Weet wat je leest

Weet wat je leest!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Weet wat je leest!

Slide 1 - Slide

DOEL

De betrouwbaarheid van een tekst beoordelen



Slide 2 - Slide

Wat betekent volgens jou betrouwbaarheid?

Slide 3 - Slide

Weet wat je leest
Via kranten, tijdschriften en vooral internet kun je snel en makkelijk informatie vinden. Het is belangrijk om te weten of alles wat je leest ook echt waar is.

Slide 4 - Slide

Waar komt de tekst vandaan?
Als je een tekst leest, kijk dan eerst waar de tekst vandaan komt (de bron). Dat kan een krant, tijdschrift of website zijn. Een tekst op een serieuze nieuwssite is vaak betrouwbaarder dan een tekst op bijvoorbeeld Facebook.
Kijk ook wanneer de tekst geschreven is. Een oude tekst is niet betrouwbaar.

Slide 5 - Slide

Wat is het doel van de tekst?
Let ook op het doel van de tekst. Een schrijver die iets wil verkopen, kun je niet altijd geloven. Hij zal dan alleen de goede dingen vertellen en niet de minder goede.

Slide 6 - Slide

Schrijver

- Beoordeel of de schrijver deskundig is.

- Een schrijver is deskundig als hij/zij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept.

Slide 7 - Slide

Betrouwbaarheid van een tekst
  • Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
  • Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten. 

Slide 8 - Slide

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 9 - Slide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 10 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'Twilight' een spannende film.
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om mijn ouders aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Een tekst met als titel "Red Bull is goed voor je". Geschreven door de directeur van Red Bull. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 16 - Quiz

Een tekst over een griepepidemie geschreven door een arts. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 17 - Quiz

Een tekst over betalen met een pinpas geschreven in 1999. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 18 - Quiz

Welke bronnen zijn betrouwbaar? Zet de bronnen in de juiste categorie.
Niet betrouwbaar
Betrouwbaar
Soms betrouwbaar, soms niet
www.broodjeaap.nl
NRC (een krant)
een tekst op Facebook
Quest (tijdschrift)
www.nos.nl
Privé (tijdschrift)

Slide 19 - Drag question

Je wil een nieuwe telefoon kopen, maar je twijfelt tussen een Samsung en een iPhone. Waar vind je betrouwbare informatie en waar niet?
BETROUWBAAR
NIET BETROUWBAAR

Slide 20 - Drag question

Je wil weten of het coronavaccin veilig is. Wie biedt betrouwbare informatie hierover?
BETROUWBAAR
NIET BETROUWBAAR

Slide 21 - Drag question

Welke informatiebronnen vind jij meer en minder betrouwbaar?
Betrouwbaar
Minder betrouwbaar

Slide 22 - Drag question

Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.
Daarom moet je een tekst                      lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op de                    , de                     en het                     van de tekst.
bron
schrijver
kritisch
doel
titel
lettertype

Slide 23 - Drag question

Zelfstandig werken
Ga naar Nieuw Nederlands online;
Klik op H5;
Klik aan de rechterkant op Extra opdrachten;
Maak Lezen.

Slide 24 - Slide