LEZEN / les 3 / H2.1 / De opbouw van een tekst

Lezen 3

De opbouw van een tekst
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen 3

De opbouw van een tekst

Slide 1 - Slide

Deze Lessonup hoort bij:

  • Hoofdstuk 2, paragraaf 2.1 (NU Nederlands) *onderdeel LEZ1LEZ2*

Slide 2 - Slide

Wat leer je in deze Lessonup:

  • Kennis ophalen van de vorige Lessonup
  • Uitleg over de indeling van teksten

Slide 3 - Slide

Vorige keer:

  • Tekstdoelen: informeren, instrueren, overhalen & overtuigen
  • Voor welk publiek is een tekst bedoeld

Weet je het nog?

Slide 4 - Slide

Advertentie op Instagram.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 5 - Quiz

Nieuwsartikel over de toeslagenaffaire.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 6 - Quiz

Uitnodiging voor een examenfeestje.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 7 - Quiz

Je schrijft een brief aan de gemeente over de overlast van hangjongeren in jouw straat. Je vindt dat de gemeente moet optreden.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 8 - Quiz

Indeling tekst : titel
  • De titel verraadt al veel
  • Het trekt de aandacht; ga je de tekst lezen of niet?
  • De titel noemt vaak al het onderwerp

Slide 9 - Slide

Indeling tekst: inleiding
  • Eerste deel van de tekst
  • Het onderwerp wordt geïntroduceerd
  • Vanaf de eerste zinnen weet je waarover de tekst gaat
  • Bestaat meestal uit één alinea

Slide 10 - Slide

Indeling tekst: middenstuk
  • De verschillende kanten van een onderwerp komen aan de orde
  • Dit gebeurt met behulp van deelonderwerpen
  • Bijvoorbeeld: een tekst over phishing
  • Deelonderwerpen kunnen dan zijn: gevaarlijke e-mails, criminaliteit, financiële schade, aangifte doen bij de politie, etc.

Slide 11 - Slide

Wat is een deelonderwerp?
A
Verschillende dingen die over het onderwerp verteld worden.
B
Als er 2 onderwerpen in een tekst zitten.
C
Als de tekst niet echt een onderwerp heeft.
D
Een ander woord voor onderwerp.

Slide 12 - Quiz

Indeling tekst: slot
  • Laatste alinea van een tekst
  • Het belangrijkste uit de tekst wordt nog eens herhaald of samengevat

Slide 13 - Slide

Waar vind je de deelonderwerpen in een tekst?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 14 - Quiz

In welk deel van de tekst maak je kennis met het onderwerp?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van een tekstindeling?
A
Inleiding, middenstuk met tussenkopjes, slot
B
Inleiding, slot, middenstuk
C
Inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot
D
Titel, inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot

Slide 16 - Quiz

Inleiding
Middenstuk
Slot
Dit deel is opgedeeld in alinea's 
Het onderwerp wordt benoemd
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
Aandachttrekker: er wordt bijv. een vraag gesteld of een probleem besproken.
Een samenvatting van de tekst
Er wordt bijv. een vraag beantwoord of een oplossing bij een probleem besproken.
De tekst wordt stap voor stap uitgewerkt

Een conclusie 

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Wat is de juiste volgorde van deze tekst?

Slide 19 - Slide

Wat is de juiste volgorde van de tekst?
A
A-B-C-D
B
B-C-D-A
C
D-A-C-B
D
C-D-A-B

Slide 20 - Quiz

Controle voor jezelf:

  • Je weet nu dat teksten een vaste indeling hebben.
  • Je herkent de verschillende tekstonderdelen

Slide 21 - Slide

De opdrachten:

  • Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel LEZ1 , paragraaf 1.3
Opdracht 1 - 4 & examenopdracht








Slide 22 - Slide