vraagzinnen

vraagzinnen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

vraagzinnen

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je leert hoe je een vraagzin maakt.
Je leert wat de vraagwoorden zijn.

Slide 2 - Slide

De zin start met het werkwoord

Loop jij naar school?
Drink jij koffie?
Ga jij naar de bioscoop?
Slaap jij op de bank?

De zin start met een vraagwoord

wie
wat
hoe
waar
waarom
wanneer

Slide 3 - Slide

De jongens lopen hard.
A
Lopen de jongens hard?
B
Hard lopen de jongens?

Slide 4 - Quiz

Nu oefenen we zelf
maak van de zin een goede vraagzin.

Slide 5 - Slide

De man werkt op het kantoor

Slide 6 - Open question

De meisjes lachen.

Slide 7 - Open question

Wij studeren Nederlands op school.

Slide 8 - Open question

Let op!
Als je of jij achter het werkwoord staat, gebruiken we geen t

Jij loopt naar school. -->  Loop jij naar school? 
Jij bent een meisje. --> Ben jij een meisje?

Slide 9 - Slide

Woon je in Nederland?
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

Zwemt jij in het zwembad?
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Slaap jij in bed?
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Slaapt je broer in bed?
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Lees jij een boek?
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

Leest je vriend een boek?
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz