
C
8 x 6 : 2 x 2 = 48
D
8 x 3 = 24

Slide 31 - Quiz

Hoe heet dit figuur?
A
parallellogram
B
vlieger
C
trapezium

Slide 32 - Quiz

Oppervlakte van een trapezium
De oppervlakte van een trapezium kan je op twee manieren berekenen: splitsen en inlijsten.

Slide 33 - Slide

Bereken de oppervlakte van dit trapezium.

Slide 34 - Open question

Leerdoelen 3.5
  • Je leert werken met verschillende oppervlakte maten omrekenen.

Slide 35 - Slide

Oppervlakte maten

Slide 36 - Slide

0,852 ha = m²
A
8520
B
852

Slide 37 - Quiz

2,156 ha = ...
A
0,2156
B
21,56
C
2156
D
21560

Slide 38 - Quiz

4, 6 a = m²
A
46000
B
460
C
4600000
D
4,6

Slide 39 - Quiz


Ben je voldoende voorbereid voor de toets? 
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll


Welk cijfer ga je halen?
010

Slide 41 - Poll

Veel succes!
Je kan het!

Slide 42 - Slide

Aan de slag !





Maak Blz. 115 Samenvatting Werkboekje
som E3, E5, E6, E8, E17, E20 ! 

Slide 43 - Slide