Herhalingsquiz 4LA

Herhalingsquiz Pasen
1 / 49
next
Slide 1: Slide
LatijnSecundair onderwijs

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalingsquiz Pasen

Slide 1 - Slide

Vocabularium

Slide 2 - Slide

Verbind de tegengestelden
sumere
barbarus
egredi
inire
nasci
proficisci
progredi
sub
dare
exire
humanus
ingredi
mori
stare
super
pervenire

Slide 3 - Drag question

Maak Nederlandse woorden met de stamtijden van volgende werkwoorden.

Slide 4 - Slide

progredi

Slide 5 - Mind map

exponere

Slide 6 - Mind map

mutare

Slide 7 - Mind map

Beeld volgende woorden uit en neem een foto

Slide 8 - Slide

fessus

Slide 9 - Open question

lingua

Slide 10 - Open question

capillus

Slide 11 - Open question

quinque

Slide 12 - Open question

Van welke woorden zijn letters gehusseld?

Slide 13 - Slide

rudop
p - - o -

Slide 14 - Open question

tirsuv
- i - - u -

Slide 15 - Open question

doehi
h - - i -

Slide 16 - Open question

Grammatica

Slide 17 - Slide

Welke functies kan volgende naamval hebben?

Slide 18 - Slide

Accusatief

Slide 19 - Mind map

Datief

Slide 20 - Mind map

Welk soort genitief is:
Magnam partem eorum interfecerunt.
A
BVB handelend (O gen)
B
BVB lijdend (Vwp gen)
C
BVB geheel
D
BVB bezitter

Slide 21 - Quiz

Welk soort genitief is:
Caesaris adventu
A
BVB handelend (O gen)
B
BVB lijdend (Vwp gen)
C
BVB geheel
D
BVB bezitter

Slide 22 - Quiz

Bij een verbaaldadjectief staat de handelende persoon in de
A
ablatief
B
datief
C
genitief
D
is er nooit een handelende persoon

Slide 23 - Quiz

Bij adjectieven en bijwoorden in de comparatief staat een
A
ablatief : Voorwerp
B
ablatief: BWB
C
datief: Voorwerp
D
datief: BWB

Slide 24 - Quiz

Combineer het voorbeeld met de juiste soort cum

Slide 25 - Slide

Cum temporale
Cum historicum
Cum causale
Cum concessivum
Cum venit, abii
Cum venisset, abii
Cum venisset, tamen abii.

Slide 26 - Drag question

Welk soort BWB-zin is dit?

Slide 27 - Slide

Cum consoles curiam intrabant, a senatoribus salutabantur.
A
Tijd
B
Wijze
C
Toegeving
D
Reden

Slide 28 - Quiz

Auribus desectis, domum remittit, ut perterreant alios.
A
Doel
B
Gevolg
C
Vergelijking
D
Tijd

Slide 29 - Quiz

Quoniam nox est, in vestra tecta discedite.
A
Tijd
B
Reden
C
Voorwaarde
D
Gevolg

Slide 30 - Quiz

Tam prudens est, ut decipi non possit
A
Vergelijking
B
Doel
C
Gevolg
D
Toegeving

Slide 31 - Quiz

Canis vehementius latrat quam mordet
A
Tijd
B
Voorwaarde
C
Vergelijking
D
Doel

Slide 32 - Quiz

Si pluat, terra madeat
A
Voorwaarde
B
Toegeving
C
Tijd
D
Reden

Slide 33 - Quiz

Etsi multa scio, plura tamen ignoro
A
Vergelijking
B
Voorwaarde
C
Reden
D
Toegeving

Slide 34 - Quiz

Hoe herken je ...

Slide 35 - Slide

Vragende O/V-zin?

Slide 36 - Mind map

Volitieve O/V-zin?

Slide 37 - Mind map

Mededelende O/V-zin?

Slide 38 - Mind map

BVB-zin?

Slide 39 - Mind map

Een BVB-zin met bijgedachte
van doel?

Slide 40 - Mind map

Lectuur

Slide 41 - Slide

Wat moet je kunnen?
Grammatica
  • Alle (werk)woorden determineren + functie geven

  • Bijzinnen aanduiden + functie geven

Stijl
  • Metriek aanduiden
  • Stijlfiguren aanduiden en hun effect bespreken

Tekstbegrip
  • Vertalen, letterlijk of vlot
  • Situeren binnen het verhaal

Slide 42 - Slide

Cultuur

Slide 43 - Slide

Wat weet je over ...

Slide 44 - Slide

Mos Maiorum

Slide 45 - Mind map

Heroides

Slide 46 - Mind map

Carmen et error

Slide 47 - Mind map

Geef één gedaanteverandering uit de verhalen die wij gezien hebben en leg uit waarom dit passend is.

Slide 48 - Open question

Wat is epiek?

Slide 49 - Open question