Arm en rijk herhaling

1 / 42
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de wereld in drie groepen landen verdelen als je kijkt naar de welvaart.
  • Je kunt het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid uitleggen.
  • Je kunt de beroepsbevolking verdelen en bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke onderwerpen vind je lastig?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Vraag 1: Welke 2 begrippen passen bij deze foto?
……… ……… en …………………


timer
0:30

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Vraag 2: Welke begrippen
passen bij deze foto?

timer
0:30

Slide 9 - Open question

hoe meer mensen in dienstsector, 
hoe meer .....
hoe meer mensen in de landbouw, hoe .....

Slide 10 - Slide

Vraag 3: Welk begrip hoort erbij?
Rijkdom van een land gemeten op basis van geld in BBP/hoofd.
timer
0:30

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vraag 4: Bij welk begrip horen de volgende kenmerken?

-Levensverwachting, gezondheidszorg, koopkracht, alfabetiseringsgraad.
timer
0:30

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vraag 5: Wat moet er op de … staan?
Hoe rijker een land, hoe meer mensen in de ……. sector werken.
timer
0:30

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Vraag 6: Verschillen tussen arme en rijke
gebieden binnen een land noemen we
.................... ............................... .
timer
0:30

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Vraag 7: Welk begrip hoort op de … te staan.
De sociale ongelijkheid is vooral in ………………landen
heel groot.
timer
0:30

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Vraag 8: Een land met grote primaire sector noemen we .....................land.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Vraag 8: Kleding wordt voornamelijk geproduceert in ....…....landen, omdat hier de lonen lager liggen.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Vraag 9: De …………. zijn grote bedrijven die in veel landen fabrieken en kantoren hebben.
timer
0:30

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Vraag 10: De …………. van Nederland is positief, doordat we voor meer geld exporteren, dan importeren.
timer
0:30

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Vraag 11: …...……-...……… is een grote mainport in Nederland.
timer
0:30

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Vraag 12: In ........................ sector werken de meeste mensen in Nederland.
timer
0:30

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Welk begrip zoeken we?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Huiswerk
KT
Herhaling wereld

Maken werkboek blz.98
Opdracht Herhaling 4.1 a,b


timer
20:00

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Evaluatie
Ik snap niet waar het over gaat (vuist)
Ik heb meer uitleg nodig (1 vinger)
Ik heb een aantal vragen (2 vingers)
Ik twijfel nog één beetje hoe het werkt (3 vingers)
Ik weet het, ik wil er graag mee aan de slag (4 vingers)
ík kan het iedereen uitleggen (5 vingers)

Slide 41 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de wereld in drie groepen landen verdelen als je kijkt naar de welvaart.
  • Je kunt het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid uitleggen.
  • Je kunt de beroepsbevolking verdelen en bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 42 - Slide