reanimeren - bovenbouw

Reanimeren
1 / 139
next
Slide 1: Slide
ReanimatieonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

This lesson contains 139 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Reanimeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over reanimeren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat is reanimeren?
A
reanimeren = op het borstbeen duwen en adem inblazen
B
reanimeren = 112 bellen en de kleren losmaken
C
reanimeren = 112 bellen en adem inblazen
D
reanimeren = 112 bellen, kijken of het hart klopt en ademt

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het eerste dat je doet als je bij een slachtoffer aankomt?
A
Ademhaling controle
B
Letten op gevaar
C
112 bellen
D
Niets, gewoon doorlopen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als eerste nadat je ontdekt hebt dat het slachtoffer niet reageert op aanspreken/ schudden?
A
Beginnen met reanimeren
B
In de stabiele zijligging leggen
C
Ademhaling controleren
D
112 bellen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk
dat jij kunt reanimeren?

Slide 7 - Mind map

Wat gebeurt er met reanimeren in je lichaam.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Wanneer moet een slachtoffer gereanimeerd worden?
A
Als er voor aanvang duidelijk is dat het slachtoffer een rechtsgeldige niet-reanimeren verklaring heeft.
B
Als het slachtoffer bewusteloos is maar nog wel ademt
C
Als het slachtoffer een flauwte heeft
D
Als het slachtoffer geen normale ademhaling meer heeft

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een AED?
A
Automatische Externe Defecten
B
Automatische Externe Defibrillator
C
Automatische Elektrische Defibrillator
D
Automatische Eclectische Denkkader

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel bij het gebruik van een AED?
A
Een AED geeft het slachtoffer een stroomstoot
B
Een AED schakelt 112 in
C
Een AED kan een praatje met de omstanders maken
D
Een AED is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waarom doen we dit?
* Meer dan 300 mensen krijgen per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis.

* 70% hiervan is in en rondom huis

* Snel handelen kan levensreddend zijn
*De eerste 6 minuten zijn cruciaal

* ± 24% kans op overleving na reanimatie
Met een goede kwaliteit van leven



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

* het hart stopt met het rondpompen van het bloed

* het bloed circuleert niet meer rond. Je organen krijgen hierdoor geen zuurstof meer

* hartritmestoornis (hart gaat trillen)
*hartstilstand (hart staat helemaal stil)

* de hersenen kunnen maar kort zonder zuurstof 



Hartstilstand
of  Circulatiestilstand

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Reanimeren: Wat ga je leren?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Penning
Op een geldige niet-reanimerenpenning staat een:

- volledige naam
- geboortedatum
- handtekening
- besluit om niet gereanimeerd te willen worden (op de voor- en achterkant)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Tattoo
Is ook rechtsgeldig!
Indien je dit ziet op de borst van een persoon ga je dus i.p. niet reanimeren

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Niet reanimeren verklaring

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

vragen
VRAGEN? 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions


Wat is stap 1 van reanimeren
A
Check voor een veilige omgeving
B
Spreek het slachtoffer aan
C
Bel 112
D
Begin borst compressies

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Ben je verplicht iemand te reanimeren?
A
Nee, reanimeren hoeft niet
B
Ja, reanimeren moet
C
Als je twijfelt hoeft het niet
D
Hulpverlenen moet wel

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Tot wanneer ga je door met reanimeren?
A
Tot je eigen veiligheid in gevaar komt.
B
Tot er professionele hulp komt, die zegt dat zij het over nemen.
C
Totdat je denkt dat het slachtoffer dood is.
D
Tot het slachtoffer weer bij bewustzijn komt.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer start je met reanimeren
A
Bij bewusteloosheid
B
Bij bewusteloosheid en scheve mondhoek
C
Bij bewusteloosheid en geen ademhaling
D
Bij bewusteloosheid en transpireren

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Mag Iedereen Reanimeren
A
nee, je moet een cursus hebt gevolgd
B
Nee, alleen zorgverleners
C
Ja, maar een cursus is aanbevolen
D
Ja altijd doen

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste combinatie bij
borstcompressie en beademingen
A
30 compressies 5 beademingen
B
2 beademingen 30 compressies 5 beademingen
C
20 compressies 2 beademingen
D
30 compressies 2 beademingen

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet de

Goed worden uitgevoerd
Kin-lift 

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Ik controleer de ademhaling op de volgende manier:

Kin-lift + ........
Waarom doe ik dit?
Kijken: je kijt of het slachtoffer regelmatig adem haalt en of de borst en buik regelmatig omhoog komt. 
Luisteren: Luister of je ademhaling hoort uit de neus of mond
Voelen:  Je voelt met je wang of je de adem van het slachtoffer voelt. 
A
Kijken en luisteren voor 5 seconde
B
Kijken, luisteren en voelen voor 15 seconde
C
Kijken, luisteren, voelen voor 10 seconde
D
Kijken en luisteren voor 20 seconde

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

reanimeren doe ik door....
A
15 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
B
15 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen
C
30 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
D
30 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Plaats de elektroden op de juiste plaats

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel procent van de reanimaties zijn vlakbij huis? 
A
70%
B
47%
C
87%
D
bijna 75%

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions


Het is belangrijk dat er binnen 6 minuten gestart wordt met reanimeren.  
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel borst compressies moet je geven tussen het beademen door?
A
100x
B
50x
C
30x
D
120x

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel beademingen moet je tussen de borst compressies door geven
A
2x
B
10x
C
5x
D
6x

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions




Les 2: Reanimatie






Les 3: Reanimatie

Slide 52 - Slide

This item has no instructions


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel procent van de reanimaties zijn vlakbij huis? 
A
70%
B
47%
C
87%
D
bijna 75%

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions


Het is belangrijk dat er binnen 6 minuten gestart wordt met reanimeren.  
A
waar
B
niet waar

Slide 55 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel borst compressies moet je geven tussen het beademen door?
A
100x
B
50x
C
30x
D
120x

Slide 56 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel beademingen moet je tussen de borst compressies door geven
A
2x
B
10x
C
5x
D
6x

Slide 57 - Quiz

This item has no instructions

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Wat kan ik doen?
Vertel me stap voor stap wat ik moet doen om te reanimeren

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

AED

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met AED

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

"Meldkamer 112... "

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Slide 81 - Video

This item has no instructions

Quiz

Slide 82 - Slide

This item has no instructions


Wat is stap 1 van reanimeren
A
Check voor een veilige omgeving
B
Spreek het slachtoffer aan
C
Bel 112
D
Begin borst compressies

Slide 83 - Quiz

This item has no instructions

Ben je verplicht iemand te reanimeren?
A
Nee, reanimeren hoeft niet
B
Ja, reanimeren moet
C
Als je twijfelt hoeft het niet
D
Hulpverlenen moet wel

Slide 84 - Quiz

This item has no instructions

Tot wanneer ga je door met reanimeren?
A
Tot je eigen veiligheid in gevaar komt.
B
Tot er professionele hulp komt, die zegt dat zij het over nemen.
C
Totdat je denkt dat het slachtoffer dood is.
D
Tot het slachtoffer weer bij bewustzijn komt.

Slide 85 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer start je met reanimeren
A
Bij bewusteloosheid
B
Bij bewusteloosheid en scheve mondhoek
C
Bij bewusteloosheid en geen ademhaling
D
Bij bewusteloosheid en transpireren

Slide 86 - Quiz

This item has no instructions

Mag Iedereen Reanimeren
A
nee, je moet een cursus hebt gevolgd
B
Nee, alleen zorgverleners
C
Ja, maar een cursus is aanbevolen
D
Ja altijd doen

Slide 87 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste combinatie bij
borstcompressie en beademingen
A
30 compressies 5 beademingen
B
2 beademingen 30 compressies 5 beademingen
C
20 compressies 2 beademingen
D
30 compressies 2 beademingen

Slide 88 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet de

Goed worden uitgevoerd
Kin-lift 

Slide 89 - Open question

This item has no instructions

Ik controleer de ademhaling op de volgende manier:

Kin-lift + ........
Waarom doe ik dit?
Kijken: je kijt of het slachtoffer regelmatig adem haalt en of de borst en buik regelmatig omhoog komt. 
Luisteren: Luister of je ademhaling hoort uit de neus of mond
Voelen:  Je voelt met je wang of je de adem van het slachtoffer voelt. 
A
Kijken en luisteren voor 5 seconde
B
Kijken, luisteren en voelen voor 15 seconde
C
Kijken, luisteren, voelen voor 10 seconde
D
Kijken en luisteren voor 20 seconde

Slide 90 - Quiz

This item has no instructions

reanimeren doe ik door....
A
15 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
B
15 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen
C
30 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
D
30 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen

Slide 91 - Quiz

This item has no instructions

Slide 92 - Video

This item has no instructions

Plaats de elektroden op de juiste plaats

Slide 93 - Drag question

This item has no instructions


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 94 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel procent van de reanimaties zijn vlakbij huis? 
A
70%
B
47%
C
87%
D
bijna 75%

Slide 95 - Quiz

This item has no instructions


Het is belangrijk dat er binnen 6 minuten gestart wordt met reanimeren.  
A
waar
B
niet waar

Slide 96 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel borst compressies moet je geven tussen het beademen door?
A
100x
B
50x
C
30x
D
120x

Slide 97 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel beademingen moet je tussen de borst compressies door geven
A
2x
B
10x
C
5x
D
6x

Slide 98 - Quiz

This item has no instructions




Les 3: Reanimatie 
en stabiele zijligging






Les 3: Reanimatie

Slide 99 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Iedereen een keer oefenen
- Voor beoordeling
-stabiele zijligging

Slide 100 - Slide

This item has no instructions

EHBO - Stabiele Zijligging
Stabiele zijligging

Slide 101 - Slide

This item has no instructions

Wanneer stabiele zijligging
  • Slachtoffer reageert niet, dus bewusteloos
  • Slachtoffer ademt wel

Slide 102 - Slide

This item has no instructions

Waarom stabiele zijligging
Wanneer een slachtoffer bewusteloos is verslappen de spieren in de keelholten waardoor de tong in de keelholte kan zakken en het slachtoffer kan stikken. 
De stabiele zijligging zorgt ervoor dat de luchtweg vrij blijft. Ook kan het slachtoffer in de stabiele zijligging niet stikken in eventueel braaksel.

Slide 103 - Slide

This item has no instructions

Slide 104 - Video

This item has no instructions

Waar let je op
  • benaderen kant gezicht
  • Kinlift - Luisteren, kijken, voelen
  • bril af -> Veiligheid
  • Indien alleen: telefoon bij hoofd slachtoffer
  • Arm over de grond slepen - niet optillen


Slide 105 - Slide

This item has no instructions

1. Aanspreken
2. Schudden
3. Kinlift + ademhalingscontrole 10 sec.
4. 112 bellen 
5. Bril af
6. Arm die het dichtst bij ligt in een rechte hoek (90 graden) 
7. Handrug naar oor, hand in hand (niet meer loslaten)
8. Verste knie omhoog
9. Draaien
10. Hoofd omhoog kantelen
11. Elleboog op de grond
12. Knie rechte hoek (90 graden)
13. Ademhaling controle buik-rug iedere minuut 10 sec. 

Slide 106 - Slide

This item has no instructions

Demonstratie
Stabiele zijligging

Slide 107 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ben je buiten bewustzijn?
A
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt niet.
B
Als je heel erg benauwd bent en niet meer goed kunt praten.
C
Iemand heeft dan een scheve mond, praat verward en heeft een lamme arm
D
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt wel.

Slide 108 - Quiz

This item has no instructions

Bij bewusteloosheid........


Let op meerdere antwoorden goed
A
Is er sprake van diep bewustzijnsverlies
B
Reageert het slachtoffer op aanraken
C
Laat ik het slachtoffer op zijn rug liggen
D
Vallen de reflexen uit

Slide 109 - Quiz

This item has no instructions

Controle ademhaling voer ik op de juiste wijze uit door:
A
kijken, luisteren en voelen
B
aanraken, observeren
C
hand op de mond te leggen
D
kijken of de borstkast omhoog komt

Slide 110 - Quiz

This item has no instructions

Bij bewustzijn
Buiten bewustzijn
Geleidelijk bewustzijn verliezen
Bewusteloos
Het slachtoffer is niet gericht op zijn omgeving, geeft geen antwoord en voelt slap aan.
Ogen open, kijkt je aan, geeft antwoord.
Slachtoffer wordt steeds suffer, eerst aanspreekbaar, later reageert hij niet meer op de omgeving.
Ligt of zit onderuit gezakt, reageert niet op aanspreken of aanschudden.

Slide 111 - Drag question

This item has no instructions

Je legt iemand in de stabiele zijligging als..
A
Iemand zich niet lekker voelt
B
Iemand geen adem meer haalt
C
Iemand buiten bewustzijn is maar ademhaalt
D
Iemand misselijk is

Slide 112 - Quiz

This item has no instructions

Waarom leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
om te voorkomen dat de tong voor de luchtpijp zakt
B
om te voorkomen dat iemands hart stopt
C
dan stopt het hart minder snel met pompen
D
om te zorgen dat iemand warm blijft

Slide 113 - Quiz

This item has no instructions

Deze mevrouw doet de stabiele zijligging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 114 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet een slachtoffer op de grond liggen.
Wat doe je?

