§4.3

§4.3
Omzet en Winst
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

§4.3
Omzet en Winst

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Huiswerk bespreken
  • Herhalen 4.3
  • Aan de slag 
  • Bespreken opdracht
  • Les afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen §4.3
  • Je kunt de omzet van een bedrijf berekenen.
  • Je kunt de kostprijs en de verkoopprijs berekenen.
  • Je kunt de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
  • Je kunt de bruto- en nettowinst berekenen.

Slide 3 - Slide

Huiswerk
25, 26, 28, 29, 31 - 33

Slide 4 - Slide

Omzet en afzet
TO --> totale opbrengt --> omzet

TO = P x Q

Q (quantity ) = Afzet = aantal verkochte producten
P (price) = verkoopprijs exclusief btw

Slide 5 - Slide

Omzet en afzet - berekenen
Een bedrijf verkoopt sneakers. Ze verkopen in een week 60 paar sneakers met een gemiddelde verkoopprijs van €92,50 inclusief btw. 

Bereken TO. 

Slide 6 - Slide

Omzet en afzet - berekenen
Een bedrijf verkoopt sneakers. Ze verkopen in een week 60 paar sneakers met een gemiddelde verkoopprijs van €92,50 inclusief btw. 
Bereken TO. 
TO = p x q
p = prijs excl. btw --> 92,50 /1,21 = €76,45
76,45 x 60 = €4.587

Slide 7 - Slide

Kostprijs en verkoopprijs
De constante kosten van een bedrijf zijn €2.400,-. De variabele kosten zijn €0,50 per product. Het bedrijf produceert 12.000  De winstmarge is 45% van de kostprijs. 
a. Bereken de kostprijs.
b. Bereken de verkoopprijs

Slide 8 - Slide

Kostprijs en verkoopprijs
De constante kosten van een bedrijf zijn €2.400,-. De variabele kosten zijn €0,50 per product. Het bedrijf produceert 12.000  De winstmarge is 45% van de kostprijs. 
a. Bereken de kostprijs.
b. Bereken de verkoopprijs
a.  2.400 / 12.000 + 0,50 = €0,70
b. 0,70 + (0,45 x 70) = €1,02 of 0,70 x 1,45 = €1,02

Slide 9 - Slide

Btw & Accijns
BTW = belasting toegevoegde waarde. Wordt door de ondernemer afgedragen aan de belastingdienst. 

Accijns = kostprijsverhogende belasting. Doel van accijns is het ontmoedigen van het gebruik van schadelijke producten. 

Slide 10 - Slide

Btw & Accijns
BTW = belasting toegevoegde waarde. Wordt door de ondernemer afgedragen aan de belastingdienst. 

Accijns = kostprijsverhogende belasting. Doel van accijns is het ontmoedigen van het gebruik van schadelijke producten. 

Slide 11 - Slide

Btw & accijns
0% btw
9% btw
21% btw

verkoopprijs + btw = consumentenprijs
100% + 21% = 121%

Slide 12 - Slide

Brutowinst en nettoresultaat
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet
omzet = afzet x verkoopprijs
inkoopwaarde van de omzet = inkoopprijs x afzet

Nettoresultaat = brutowinst - overige bedrijfskosten

Nettoresultaat kan positief zijn (winst) of negatief (verlies)

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maak tweetallen. 

Schrijf bij het maken van de opdracht al je berekeningen op!

Klaar? Maak opgave 35 en 37

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide