Les 2 Middeleeuwen 6.2 Leenstelsel

De Middeleeuwen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen

Slide 1 - Slide

 HOFSTELSEL OF DOMEINSTELSEL

Slide 2 - Slide

Onvrije boeren
(Pacht)

Slide 3 - Slide

Het domein
* Gevaarlijk
* Boeren zochten bescherming
* Domeinstelsel
- Machtige boer met leger -> domeinheer
* Autarkisch = zelfvoorzienend

Slide 4 - Slide

Einde van het 
West- Romeinse Rijk

* 476 n. Chr.
* Losse koninkrijken 
* Middeleeuwen
* Vroege middeleeuwen - Late middeleeuwen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Frankische Rijk
* Karel de Grote
* Rijk te groot
* Vast leger te duur
* Leenstelsel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Advies geven en soldaten leveren
Stuk grond te leen
Leenmannen
Karel de Grote
(Leenheer)
Trouw zweren

Slide 9 - Slide

Leenstelsel vergroot
* Leen te groot om alleen te besturen
* Achterleenmannen
* Adel
* Ridders

Slide 10 - Slide

Het leenstelsel

Slide 11 - Slide

Karel de Grote
* Karel overleed in 814
* Leenstelsel valt uit elkaar

Slide 12 - Slide

Rijk valt uit elkaar
* Land werd beschouwd als eigendom ipv leen
* Land werd erfelijk
* Zonen niet trouw en gehoorzaam aan de koning
* leenmannen -> vorst

Slide 13 - Slide

Vikingen
* Noormannen
* Scandinavische landen
- Macht uitbreidden
- Te weinig vruchtbare grond in hun gebied
* Plunderen 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wie was de vorst die het Frankische Rijk zo groot maakte?

Slide 16 - Open question

Wat is een andere naam voor Vikingen?
A
Zuidmannen
B
Noormannen
C
Hongaren
D
Barbaren

Slide 17 - Quiz

Leenstelsel: Sleep de blauwe woorden naar de juiste plaats.
Leenman
achterleenman
achterleenman
Leenheer
Leenman

Slide 18 - Drag question

Leg in je eigen woorden uit wat het domeinstelsel is. Gebruik de volgende woorden: horigen en herendiensten.

Slide 19 - Open question

Leg uit waarom mensen in het domeinstelsel wilden leven.

Slide 20 - Open question

Maak de juiste combinaties
Horige
Kreeg bescherming van de heer
Hek repareren voor de heer
Moest meevechten in het leger van de koning
Eigenaar van een domein
versterkte boerderij, land van horige boeren en woeste gronden
Vrije boer
Domein
Heer
Herendienst

Slide 21 - Drag question

Welke mensen hadden iets te vertellen in de standenvergadering?
Wel iets te vertellen
Niets te vertellen
Horige boer
Gildemeester
Ambachtsman
Rijke koopman
Lokale edelman
Broer van de koning
Vrije boer
vrouwen
Burgemeester van een stad
Smid uit het domein

Slide 22 - Drag question

Vrije boer.
Domein
Heer
Herendiensten
Horige
Een hek repareren voor de heer.
Moest meevechten in het leger van de koning.
Versterkte boerderij, land van horige boeren en woeste gronden.
Eigenaar van een domein.
Kreeg bescherming van een heer.

Slide 23 - Drag question

Wat is waar?
Horigen zijn vrije boeren met eigen land.
In de Middeleeuwen leven de meeste mensen op het platteland
Herendiensten zijn diensten die door de heer worden uitgevoerd.
Een domein is een landgoed: een dorpje met al het omliggende land.
De landheer is een rijke, machtige boer.
Lijfeigenen is een ander woord voor horigen.

Slide 24 - Drag question

Lees bron 6.
Stel, je schrijft een werkstuk over de geschiedenis van Engeland. Je wilt weten of koning Alfred (die regeerde van 871 tot 899) terecht ‘de Grote’ wordt genoemd.
Geef een reden waarom Assers levensbeschrijving van Alfred wél betrouwbaar is én een reden waarom die minder betrouwbaar is. (4p)

Slide 25 - Open question

Een historicus beweert: ‘De mensen op de tekening zijn waarschijnlijk horigen’. Geef een argument voor zijn bewering. (2p)

Slide 26 - Open question

Bekijk bron 2.

Leg uit dat koningen ridders grond in leen gaven zodat de ridders hen als krijgsman konden dienen. Gebruik twee beeldelementen in je antwoord. (4p)

Slide 27 - Open question

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Leenheer
Trouw / macht
Bescherming
Stukken land te leen
Herendiensten
Karel de Grote

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Video

Opdrachten boek
Deze vragen zijn goed om te oefenen voor de toets:
5.1:
5.2: 

Slide 30 - Slide