Thema 4.3 bloedvaten - pls1337

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Thema 4: Het Bloedvatenstelsel

• Herhalen vorige les.
• Uitleg over het hart en opdrachten over het hart

 

Voor deze les een demonstratie met een kaars doen.

Misschien ook een pinda?

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kan ik...

1. Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten.
2. Je kunt de delen van het bloedvatenstelsel noemen en daarin zuurstofgehalte, glucosegehalte en stroomrichting van het bloed aangeven.
3. Je kunt het verloop van de bloeddruk in de bloedvaten beschrijven.

Begrippen

slagaders, haarvaten, aders, aderkleppen, poortader, bloeddruk, bovendruk, onderdruk, hartinfarct, vaatgeruis

Opd 28- 43 van thema 4.3

Overzicht: voeding, transport en verbranding

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Dubbele bloedsomloop

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Bloedvaten

Deze 3 moet je kennen

Slagaders (arteriën)

Haarvaten (capillairen) Aders (venen)

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Bloedvaten 

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Regeling bloedstroom

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Bloeddruk meten

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Poortader

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Opdrachten maken

Samen in groepen van 4 de opdrachten maken

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Bloeddruk meten

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Bloeddruk meten

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Bloeddruk meten

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Bloeddruk meten

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kan ik...

1. Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten.
2. Je kunt de delen van het bloedvatenstelsel noemen en daarin zuurstofgehalte, glucosegehalte en stroomrichting van het bloed aangeven.
3. Je kunt het verloop van de bloeddruk in de bloedvaten beschrijven.

Begrippen

slagaders, haarvaten, aders, aderkleppen, poortader, bloeddruk, bovendruk, onderdruk, hartinfarct, vaatgeruis

Opd 28- 43 van thema 4.3