les 1 H6 Oriëntatie: Pruiken en revoluties

Hoofdstuk 6: Revolutie! Alles moet anders
Tijdvak 7
1 / 48
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6: Revolutie! Alles moet anders
Tijdvak 7

Slide 1 - Slide

Wat weet je al over de Franse revolutie?

Slide 2 - Open question

Tijd van Pruiken en Revoluties
1700 - 1800

Slide 3 - Slide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Je kunt ook van elke dia een screenshot maken dan heb je ze allemaal en kun je ze terugkijken.

Slide 4 - Slide

Belangrijke jaartallen
Tijdvak van Pruiken en revoluties:
  • 18e eeuw 1700 n.chr - 1800. n.chr 
  • De Franse Revolutie (1789-1799)            
  • Napoleon Bonaparte (1799-1815)

Slide 5 - Slide

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 6 - Slide

Tijdlijn
De tijdlijn maak je tijdens de lessen

Slide 7 - Slide

Voorbeeld van de Tijdlijn (1)
1680 de Verlichting
1780 patriotten opstand mislukt
1787 stadhouder Willm I verjaagd, Koning van Pruisen komt te hulp, patriotten vluchten naar Frankrijk
1789 Begin Franse Revolutie (bestorming Bastille) 14juli
1791 Invoering eerste Franse grondwet, vlucht Lodewijk XIV (later gedood – guillotine)
1792 Frankrijk wordt een republiek
1793 Radicalen aan de macht
‘93’94 Terreur in Frankrijk
1794 einde terreur, dood leider radicalen
1795 Oprichting Bataafse Republiek, Willem V vlucht naar Gr. Britt.
1799 Napoleon Bonaparte pleegt staatsgreep in Fr.



Slide 8 - Slide

Voorbeeld van de Tijdlijn (2)
1801 Napoleon bepaalt wat bij ons gebeurt
1806 Lodewijk Napoleon koning van Koninkrijk Nederland
1810 NL provincie van Fr.
1812 Veldtocht van Napoleon naar Rusland
1815 Napoleon verslagen bij Waterloo
1815 Willem I koning van het Koninkrijk der Nederlanden


Slavernij:
1791 opstand slaven Haïti, jagen Fransen weg
1807 Britten verbieden handel in slaven
1833 afschaffing slavernij door Britten
1863 afschaffing slavernij door Nederland

Slide 9 - Slide

Wat is een oorzaak-gevolg relatie? Geef hiervan een voorbeeld.

Slide 10 - Open question

Oorzaak-gevolg
Oorzaak: Waarom of waardoor iets gebeurt
Gevolg: Datgene wat erna gebeurt
Aanleiding: De allerbelangrijkste oorzaak. Waarom of waardoor iets gebeurt. De laatste oorzaak, de druppel die de emmer doet overlopen.

Slide 11 - Slide

Oorzaken & aanleiding
Oorzaken: Alle eerdere druppels in de emmer 
Aanleiding: De druppel die de emmer doet overlopen

Gevolg: Emmer loopt over


Slide 12 - Slide

Frankrijk 18e eeuw
Absolutismealle macht bij de koning.
Droit devin: Goddelijk recht om te heersen

Standensamenleving: 


Slide 13 - Slide

Aan de slag
Inleiding 
maken vragen 
samenwerken
huiswerk volgende keer

Slide 14 - Slide

Extra materiaal

Slide 15 - Slide

Bestorming Bastille
Begin Franse Revolutie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Rousseau
  • Was van mening dat alle mensen zich moesten onderschikken aan de algemene wilhet algemeen belang van de bevolking

  • Er moest volgens hem dus gehandeld worden vanuit het belang van het hele volk. 
  • Hij vond ook dat iedereen gelijk moest zijn voor de wet.

Slide 18 - Slide

De Verlichting
De filosofen schreven boeken over hun ideeën en deze werden in heel Europa gelezen en verspreid. 

Gevolgen: 
  • Veel verlichte filosofen werden gevangen gezet.
  • Boeken werden verboden vanwege hun kritiek op het huidige regime. 
  • Sommige Europese vorsten voerden enkele Verlichte waarden en ideeën door en gaven hun onderdanen meer vrijheden en inspraak.
  • De onderzoekende geest van de Verlichting stimuleerde uitvindingen.

Slide 19 - Slide

Empirisme vs Rationalisme
Wit en blauw.

Empirisme en Rationalisme zijn de belangrijkste wetenschappelijke methoden uit de tijd van de Verlichting.

Empirisme: Wetenschappelijke methode dat zintuiglijke waarneming de enige bron is van alle kennis.

Rationalisme: Wetenschappelijke methode die ervan uitgaat dat alleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) tot zinnige kennis kan leiden. 


Slide 20 - Slide

Empirisme vs Rationalisme
Wit en blauw.

Voorbeeld Empirisme:

  • Vier koeien zijn zwart en wit’, dat kan ik zien.
  • De hypothese: alle koeien zijn zwart en wit.
  • Althans tot er een tegenvoorbeeld komt

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

0

Slide 23 - Video

Historische vaardigheden
Spotprenten: de Memes van de geschiedenis. 

Slide 24 - Slide

Spotprent
  • Wat gebeurt er op de spotprent

  • Worden mensen of dingen overdreven getekend?

  • Staat er tekst boven of onder?

  • Over welke gebeurtenis gaat de spotprent?

  • Wat is de mening van de maker?

Slide 25 - Slide

Stemmen per stand 
1e en 2e stand samen 5 % van de samenleving
3e stand 95%.

Koning: "Belasting moet omhoog, geld is op."
1e en 2e stand: Eens (betalen geen belasting)
3e stand: Oneens "we hebben al niks meer" 
Conclusie: Verhoging gaat door

Slide 26 - Slide

De Verlichting
De Verlichting: was een nieuwe filosofische stroming in Europa in de 18e eeuw. Geleerden begonnen na te denken over de ideale samenleving en verbeteringen in het bestuur.

De belangrijkste geleerden:

  • John Locke
  • Montesquieu
  • Voltaire
  • Rousseau

Slide 27 - Slide

John Locke

  • Tegen het absolutisme.
  • Vorsten mogen niet zomaar doden, gevangen nemen en bezittingen afpakken 

Natuurrecht: Recht verkregen bij geboorte. Recht op leven, vrijheid en bezit. Ieder is gelijkwaardig en heeft gelijke rechten

Slide 28 - Slide

Montesquieu

  • Vond dat de macht niet bij één persoon moest liggen, maar verdeeld moest worden. 
  • Scheiding der machten: Trias Politica. 

  1. Wetgevende macht: Regering + parlement maken wetten
  2.  Rechtsprekende macht: Onafhankelijke rechters Controleren wetten en spreken recht.
  3. Uitvoerende macht: Regering, ministeries & politie.

Slide 29 - Slide

Voltaire




  • Vond dat mensen mochten zeggen wat ze ergens van vonden, zonder dat ze meteen opgesloten of verbannen werden.
  • Voor vrijheid van meningsuiting. 
  • Een van de eerste voorvechters van de mensenrechten: rechten die iedere mens zou moeten hebben.

Slide 30 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij vanaf geboorte 
  • Volkssoevereiniteit: het volk bepaald die het land bestuurd/regeert

Gevolg
  • Tegen standensamenleving
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)
  • Tegen absolutisme 

Slide 31 - Slide

Rationeel denken
  • Rationeel denken= logisch nadenken
  • Mensen kregen meer kennis
  • Experimenteren
  • Veel nieuwe ideeën over het geloof

Slide 32 - Slide

Wat is de Verlichting ook alweer?
A
Vorm van regeren waar het volk alle macht heeft
B
Manier van denken waarbij alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben
C
Vorm van regeren waar de koning alle macht heeft
D
Manier van denk waarbij je eigen verstand belangrijker is dan de Bijbel

Slide 33 - Quiz

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichte denkers zijn voor
Verlichte denkers zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Ongelijkheid
Vrijheid van godssdienst
Gelijke rechten voor iedereen

Slide 34 - Drag question

Verlicht denken of niet?
"Als ik ziek ben ga ik bidden om beter te worden"

Slide 35 - Poll

Verlicht denken of niet?
"Onderwijs is belangrijk want kinderen moeten leren om zelf na te denken."

Slide 36 - Poll

Trans-Atlantische slavenhandel 

slavenhandel


Na 1675 richtte de WIC (anders dan de VOC) zich vooral op de slavenhandel en ontstond de driehoekshandel

Slide 37 - Slide

Slavernij en het abolitionisme 
  • Er werd veel geld verdiend met slavernijhandel 
  • 'Verlichte' manier van denken ging niet samen met slavernij

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Wat is abolitionisme?
A
Mensen hebben recht om zichzelf te besturen
B
slavenhandel en slavernij moeten worden afgeschaft
C
mannen en vrouwen hebben gelijke rechten
D
de koning moet afgezet worden

Slide 40 - Quiz

Wat was de reden waarom slavernij afgeschaft werd?
A
Gelijkheid
B
Vrijheid
C
Broederschap

Slide 41 - Quiz

Wat is het verband tussen de verlichting en de afschaffing van de slavernij? (Abolitionisme)

Slide 42 - Open question

De Franse Revolutie

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

De Franse Revolutie is geinspireerd door
A
De Renaissance
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie
D
De Wetenschappelijke revolutie

Slide 45 - Quiz

Wat was de uitspraak van de Franse Revolutie?
A
Vrijheid, liefde en broederschap
B
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap
C
Vrede, Vrijheid en Broederschap
D
Vrijheid, Gelijkheid en Vrede

Slide 46 - Quiz

Wat heeft te maken met de Franse Revolutie? Sleep die woorden naar de guillotine
gelijkheid
vrijheid
broederschap
stokbrood
Rode wijn
Eiffeltoren

Slide 47 - Drag question

Sleep de zinnen naar het goede vak
Geen gevolg van de Franse Revolutie
Een gevolg van de Franse Revolutie
Alle Fransen werden even rijk
Afschaffing van het koningschap
De adel grijpt de macht
Boeren gaan Frankrijk besturen
Gelijke rechten voor alle Fransen

Slide 48 - Drag question