HV2B Tekstsoort, en tekstdoel les 1 18/11

Welkom
-Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je boekopdracht op de rand van je tafel.
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lezen uit je nieuwe leesboek!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
-Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je boekopdracht op de rand van je tafel.
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lezen uit je nieuwe leesboek!

Slide 1 - Slide

Tekstsoort en tekstdoel 
Blz. 44-49 van je handboek

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat de tekstsoort en het tekstdoel van een tekst inhouden.
- Je herkent de tekstsoort en het tekstdoel van een tekst en kan hierdoor een tekst beter begrijpen.
- Je kunt uitleggen waarover een tekst gaat met behulp van het tekstdoel.

 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Verkennende opdracht + klassikaal nabespreken 6'
  • Instructie 5'
  • Aan de slag met opdrachten  12'

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Wat? Maak opdracht 1 op bladzijde 10 van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig en stil 
Tijd? 3 minuten 
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees alvast de theorie op bladzijde 44 - 49 van het handboek.

Na drie minuten bespreken we de opdracht. 
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Tekstsoorten 
Er zijn drie soorten teksten:
  • Verhalende teksten 
  • Informerende teksten
  • Waarderende teksten 

Slide 6 - Slide

Tekstsoorten 
Verhalende teksten:
  • De schrijver wil je met zijn verhaal vermaken of tot nadenken aanzetten. 
  • Gevoel en emoties spelen een belangrijke rol. 
  • Fantasie en fictie is mogelijk.

Wat zijn voorbeelden van verhalende teksten?
  • Roman, sprookje, sciencefiction, strip, gedicht, liedje.

Slide 7 - Slide

Tekstsoorten 
Informerende teksten:
  • Het gaat hierbij om feiten, wat echt gebeurd is. 
  • Belangrijkste doel is om de lezer betrouwbare informatie te geven. 

Wat zijn voorbeelden van informerende teksten?
  • Krantenbericht, schoolboek, werkstuk, gebruiksaanwijzing, uitnodiging, recept.

Slide 8 - Slide

Tekstsoorten 
Waarderende teksten:
  • Schrijver probeert vragen als 'Wat vind ik ervan?' of 'Wat kan je daarover denken?' te beantwoorden. 
  • Belangrijkste doel is om een oordeel te geven. 

Wat zijn voorbeelden van waarderende teksten?
  • Boekrecensie, protest, discussie.

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen
Een auteur wil iets bereiken bij zijn lezer. Elke tekst heeft dus een tekstdoel. 

Bij elke tekstsoort en bijbehorende tekstdoel passen verschillende tekstvormen
Tekstvormen zitten niet altijd vast aan een tekstdoel. 
  • Een krantenartikel kan een verslag zijn van een nieuwsgebeurtenis (informerend), maar kan ook een betoog bevatten over een actueel onderwerp (waarderend). 

Slide 10 - Slide

Schema blz. 46 van je handboek
Doel
Tekstvorm 
Verhalende tekstsoorten
Vertelling 
delen van persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen
gesprek, dagboek, persoonlijk verslag, blog 
Verhaal 
vermaken of tot nadenken aanzetten door een verhaal te vertellen
kort verhaal, fabel, mop, roman sprookje stripverhaal, filmscenario 

Slide 11 - Slide

Doel
Tekstvorm 
Informerende tekstsoorten
verslag
een zaak of verschijnen beschrijven en orderenen
werkstuk, verslag van proefje, onderzoeksverslag, logboek  
procedure 
instructie geven en beschrijven hoe je iets moet doen
gebruiksaanwijzing, recept, routebeschrijving, reglement
verklaring / uiteenzetting 
een verschijnsel of gebeurtenis verklaren en uitleggen
lesboek, nieuwsbericht, historisch boek, werkstuk
oproep / verzoek 
activeren; andere motiveren of verzoeken om iets te doen 
aankondiging, advertentie, reclametekst, sollicitatie, uitnodiging

Slide 12 - Slide

Doel
Tekstvorm 
Waarderende tekstsoorten
Betoog
overtuigen door een standpunt met argumenten te onderbouwen
ingezonden brief, klachtenbrief, protestbrief 
Recensie 
evalueren van een boek, film, toneelstuk, muziekstuk, product, service, et cetera 
blog, review, krantenartikel 
Beschouwing 
een onderwerp vanuit een of meer gezichtspunten bekijken 
column, discussie, essay 

Slide 13 - Slide

De opdrachten
Wat? Opdracht 2,3 en 4 op bladzijde 10  van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig 
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 21/11)
Vragen? Steek je hand op. 
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk. 

Gebruik bladzijde 44 - 49 van je handboek 

Slide 14 - Slide

Huiswerk donderdag 21/11 5e uur
- Voor donderdag 21/11 moet opdracht 2,3 en 4 op bladzijde 10 van je oefenboek af zijn. Volgende les gaan we verder met onderwerp en hoofdgedachte.
- Lees bladzijde 44 - 49 van je handboek. 
- Neem je leesboek mee.
- Schrijf dit op in je agenda. 

Slide 15 - Slide