Weer, klimaat en klimaatzones groep 8 lessenserie

Wat is het verschil tussen....?
De klimaatzone:
De klimaatzone is een (groot) gebied met ongeveer hetzelfde klimaat.
Het klimaat:
Het klimaat is het gemiddelde van het weer in een groot gebied over een periode van tenminste 30 jaar
Het weer:

Het weer is de temperatuur, wind en neerslag op een bepaald moment. 
Dit kan elk uur weer een beetje anders zijn.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is het verschil tussen....?
De klimaatzone:
De klimaatzone is een (groot) gebied met ongeveer hetzelfde klimaat.
Het klimaat:
Het klimaat is het gemiddelde van het weer in een groot gebied over een periode van tenminste 30 jaar
Het weer:

Het weer is de temperatuur, wind en neerslag op een bepaald moment. 
Dit kan elk uur weer een beetje anders zijn.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

factoren die van invloed zijn op het weer en het klimaat (temperatuur)


Deze factoren bepalen samen het type klimaat dat ergens heerst

- de breedteligging (de invalshoek van de zonnestralen).

- hoogteligging (denk aan de bergen).

- de afstand tot zee (matigende invloed).

-de aanvoer van zee- en luchtstromen.  

Slide 3 - Slide

Hoogteligging 
  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1 km -6 °C kouder
  • De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Onthouden: naaldbomen kunnen beter tegen de kou, je vindt de zone met naaldbomen daarom op grotere hoogte dan de zone met loofbomen.

Slide 4 - Slide

Aanwezigheid van bergen
  • Ze vormen een scheiding tussen warme en koude lucht.
  • Wind kan tegengehouden worden door een gebergte.
Wanneer de wind tegen een berg aankomt, moet de lucht als het ware omhoog de berg op. Tijdens die klim wordt de lucht steeds kouder. Koude lucht kan minder water vasthouden dan warme lucht, dus de wolken laten een groot deel van hun regen vallen aan de kant van de berg waar de wind vandaan komt. Dit heet de loefzijde.
Aan de andere kant van de berg, de lijzijde, komt die lucht dan aan zonder zoveel water. Daardoor is het vaak droger aan die kant van de berg, want de regen is al aan de andere kant gevallen.


loefzijde: natter 
lijzijde: droger

 

Slide 5 - Slide

afstand tot zee
De afstand tot zee heeft ook invloed op de wind: Het zeewater warmt veel langzamer op dan land, en koelt ook minder snel weer af. Daarom hebben de landen die dicht bij zee liggen een gematigd klimaat. In de winter warmt de zeewind het koude land wat op, en in de zomer koelt de zeewind het door de zon opgewarmde land af.  

Slide 6 - Slide




zomer:
land/zand-> warmt snel op
zee: koel, dus wind boven zee ook koel. 
In de zomer is het dus aan de kust koeler en landinwaarts warmer.





winter: 
land/zand-> koud
zee: warm, zee koelt langzaam af. Wind boven zee ook warmer. 
In de winter is het dus aan de kust warmer en landinwaarts koeler
Invloed van de afstand van de zee

Slide 7 - Slide

Wat zie je?

Slide 8 - Slide

Welke kleur hoort bij welke zone?
Poolklimaat          Woestijn klimaat
Zeeklimaat            Tropisch klimaat
Landklimaat
Zoek in de atlas een kaart die je kan helpen met het ontcijferen!

Slide 9 - Slide

Tropisch klimaat
Woestijn klimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Poolklimaat

Slide 10 - Slide

De gematigde klimaten
Landklimaat - relatief warme zomers en koude winters. Grotere temperatuurverschillen.
Loof- en dennenbomen, seizoenen

Zeeklimaat - relatief koele zomers en zachte winters.
loofbomen en seizoenen

Slide 11 - Slide

De warme klimaten | nat
Tropisch (regenwoud) klimaat - warm en heel veel neerslag, veel soorten planten, bomen, struiken en dieren.

geen seizoenen, altijd zomer

Slide 12 - Slide

De warme klimaten | droog
Woestijnklimaat - heel droog en warm, bijna geen planten en dieren. geen seizoenen.

Cactussen: planten goed beschermd tegen dieren door stekels. Houden goed water vast door dikke 'bladeren'.


Slide 13 - Slide

De koude klimaten | droog
poolklimaat - heel droog en koud.
Neerslag in de vorm van sneeuw. Bijna geen planten en dieren. geen seizoenen.

Mossen: planten goed bestand tegen de kou, alleen even zichtbaar in de lente/zomer.


Slide 14 - Slide