Klas 2B gymn Freitag, den 4. Februar 2022

Freitag, den 4. Februar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Grammatik: het lidwoord en het persoonlijk vnw
  • Hören
  • Plauderecke A
  • E-Mail schreiben
  • Gespräch
  • Hören
  • Plauderecke B
  • Grammatik üben
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Freitag, den 4. Februar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Grammatik: het lidwoord en het persoonlijk vnw
  • Hören
  • Plauderecke A
  • E-Mail schreiben
  • Gespräch
  • Hören
  • Plauderecke B
  • Grammatik üben
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 16.1 Seiten 33-34 + TB bron 16
Aufgabe 13.2 Seite 28

Slide 2 - Slide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kunt vragen beantwoorden tijdens het luisteren.
  • Je kunt een E-Mail schrijven.
  • Je kunt oefenen met spreekvaardigheid.
  • Je weet het verband tussen het zelfstandig nw. en het persoonlijk vnw.
  • Je kunt oefenen met de grammatica.

Slide 3 - Slide

E-Mail schreiben
Aufgabe 17.1  Seite 34  + TB Seite 56 bron 17
Wat moeten we doen?
Gezamenlijk lezen inleiding

  • Machen Aufgabe 17.1
  • Klaar: Leren Schreibecke TB Seite 56!!
  • Besprechen Aufgaben 17.1

timer
1:00

Slide 4 - Slide

E-Mail schreiben
  • Staat er na de aanhef een komma, dan wordt de 1e zin met een kleine letter geschreven, behalve bij een zelfstandig naamwoord.
  • Na de afsluitende groet komt in het Duits geen komma.
  • Hallo/Beste André -> Lieber André -> der/er
  • Hallo/Beste Lisette -> Liebe Lisette -> die/sie
  • Wat kun je zeggen over bron 16 en bovenstaande punten???

Slide 5 - Slide

lidwoorden en persoonlijk vnw
alle zelfstandige naamwoorden kun je in een zin vervangen door een persoonlijk vnw.  Belangrijkste vraag: wat is het lidwoord van het zelfst. nw!!!

                                       persoonlijk vnw.
der-woorden ->      er
die-woorden ->      sie
das-woorden ->     es
die-woorden  ->     sie     (meervoud)

Slide 6 - Slide

Lidwoorden -> persoonlijk vnw.
Aufgabe 14.3  Seite 30
  • Zelfstandig maken
  • Klaar: Leren Wörterlisten, Grammatik
  • Besprechen Aufgabe 14.3
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Gespräch: Aufgabe 13.2
  • Gespräch Aufgabe 13.2 üben.
  • Beide rollen oefenen.
  • Aantal leerlingen worden aangewezen.
  • Klaar: elkaar overhoren Wörterlisten of zelfstandig oefenen.

-> Let op de uitspraak van de klinkers die we tot nu toe hebben gehad (aantekeningen schrift?)
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Hören
Aufgabe 17.2 Seite 35
Gezamenlijk lezen van de inleiding.
Wat moeten we daarna doen?

Slide 9 - Slide

Plauderecke B  Seite 32

Aufgabe 15.1 gezamenlijk luisteren en lezen -> TB Seite 55

  • Machen Aufgabe 15.2 -> in schrift
  • Klaar: Leren Schreibecke, Leren Plauderecke A+B
  • Besprechen Aufgabe 15.2 
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Grammatik:
Üben:
  • das Plural ab slide 4 
  • Oefeningen met ein-groep
  • Regels der die das
  • enz.

Slide 11 - Slide

E-Mail schreiben Aufgabe 17.4  Seiten 36-37
Hulpmiddelen: TB Schreibecke Seite 57 + Wörterlisten A und B Seiten 60-61 + Plauderecken/Wörterlisten/Schreibecken Kapitel 1 t/m 4

Gezamenlijk lezen van de inleiding.
  • Zelfstandig e-mail schrijven, minimaal 7 zinnen van minimaal 4 woorden.
  • Klaar: Leren Wörterlisten/Grammatik/Alphabet etcetera.
  • Besprechen Aufgabe 17.4
 E-mail schrijven binnenkort voor cijfer!!
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Hausaufgaben:

Slide 13 - Slide

Zum Schluss:
  • Wat waren de doelen van vandaag.

Slide 14 - Slide

Wiederholung Grammatik
ein/kein -> wel/geen uitgang

Stappenplan:
  • Wat is het lidwoord?
  •         → toepassen regels der die das
  •        → of leren lidwoord Wörterlisten A+B
  • der+das → geen e als uitgang
  • die+die → wel e als uitgang
  • Ezelsbruggetje: die + die → eindigen op een e
  • bij meervoud kun je geen ein gebruiken

Slide 15 - Slide

ein-Gruppe
Bestaat uit:
  • ein -          = een
  • kein -        = geen                                 mijn     jouw   zijn     haar   zijn   ons/onze  jullie     hun    uw
  • bezittelijke voornaamwoorden (mein-, dein-, sein-, ihr-, sein-, unser-, euer/eure, ihr- en Ihr)
       (pers. vnw.                                            ich         du        er     sie     es       wir          ihr                sie          Sie)

mijn auto               mein Auto (onzijdig) 
jouw broer            dein Bruder (mannelijk persoon)
uw jas                     Ihre Jacke (vrouwelijk -> eindigt op e)
zijn zus   seine Schwester (vrouwelijk -> vrouwelijk persoon)

Slide 16 - Slide

Grammatik: het meervoud van zelfstandige nw.
Belangrijkste vraag: wat is het lidwoord?
  • regels der die das
  • leren lidwoord met zelfstandige naamwoorden in de Wörterlisten

  • Schema bekijken en oefenen!

Slide 17 - Slide