De past simple is de verleden tijd in de Engelse taal. Het wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn voltooid.
Slide 6 - Slide
Past simple vervoegen
1. Regelmatige werkwoorden:
Werkwoord +ed
Yesterday, I played footbal
2. Onregelmatige werkwoorden:
uit je hoofd leren!
Last week I bought a bike.
Slide 7 - Slide
Past continuous
De past continuous is een vorm van de verleden tijd die wordt toegepast binnen de Engelse taal. De past continuous benadrukt dat de actie een bepaalde tijd duurde of dat je iets tegelijkertijd aan het doen was ('I was walking home when you called').
Je gebruikt het dus wanneer een actie of gebeurtenis plaatsvond in het verleden en voor een wat langere tijd duurde.
Slide 8 - Slide
Past continuous vervoegen
Om de past continuous te vervoegen, gebruiken we een vorm van to be (was/were) + de stam van het werkwoord en voegen we hieraan -ing toe:
Yesterday, I was walking.
Past continuous vervoegen als je multi-taskt is zoals basis maar met de 2e actie +ed: