4.6 Een buitenstaander grijpt de macht: Keizer Napoleon




4.6 
Een buitenstaander grijpt de macht
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




4.6 
Een buitenstaander grijpt de macht

Slide 1 - Slide

leerdoel: ik kan uitleggen wat er in Europa veranderde door Napoleon.

Slide 2 - Slide

Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.

Slide 3 - Drag question

Welke rechten zijn grondrechten?

Sleep de juiste zinnen naar de grondwet.
Het recht om een stuk grond te bezitten, zoals een tuin of een akker.
Het recht om elke zaterdag vijf euro zakgeld te ontvangen.
Het recht op onderwijs.
Het recht om te geloven wat je wilt.
Het recht op een leven in vrijheid.

Slide 4 - Drag question

welke problemen waren er in Frankrijk na de Terreur?
A
Regering was corrupt maar deed wel wat aan de honger en armoede van het volk
B
Regering regelde het bestuur goed, deed niets aan honger en armoede
C
Regering was corrupt en deed niets aan honger en armoede volk.
D
Regering was was corrupt, verhielp de honger maar niet de armoede

Slide 5 - Quiz

Situatie in Frankrijk
  • De Franse Revolutie heeft het koningschap afgeschaft
  • Onrust, oorlog en chaos in het land
  • Bestuur: het Directoire (vijf leiders) → weinig vertrouwen
  • Frankrijk in oorlog met veel Europese landen

Slide 6 - Slide

Van Corsicaan tot generaal
  • Geboren als Napoleone di Buonaparte in Corsica in redelijke rijkdom: familie uit de tweede stand (lage adel)
  • Verhuist vroeg naar Frankrijk, volgt hier militaire opleiding
  • Carrière begint tijdens de revolutie, kans op uitblinken mogelijk! 
  • Wint (als lage officier) de slag bij Toulon, slaat protest neer in Parijs --> benoemt tot generaal

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Eerste successen
  • 1796: bizar succesvolle veldtocht in Italië
  • Wordt gezien als redder van Frankrijk/de revolutie
  • Slim gebruik van propaganda: schilderijen, kranten
  • Keert als held terug naar Parijs

Slide 9 - Slide

Staatsgreep van 1799
  • Onvrede over het zwakke Directoire
  • Napoleon pleegt staatsgreep op 9 november 1799
  • Stelt een nieuwe grondwet op: hij wordt eerste consul
  • De Republiek blijft in naam bestaan, maar Napoleon heeft de macht
Een consul was vroeger de leider van de Romeinse Republiek, dit is hiernaar vernoemd

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Napoleon als hervormer
  • Rust en orde keert terug in Frankrijk
  • Hervormingen: Code Napoléon (burgerlijk wetboek), goed georganiseerde administratie
  • Onderwijs wordt hervormd

Slide 12 - Slide

Van Consul naar Keizer
  • In 1802: benoemt zichzelf tot consul voor het leven
  • In 1804: kroont zichzelf tot keizer in de Notre-Dame (niet de paus!)
  • Groot propaganda-evenement → bevestigt zijn macht
  • Nieuwe tijd: van Revolutie naar Keizerrijk

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Aan de slag!
Maken van 4.6: 
  • opdr. 99 tot 105
  • blz. 142-143

Slide 16 - Slide

Code Napoléon
  • Alle wetten en regels vastgelegd in één wetboek, de Code Napoléon. Deze golden ook in de veroverde gebieden. 
  1. Iedereen gelijk voor de wet.
  2. Overal voor iedereen dezelfde wetten en straffen. 
  3. Burgerlijk wetboek= achternamen voor iedereen. 
  4. Centralisatie ingevoerd, onderwijs verbeterd. 
  5. Geen standensamenleving, horigheid.

Slide 17 - Slide

1804: De revolutiegeneraal wordt keizer.
  • Geen inspraak van het volk, geen vrijheid van meningsuiting. Iedereen in de gaten gehouden en censuur ingevoerd. 
  • Napoleon bleef maar oorlog voeren en won=> zo bleef hij populair. Door de nieuwe dienstplicht waren er meer en gemotiveerdere soldaten. Napoleon luisterde in het begin goed naar zijn soldaten en nam hun klachten serieus. Zij deden dus erg hun best, voor Frankrijk én voor Napoleon. 

Slide 18 - Slide

Franse tijd en de Bataafse Republiek
  • Leger uit Pruisen hielp de stadhouder, maar na de komst van de Fransen vluchtte stadhouder Willem V naar Engeland. Patriotten kwamen terug uit Frankrijk. 
  • 1798: 1e Grondwet Nederland met gelijkheid voor de wet, gelijke rechten voor de verschillende godsdiensten, meer inspraak voor de mannelijke bevolking. 
  • Fransen wilden meer invloed op bestuur Bataafse Republiek. 1806: Broer Napoleon  Lodewijk Napoleon koning van Holland.

