TH 5.6: DNA-technieken

5.6 DNA-technieken
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

5.6 DNA-technieken

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

De evolutietheorie gaat uit van verschillende dingen, welke?
A
Periode van miljoenen jaren
B
Natuurlijke selectie
C
Variatie in genotypen
D
Het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 3 - Quiz

Dieren met het sterkte genotype hebben de grootste overlevingskans. Dit noem je...
A
Isolatie
B
Mutatie
C
Natuurlijke selectie
D
Variatie in genotypen

Slide 4 - Quiz

Dieren die verwant zijn aan elkaar zijn ook van dezelfde soort.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Leerdoel
Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Biotechnologie
Dit is de verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens. 

Slide 8 - Slide

Recombinant -DNA- technieken
Dit is de verzamelnaam voor alle verschillende technieken om een nieuwe erfelijke informatie aan te brengen in het DNA van een organisme.
DNA kan van hetzelfde of van een ander soort zijn. Hierbij wordt het DNA dus wel veranderd.

Slide 9 - Slide

Crispr-cas
Wijzigingen in genen van een organisme. Ook wel gene-editing genoemd.
Door een enzym wordt er een stukje DNA uitgehaald of bijgezet.
Gentherapie is het gebruik van gene-editing om kapotte genen te repareren.

Slide 10 - Slide

Genetische modificatie
Het aanbrengen van gewenste erfelijke eigenschappen bij organismen.
Een transgeen is een genetisch gemodificeerd organisme.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

DNA tests
Goedkoop, snel en nauwkeurig.
Iedereen heeft eigen DNA.
Wordt bijvoorbeeld gebruikt voor verwantschap, misdaadbestrijding en fraude oplossen.

Slide 13 - Slide

Synthetische biologie
Vakgebied waarin biologisch materiaal kunstmatig wordt nagemaakt.
Ook DNA kan worden nagemaakt.
Handig om afvalstoffen te kunnen produceren.

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Jullie gaan paragraaf 
5.6
lezen en maken.
Klaar? 
Dan ga je verder met de samenhang en afsluiting!!

Slide 15 - Slide