4.2 Wat kost productie?

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 4.1 blz. 110 (huiswerk controle)
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik bemoei me niet met een ander
  • Ik doe wat er gevraagd wordt van de docent
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 4.1 blz. 110 (huiswerk controle)
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik bemoei me niet met een ander
  • Ik doe wat er gevraagd wordt van de docent
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen

Slide 1 - Slide

4.2 Wat kost productie?
H1 Economie is meer dan geld

Slide 2 - Slide

Wat weten we nog/al?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 4.1
  • Je kunt uitleggen wat produceren is en wat productiefasen zijn.
  • Je kunt uitleggen wat een bedrijfskolom is en hoe bedrijven waarde toevoegen.
  • Je kunt uitleggen wat productiefactoren zijn en de drie productiefactoren noemen.
  • Je kunt de kostprijs per product berekenen.

Slide 4 - Slide

Begrippen paragraaf 4.1
  • Bedrijfskolom
  • Kostprijs per product
  • Produceren
  • Productiefactoren
  • Productiefasen
  • Toegevoegde waarde 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 4.2
  • Je kunt vier voorbeelden van milieuschade geven.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten
  • Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat duurzaam produceren is.
  • Je kunt uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie. 

Slide 6 - Slide

Milieuschade
De negatieve gevolgen van ons gedrag voor het milieu noem je milieuschade. Mensen veroorzaken milieuschade door:
  • Vervuiling van lucht, water en bodem
  • Energieverbuik
  • Verbruik van grondstoffen
  • Afval

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Maatschappelijke kosten
  • Bedrijven maken kosten zoals huur, loon, energie, etc. Al dit soort kosten noem je bedrijfskosten.
  • Bedrijven die milieuschade veroorzaken, moeten dat zelf oplossen en de kosten ervan zelf betalen.
  • Dat heeft de overheid bepaald in regels en wetten. 
  • Zulke milieuregels zijn er voor consumenten en bedrijven.
  • Als de vervuiler niet bekend is, betalen we met ons allen de vervuiling. Als de samenleving meebetaalt aan zulke kosten, noem je dat maatschappelijke kosten.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Duurzaam produceren
  • We gebruiken steeds meer energie waardoor de voorraden aardolie, aardgas en steenkool raken langzaam op.
  • Slimme oplossingen brengen ons energieverbruik omlaag.
  • Zoals plaatsing van zonnepanelen of isoleren van huizen.
  • Ook bedrijven gaan steeds vaker duurzaam produceren.
  • Dat betekent dat ze produceren zonder schade voor mensen en milieu.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Recycling
Door je afval te scheiden kan je een bijdrage leveren aan duurzaam produceren.
Van veel afval kunnen nieuwe materialen gemaakt worden.
Dat noem je recycling. Door recycling kunnen bedrijven duurzamer produceren. Dat pas bij een kringloopeconomie.
Voordelen hiervan zijn:
  • Er hoeven minder grondstoffen uit de natuur gehaald te worden
  • Er is minder afval dat verbrand moet worden.
Recycling is een voorbeeld van duurzaam produceren

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Begrippen paragraaf 4.2 
  • Bedrijfskosten
  • Duurzaam produceren
  • Kringloopeconomie
  • Maatschappelijke kosten
  • Milieuschade
  • Recycling 

Slide 15 - Slide

Je kunt nu
  • Je kunt vier voorbeelden van milieuschade geven.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten
  • Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat duurzaam produceren is.
  • Je kunt uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie. 

Slide 16 - Slide

Aan het werk!
Klassikaal gemaakte opdrachten: 1, 3, 7 en 12
Nog te maken opdrachten 4.2: 4, 6 en 8(omcirkelen)

Opdrachten laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Nagekeken werk laten controleren bij de docent, bij goedkeuring:
  • Maken plusopdrachten Hoofdstuk 4
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 17 - Slide