H2.4 - Bevruchting en zwangerschap

H2.4 - Bevruchting en zwangerschap
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2.4 - Bevruchting en zwangerschap

Slide 1 - Slide

Planning
  • terugblik : 5 min
  • instructie : 10 min
  • Opdrachten maken: 15 min
  • evalueren/ vooruitblik 5 min
  • Les afsluiten 

Slide 2 - Slide

Stellingen: Waar of niet waar

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting;
  • De verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen;
  • De embryonale ontwikkeling beschrijven;
  • Beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

Slide 4 - Slide

Bevruchting van een eicel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Bevruchte eicel die zich deelt

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bevruchting
Belangrijke woorden
Bevruchting: het samensmelten van de kernen van de eicel en de zaadcel
Innesteling: het klompje cellen nestelt zich in het baarmoederslijmvlies
Embryo: naam voor het ingenestelde klompje eicellen tijdens de eerste acht weken
Foetus: naam voor het embryo vanaf de tweede maand 

Slide 11 - Slide

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Navelstreng
De baby is met de moeder verbonden via de navelstreng.
De navelstreng gaat naar de placenta/ moederkoek. 

Door de navelstreng lopen 3 bloedvaten. Een navelstrengader en 2 navelstrengslagaders. 

Slide 14 - Slide

Navelstreng
Door de navelstreng lopen drie bloedvaten:
1 navelstrengader 
en 2 navelstrengslagaders,

Via de navelstrengader gaan alle stoffen die het embryo nodig heeft van de moeder, zoals voedingsstoffen en zuurstof.

Via de navelstrengslagaders gaan afvalstoffen, zoals koolstofdioxide, van het kindje naar de moeder.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Zwangerschap
Belangrijke woorden
Placenta: zorgt voor uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen
en bestaat uit weefsel van de moeder en van het embryo
Navelstreng: verbinding tussen placenta en baby
Vruchtwater: beschermt tegen uitdroging, stoten en temperatuurwisselingen
Vruchtvliezen: soort zak met daar in het vruchtwater en het embryo 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

eeneiige tweeling

Slide 19 - Slide

twee-eiige tweeling 

Slide 20 - Slide

Tweelingen
Belangrijke woorden
Twee-eiige tweeling: ontstaan uit twee eicellen en twee zaadcellen
Eeneiige tweeling: ontstaan uit één eicel en één zaadcel

Slide 21 - Slide

Opdrachten maken
Blz 98 t/m 103: lesstof doorlezen
Blz 104: opdr. 1 t/m 7
Niet af? Dit is het Huiswerk voor de volgende les

Slide 22 - Slide

Evalueren van de les

Slide 23 - Slide

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd
Stel een vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Basisstof 2.4: alle opdrachten afmaken
t/m 7

Slide 25 - Slide

Opruimen

Slide 26 - Slide