Via vervolg Thema 6 Hoofdstuk 6 Spannende verhalen

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Thema 6 Toekomst

                                                    Hoofdstuk 6 spannende verhalen

Na deze les:

* weet je wat fictie is

* weet je wat ik-perspectief is

* weet je wat een cliffhanger is

* weet je wat chronologische en niet-chronologisch is

* weet je wat een flashback is

Wat is fictie?

Fictie

* Verzamelnaam voor verzonnen verhalen

* schrijver gebruikt zijn fantasie voor de verhaallijn

* Schrijver verzint personages met eigen karaktereigenschappen. Dit kan lijken op de werkelijkheid, maar hoeft niet. 

Fictie of non-fictie?

Een stripboek over Donald Duck

1. Fictie
2. Non-fictie

1. fictie
2. non-fictie

Een wetenschappelijk artikel

1. Fictie
2. Non-fictie

'Game of Thrones' is een voorbeeld van non-fictie.

1. juist
2. onjuist

Perspectief (vanuit wie het verhaal wordt verteld/bekeken)

 ik-perspectief (ik-vorm)

• Verteller heeft de hoofdrol
• Als lezer lees je mee met de ik-persoon, je maakt mee wat hij/bij beleeft, voelt en denkt.

Cliffhanger

* Bij een cliffhanger stopt het verhaal precies op het moment dat je wilt weten wat er aan de hand is, of hoe het verder gaat.

* De schrijver probeert je nieuwsgierig te maken naar de afloop en bepaalt als lezer wanneer je weer iets te weten mag komen.

Chronologisch verteld

verhaal dat verteld wordt zonder grote tijdsprongen

Niet-chronologisch verteld

verhaal met grote tijdsprongen

Dan in het heden, dan weer in het verleden

Een flashback

• Een tijdsprong terug in de tijd heet een terugblik, ofwel flashback.
• Een flashback onderbreekt het verhaal een poosje.
• Schrijvers gebruiken een flashback om een belangrijke gebeurtenis uit het verleden te laten zien.

Alle opdrachten in dit hoofdstuk gaan over het boek Boy7

boek en film

Verfilming: als van een boek een film wordt gemaakt.

Boek: woorden
Film: beelden

                 Aan het eind van deze les zie je de trailer van Boy7

Fictie is waar gebeurd.

1. waar
2. niet waar

De schrijver probeert je nieuwsgierig te maken

Als de schrijver stopt met zijn verhaal op een spannend moment.

gebeurtenissen in een verhaal volgen elkaar op

heden en verleden lopen door elkaar

Terugblik

spaning in en boek

Cliffhanger

Chronologisch

Niet chonologisch

flashback

Aan het werk

Boek, thema 6 Hoofstuk 6 opdracht 1 t/m 3

(vanaf blz. 305)