Mis vacaciones
1 / 38
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
He ido de vacaciones con mi hijo.
Met wie ben ik op vakantie geweest?
Met wie ben ik op vakantie geweest?
A
Mijn man
B
Mijn vriendin
C
Mijn vader
D
Mijn zoon
Slide 2 - Quiz
Mi hijo tiene dieciocho años.
Hoe oud is mijn zoon?
Hoe oud is mijn zoon?
A
16
B
17
C
18
D
19
Slide 3 - Quiz
Hemos viajado en coche.
Hoe hebben we gereisd?
Hoe hebben we gereisd?
A
Met de auto
B
Met het vliegtuig
C
Met de boot
D
Met de trein
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Domingo el nueve de julio fuimos a la capital de Alemanía.
¿Cómo se llama la capital?
¿Cómo se llama la capital?
A
Bonn
B
Berlín
C
Bruselas
D
Bordeaux
Slide 6 - Quiz
Hemos visitado diez países.
Hoeveel landen hebben we bezocht?
Hoeveel landen hebben we bezocht?
Slide 7 - Open question
Lunes fuimos al centro en autobús.
Welke dag gingen we naar het centrum?
Welke dag gingen we naar het centrum?
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag
Slide 8 - Quiz
Berlín es una ciudad grande.
Wat is Berlijn?
Wat is Berlijn?
A
Een mooie stad
B
Een oude stad
C
Een grijze stad
D
Een grote stad
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Martes el once de julio fuimos a Praga.
Praga es la capital de ....
Praga es la capital de ....
A
Austria
B
Hungria
C
La República Checa
D
Eslovenia
Slide 11 - Quiz
En Praga hay un castillo grande y un puente famoso.
Wat is er in Praag?
Wat is er in Praag?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Jueves el trece de julio fuimos en coche a Bratislava.
Bratislava es la capital de ...
Bratislava es la capital de ...
A
Eslovaqia
B
Hungría
C
Croacia
D
Eslovenia
Slide 14 - Quiz
En Bratislava hay un río. El río se llama Donau.
Wat is de Donau?
Wat is de Donau?
A
Een berg
B
Een rivier
C
Een land
D
Een plein
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Domingo visitamos el centro de Viena.
Op welke dag bezochten we het centrum van Wenen?
Op welke dag bezochten we het centrum van Wenen?
Slide 17 - Open question
Sábado el quince de julio fuimos a Viena. Viena está cerca de Bratislava.
Naar welke stad gingen we zaterdag?
Naar welke stad gingen we zaterdag?
A
Venetië
B
Bratislava
C
Praag
D
Wenen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Lunes el diecisiete de julio viajamos a Ljubljana. Ljubljana es la capital de ...
A
Eslovaquia
B
Hungria
C
Croacia
D
Eslovenia
Slide 20 - Quiz
Ljubljana es una ciudad verde.
Welke kleur is 'verde'?
Welke kleur is 'verde'?
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Miércoles el diecinueve de julio viajamos a Croacia.
Welke dag was dit?
Welke dag was dit?
A
Dinsdag
B
Woensdag
C
Donderdag
D
Vrijdag
Slide 23 - Quiz
En Croacia fuimos a la playa.
Waar gingen we heen?
Waar gingen we heen?
A
Naar het strand
B
Naar een plein
C
Naar een eiland
D
Naar een kasteel
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Jueves el veinte de julio viajamos a Italia.
Welke datum was dit?
Welke datum was dit?
A
12 juli
B
15 juli
C
20 juli
D
22 juli
Slide 26 - Quiz
Visitamos Venecia. Venecia es muy fomosa. Hay muchos turistas.
Wat staat hier over Venetië?
Wat staat hier over Venetië?
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Sábado el veintidos de julio viajamos a Milano.
Welke dag en datum was dit?
Welke dag en datum was dit?
Slide 29 - Open question
Milano es una ciudad grande. Viven más de tres milliones de personas.
Hoeveel mensen wonen in Milaan?
Hoeveel mensen wonen in Milaan?
Slide 30 - Open question
En Milano hay muchas tiendas de moda.
Wat zijn 'tiendas'?
Wat zijn 'tiendas'?
A
parken
B
winkels
C
straten
D
boulevards
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Lunes el veinticuatro de julio visitamos Ginebra (Genève).
En qué país está Ginebra?
En qué país está Ginebra?
A
Alemania
B
Italia
C
Francia
D
Suiza
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Slide
Miércoles el veintiséis de julio viajamos a París.
París es la capital de ....
París es la capital de ....
Slide 35 - Open question
En París hemos comido un helado.
Wat hebben we gegeten in Parijs?
Wat hebben we gegeten in Parijs?
A
Een stokbrood
B
Een hamburger
C
Een ijsje
D
Een tosti