Kies de juiste volgorde.
A
Slachtoffer benaderen, in de stabiele zijligging, alarmeren
B
Slachtoffer benaderen SO benaderen Ademhaling controle 112 bellen
C
Slachtoffer benaderen Bewustzijn controle 112 bellen
D
112 bellen Bewustzijn controle Stabiele zijligging

Slide 115 - Quiz

This item has no instructions

Ben je zelf wel een buiten bewustzijn geweest?
Ja, geregeld!
Ja, wel een keer!
Nee, niet dat ik weet!
Nee, gelukkig nog nooit!

Slide 116 - Poll

This item has no instructions




Les 4: Rauwteck 






Les 3: Reanimatie

Slide 117 - Slide

This item has no instructions

Help! EHBO skills voor jou
Gastles door een EHBO'er van het Rode Kruis
EHBO-les van het Rode Kruis met hulp van:
Cindy
Anita
Wouter
Groep
7 en 8

Slide 118 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij EHBO?

Slide 119 - Mind map

This item has no instructions

waarvoor staat EHBO?
A
Eerste hulp bij ongelukken
B
Eerst huilen bij oma
C
Eerste hulp bij omvallingen
D
Eerste hulp bij ongevallen

Slide 120 - Quiz

This item has no instructions

Rautekgreep

Slide 121 - Slide

This item has no instructions

Snelverband

Slide 122 - Slide

This item has no instructions

Zwachtelen van de enkel

Slide 123 - Slide

This item has no instructions

WAT DOE JE EERST?
1
2
3
4

Slide 124 - Drag question

This item has no instructions

112 BELLEN SCRIPT
"Ambulance"
De meldkamer: "Ik zie dat je op dit adres bent: noem adres of plaats, winkel of school. "Klopt dat?". Kan de meldkamer de beller niet zien in hun systeem, vraag dan om het adres.
Vertel precies wat er gebeurd is.
Bevestig: "Ja, dat klopt".
Of noem jouw locatie/adres zo duidelijk mogelijk. 
Vertel wat er is gebeurd en hoe het met het slachtoffer gaat.  
Ben je bij hem? Hoe oud is hij? Is
hij wakker? Ademt hij? Bloed hij erg? Welk lichaamsdeel is gewond? 
Ik stuur nu de ambulance om je te helpen. Blijf aan de lijn en ik zal precies zeggen wat je moet doen.
Antwoord zo duidelijk mogelijk op de vragen van de centralist.
timer
5:00
Hallo. 112 alarmcentrale. Wie wil je spreken? [Antwoord] Blijf aan de lijn. Ik schakel je door naar de juiste meldkamer. 

Slide 125 - Slide

This item has no instructions

Slide 126 - Link

This item has no instructions

Snelverband aanleggen
timer
15:00

Slide 127 - Slide

This item has no instructions

EHBO bij huidwond of bloeding

Slide 128 - Slide

This item has no instructions

Controleer de ademhaling
Controleer continu of de ademhaling normaal blijft. 
Zorg voor beschutting van het slachtoffer. Bij regen of kou, leg je een deken, jas of sjaal over het slachtoffer heen. Bij warm weer zorg je voor schaduw. 
Stopt de ademhaling? Draai dan het slachtoffer op de rug en start reanimatie. Zorg dat er iemand in de buurt is die kan reanimeren. De ambulance is al onderweg, blijf doorgaan tot de hulpverleners er zijn. 

Slide 129 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00
Stabiele zijligging

Slide 130 - Slide

This item has no instructions

Slide 131 - Video

This item has no instructions

Rautekgreep
timer
15:00

Slide 132 - Slide

This item has no instructions

EHBO bij gebroken botten en verstuiking 

Slide 133 - Slide

This item has no instructions

Wat zou hier aan de hand kunnen zijn?
A
Gebroken been
B
Enkel verstuikt
C
Verdraaide knie
D
Hersenschudding

Slide 134 - Quiz

This item has no instructions

Koelen 
timer
10:00

Slide 135 - Slide

This item has no instructions

Been ondersteunen
timer
5:00

Slide 136 - Slide

This item has no instructions

EHBO bij een bloedneus

Slide 137 - Slide

This item has no instructions

Knijp in je neus

Slide 138 - Slide

This item has no instructions

Slide 139 - Slide

This item has no instructions