Les week 8 dec Bezittelijk vnw

 
 Bonjour !

- Op je plaats
- Pak je spullen

Afspraken !!
- Als ik aan het woord ben dan is de rest stil en geldt ook andersom;
- Steek je vinger op als je iets wilt zeggen


1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

 
 Bonjour !

- Op je plaats
- Pak je spullen

Afspraken !!
- Als ik aan het woord ben dan is de rest stil en geldt ook andersom;
- Steek je vinger op als je iets wilt zeggen


Slide 1 - Slide

Leerdoelen van de les
Na deze les kun je

- het bezittelijk voornaamwoord vervoegen in het Frans
- de de leden van je familie of van iemand anders voorstellen

Slide 2 - Slide

Overhoren

Slide 3 - Slide

Schrijf de volgende telwoorden in het Frans :

1    -
20 -
10  -
11  -
2    -
12   -
3    -
13   -
4    -
14   -
5   -
15  -
6   -
16  - 
7    -
17   -
8    -
18   -
9    -
19   -

Slide 4 - Slide

Vertaal de volgende woorden in het Frans :

- de tante
- de zus
- de vader
- de groot-vader
- de groot-moeder
- de moeder
- de broer
- de oom

Slide 5 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
In het Nederlands :

Slide 6 - Slide

NL
m. ev.
v. ev.
mv.
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
Bezittelijk voornaamwoord in het Frans
mon père
ma mère
mes parents
ton père
ta mère
tes parents
son père
sa mère
ses parents

Slide 7 - Slide

Let op!       zijn vader  = son père
                   haar vader = son père        sa père

1. Kijk GOED of het woord erachter mannelijk (een le-woord, bv. le père) of vrouwelijk (een la-woord,bv. la mère) is.

- Als het mannelijk/een le-woord is,gebruik mon, ton, son: mon père
- Als het vrouwelijk/een la-woord is, gebruik ma, ta , sa: ma mère

2. Voor een woord dat begint met een klinker of een stomme h, gebruik je altijd mon, ton, son: mon oncle, ton ami, son amie.





Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


frère

soeur
père
 
mère

oncle
tante
grand-père
grand-mère
moi
grand-père
grand-mère
Mon of ma?

Slide 11 - Slide

mon 
frère
ma 
soeur
mon
père
ma 
mère
mon
oncle
ma
tante
mon
grand-père
ma
grand-mère
moi
mon
grand-père
ma
grand-mère

Slide 12 - Slide


Werk nu in drietallen. Gebruik de familie stamboom om deze opdracht te maken. (6min)

Je moet goed luisteren naar je klasgenoot als hij of zij aan het woord is.

Slide 13 - Slide

Voici mon grand-père et ma grand-mère
Voici mes parents. Il est mon père et elle est ma mère. 
Voici mon oncle et ma tante.
A gauche, c'est mon frère. A droite, c'est ma soeur.


Voici ton grand-père et ta grand-mère
Voici tes parents. Il est ton père et elle est ta mère. 
Voici ton oncle et ta tante.
A gauche, c'est ton frère. A droite, c'est ta soeur.


Voici ton grand-père et ta grand-mère. 
Voici ses parents. Il est son père et elle est sa mère. 
Voici son oncle et sa tante.
A gauche, c'est son frère. A droite, c'est sa soeur.

Zeg deze zinnen eerst me na. Daarna aan de slag! (5 min)
timer
6:00
Leerling 1 stelt zijn / haar familie voor als volgt :


Leerling 2 stelt de familie van je buurman/-vrouw voor als volgt : 


Leerling 3 stelts de familie een andere voor als volgt :

Slide 14 - Slide

mon 
frère
ma 
soeur
mon
père
ma 
mère
mon
oncle
ma
tante
mon
grand-père
ma
grand-mère
moi
mon
grand-père
ma
grand-mère
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Maak je eigen familie stamboom
(10min)
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Afsluiten

Slide 17 - Slide

1. Wat is de Franse vertaling van

mijn moeder
A
mon mère
B
ma mère

Slide 18 - Quiz

2. Wat is de Franse vertaling van

mijn broer
A
mon frère
B
ma frère

Slide 19 - Quiz

3. Wat is de Franse vertaling van

jouw vader
A
ta père
B
ton père

Slide 20 - Quiz

4. Wat is de Franse vertaling van

jouw oom
A
mon oncle
B
ton oncle
C
son oncle

Slide 21 - Quiz

5. Wat is de Franse vertaling van

jouw zus
A
mon soeur
B
ma soeur
C
ta soeur
D
sa soeur

Slide 22 - Quiz

6. Wat is de Franse vertaling van

haar tante
A
sa tante
B
son tante
C
ta tante
D
ma tante

Slide 23 - Quiz

7. Wat is de Franse vertaling van

zijn ouders
A
mes parents
B
tes parents
C
ses parents

Slide 24 - Quiz

8. Wat is de Franse vertaling van

zijn vriendin
A
mon ami
B
ma amie
C
son amie
D
sa amie

Slide 25 - Quiz

timer
20:00

Slide 26 - Slide

Zelfstandig werken

Je mag fluisteren met je buurman / -vrouw! 
Lukt dit niet? Dan in stilte!
Heb je een vraag? Steek je vinger op!

Wat moet ik doen?
2.5 Grammaire II
ex. 16A t/m 16D

Wat als ik klaar ben?
- 2.2 Lire ex. 5, 6, 7 en Menu au choix
- ex. 16E t/m 16H


Slide 27 - Slide