H3 - T3 - tekstverbanden en signaalwoorden

 Lezen hfst. 4
tekstverbanden en signaalwoorden 


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Lezen hfst. 4
tekstverbanden en signaalwoorden 


Slide 1 - Slide

DOEL


- Je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden

tijdsvolgorde (chronologie),  oorzaak-gevolg en voorwaarde in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

EERDER LEERDE JE:



- met behulp van signaalwoorden 

opsommingen, tegenstellingen en toelichtingen in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Slide

Drie tekstverbanden H4 
  • tijdsvolgorde (chronologie)
  • oorzaak-gevolg
  • voorwaarde

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...geven aan wat voor soort tekst het is

Slide 11 - Quiz

Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Spanje, Brazilië, Mexico en Curaçao.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = voorwaarde

Slide 12 - Quiz

Veel meiden willen naar het optreden van Ariana Grande, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = tijdsvolgorde

Slide 13 - Quiz

Voor het maken van cupcakes heb je nodig: boter, meel, suiker, eieren en melk.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = oorzaak- gevolg

Slide 14 - Quiz

Weet je nog?

'Denk aan' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een voorwaarde

Slide 15 - Quiz

Weet je nog?

'Toch' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een voorwaarde

Slide 16 - Quiz

Maakwerk
Zoek in de inhoudsopgave Lezen hfst. 4: tekstverbanden en signaalwoorden.

Maak opdracht 1 en 2. Schrijf je antwoorden op in volledige zinnen.

Slide 17 - Slide

GELEERD?


- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden

tijdsvolgorde (chronologie),  oorzaak-gevolg en voorwaarde in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 18 - Slide

WAT GA JE DOEN?

maken opdracht 2 blz. 92+93

Slide 19 - Slide