Word en Powerpoint


Word
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson


Word

Slide 1 - Slide

Waar kan je Word zoal voor gebruiken?

Slide 2 - Mind map

Waar begin je mee in Word?
  1. Kies een sjabloon
  2. Opsommingstekens
  3. Paginanummering
  4. Inhoudsopgave


Slide 3 - Slide

Beginscherm
Hier kan gezocht worden naar sjablonen. 
Als je hier op klikt opent er een nieuw, leeg document.
Hier kan je een document openen als je deze op de computer hebt opgeslagen om er vervolgens mee verder te werken.
Hier staan bestandsnamen van documenten die je al eens eerder hebt geopend met Word. 
Hier kan je je aanmelden met je leerling account. Je kan dan makkelijker documenten opslaan in de "cloud" of delen met andere mensen die ook een Microsoft account hebben.
Dit is een voorbeeldweergave van een sjabloon. 

Slide 4 - Slide

Wat zijn opsommingstekens?

Slide 5 - Open question

Het Lint
Tabbladen: De tabbladen bevatten verschillende soorten groepen met opdrachtknoppen

Groepen: Ieder tabblad heeft meerdere groepen. In een groep bevinden zich functies die betrekking hebben op bepaalde delen in je document.
Opdrachtknoppen: De opdrachtknoppen bevatten de uiteindelijke functies die op het document, de alinea of tekst kan worden toegepast.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Voorpagina maken
  1. Ga naar Invoegen
  2. Kies Pagina's in het lint
  3. Klik op Voorblad
  4. Kies een sjabloon

Slide 8 - Slide

Waarom moet je je bestanden opslaan in OneDrive?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Waaraan voldoet een goede PowerPoint?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Noem een basisregel van PowerPoint
A
zet zo veel mogelijk informatie in 1 dia
B
maak mooie en goede zinnen
C
zet alleen kernwoorden in een dia
D
Gebruik zoveel mogelijk plaatjes

Slide 13 - Quiz

Een goede powerpointdia
Een foute powerpointdia

Slide 14 - Drag question

Tips voor gebruik van Powerpoint:
- Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst;
- Gebruik hoofdletters en punten;
- Gebruik de hele tijd hetzelfde lettertype;
- Maak opsommingen zichtbaar met nummers, liggende
   streepjes of bolletjes. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide