24 maart 2023 G1a Latijn

Lesje Latijn 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesje Latijn 

Slide 1 - Slide

Programma deze les
  • 15 minuten woordjes les 5 leren
  • Woordjes overhoren
  • Quizje grammatica tot nu toe
  • o - s - t - mus - tis - nt

Slide 2 - Slide

Leer de woorden van les 5

Slide 3 - Slide

Grammaticaquizje :-)

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm en infinitivus

Slide 5 - Slide

Sleep de werkwoordsvormen naar het juiste vakje
pv 3e ev
pv 3e mv
infinitivus
vocat
necare
portant
audire
est
vident

Slide 6 - Drag question

Vertaal: puer ridet.

Slide 7 - Open question

Vertaal: iacent.

Slide 8 - Open question

Vertaal: lacrimat.

Slide 9 - Open question

Vertaal: feminae venire recusant.

Slide 10 - Open question

De verbuigingsgroepen
VB1: femina
VB2: servus + donum
VB3 : rex, reges + nomen, nomina

Slide 11 - Slide

Tot welk groep hoort rosa?
A
femina
B
servus
C
donum
D
rex, reges

Slide 12 - Quiz

Tot welk groep hoort custos, custodes?
A
femina
B
servus
C
donum
D
rex, reges

Slide 13 - Quiz

Tot welk groep hoort filius?
A
femina
B
servus
C
donum
D
rex, reges

Slide 14 - Quiz

Tot welke groep hoort templum?
A
servus
B
donum
C
rex, reges
D
nomen, nomina

Slide 15 - Quiz

Tot welke groep hoort tempus, tempora?
A
servus
B
donum
C
rex, reges
D
nomen, nomina

Slide 16 - Quiz

De naamvallen

Slide 17 - Slide

nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
feminam
feminis
femina
feminas
feminae
feminis
feminae
femina
feminae
feminarum

Slide 18 - Drag question

nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
servis
servis
servo
servum
servi
servos
servorum
servi
servus
servo

Slide 19 - Drag question

nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
rex
regum
regibus
regis
regibus
reges
rege
regi
regem
reges

Slide 20 - Drag question

Welke functie heeft de nominativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 21 - Quiz

Welke functie heeft de dativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 22 - Quiz

Welke functie heeft de accusativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 23 - Quiz

Maak een (Nederlandse) zin
met een lv en mv.

Slide 24 - Mind map

Welke functie heeft de ablativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 25 - Quiz

Maak een (Nederlandse) zin
met minimaal 1 bijwoordelijke bepaling

Slide 26 - Mind map

nom
gen
dat
acc
abl
'met'
soli
culpa
signo
'voor'
ignes
deam
annos
ignis
'van'

Slide 27 - Drag question