Slide 19 - Slide

  • Lodewijk Napoleon voerde de Code Napoléon in, maakte een eenheidsstaat met een efficiënter bestuur. 
  • Keizer Napoleon vond dat zijn broer teveel keek naar de belangen van het Koninkrijk Holland en te weinig naar die van Frankrijk. Hij werd weggestuurd en het Koninkrijk Holland kwam bij Frankrijk. Napoleon wilde de rijkdom en strategische ligging van de Nederlanden gebruiken in zijn strijd tegen Engeland. 

Slide 20 - Slide

Napoleon en de Nederlanden
  • 1795:  Franse revolutionaire legers veroveren De Republiek. Veel Nederlanders blij en richtten overal vrijheidsbomen op. De Republiek werd de  Bataafse Republiek
  • De ideeën van de revolutie waren hier al eerder populair. De patriotten hadden in 1787 geprobeerd de stadhouder Willem V te verjagen, omdat ze vonden dat hij en de regenten te veel macht hadden, weinig rekening hielden met de gewone burgers. 

Slide 21 - Slide

De Code Napoleon is een wetboek met wetten en regels die voor iedereen golden
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Franse volk wilde sterke man die einde zou maken aan problemen zo kon Napoleon in 1799 een staatsgreep plegen en alleen gaan regeren
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Napoleon voerde nieuwe maatregelen in, welke?
A
Geen inspraak van het volk, geen vrijheid van meningsuiting. Iedereen in de gaten gehouden en censuur ingevoerd.
B
Vrijheid van meningsuiting, censuur en geheime politie
C
Geen vrijheid van meningsuiting, geen censuur.
D
Iedereen heeft recht op alle grondrechten.

Slide 24 - Quiz

Het Continentaal stelsel
  • Continentaal stelsel: Engeland en koloniën met de sterke industrie verslaan zonder inval, maar door het verbieden van alle handel met Engeland vanuit Europese vasteland => mislukt want er werd flink gesmokkeld en verbod werd gewoon genegeerd door landen zoals Rusland.

Slide 25 - Slide

Ondergang Napoleon
  • Ondergang Napoleon: 1812 veldtocht naar Rusland=> mislukt dramatisch: Russen vielen snel aan, stalen voedsel, munitie en verwoesten alles wat Franse leger kon gebruiken (voedsel, onderdak) door de tactiek van de verschroeide aarde. Uiteindelijk keerden ongeveer 20.000 soldaten terug. 
  • 1813: Een enorm leger van Rusland, Oostenrijk en Pruissen verslaan Napoleon bij Leipzig, hij werd verbannen naar Elba.

Slide 26 - Slide

Napoleon weet van geen ophouden

  • Napoleon bleef in Frankrijk populair. In 1815 ontsnapte hij van Elba en binnen 100 dagen had hij weer een enorm leger. 
  • De leiders van Engeland, Nederland en Pruisen verzamelden hun legers in de Zuidelijke Nederlanden en versloegen Napoleon bij Waterloo. Hij werd verbannen naar St. Helena een klein eilandje in de Atlantische Oceaan. 

Slide 27 - Slide

Wat bleef er over van de idealen van de Franse Revolutie?
  • Lodewijk XVIII (18e) koning Frankrijk met grondwet waarin zijn macht werd beperkt. 
  • Europese landen die door Frankrijk bezet waren geweest voerden ook grondwetten in met inperking macht vorst, gelijkheid voor de wet, godsdienstvrijheid. 
  • Handhaving maatregelen Napoleon zoals achternamen, huisnummers. 
  • Vorsten bleven proberen macht te herstellen, discriminatie/ achterstelling van groepen bleef bestaan.

Slide 28 - Slide

Sleep het begrip naar de juiste omschrijving.
begin van de periode van de terreur
Napoleon wordt dictator
Robespierre wordt onthoofd
Napoleon valt Rusland aan
Slag bij Leipzig
1792
1813
1812
1799
1794

Slide 29 - Drag question

a: Noem 2 voorbeelden uit de Code Napoleon die hem zo belangrijk maakte.
b: Noem 2 overeenkomsten tussen Napoleon en Lodewijk XIV.
c: Leg uit waarom je kunt zeggen dat de ondergang van Napoleon bij Waterloo al begon bij de veldtocht in Rusland.

Slide 30 - Open question

Aan de slag
Maak in Learnbeat de opdrachten van 4.6B

Slide 31 - Slide