Le mercredi 8 mars (A2f-s10)

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen van komende twee lessen: 
Ik bereid me goed voor voor de toetsweek (Unité 3 en 4).

  • woorden van de apprendre leren en oefenen met wrts of quizlet, lessonups, opdrachten uit het boek en de diagnostische toetsen online.
  • grammatica leren en oefenen met de lessonups, opdrachten uit het boek, verbuga.eu en de diagnostische toetsen online.

Slide 2 - Slide

Toetsstof
Unité 3 (apprendre light):
  • apprendre 1-2-3-5-8

Unité 4:
  • apprendre 3 en 5

Slide 3 - Slide

Aujourd´hui
Unité 3 (apprendre light)
  • Woorden van apprendre 1-2-8 oefenen met wrts, quizlet of andere tool.
  • Grammatica van apprendre 3 en 5 oefenen met de diagnostische toets grammatica online.

Mais d'abord, theorievragen over de grammatica apprendre 3 en 5

Slide 4 - Slide

Wat betekent het werkwoord zetten in het Frans?

Slide 5 - Open question

...en aantrekken in het Frans?

Slide 6 - Open question

...en neerleggen in het Frans?

Slide 7 - Open question

Bij welke vorm(en) krijgt het werkwoord mettre in de présent tijd een dubbele T? Bij..
A
il, nous, vous
B
je, tu, il
C
nous, vous , ils
D
nous, vous, elles

Slide 8 - Quiz

Dit zijn de uitgangen van het werkwoord mettre in de présent tijd?
s-t-t-ons-ez-ent
A
faux
B
vrai

Slide 9 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord mettre in de passé composé tijd?
A
mit
B
mis
C
met
D
mettré

Slide 10 - Quiz

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord is meestal ...........het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 11 - Quiz

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan altijd voor het zelfstandig naamwoord?

A
beau
B
blanc
C
joli
D
nouveau

Slide 12 - Quiz

Noem een ander bijvoeglijk naamwoord die voor het zelfstandig naamwoord staat.

Slide 13 - Open question

Wat is de vrouwelijke vorm van:
vieux?

Slide 14 - Open question

Wat is de vrouwelijke vorm van:
gros?

Slide 15 - Open question

Wat is de vrouwelijke meervoud vorm van:
long?

Slide 16 - Open question

Wat is de mannelijke meervoud vorm van de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op AL?

Slide 17 - Open question

Wat is de vrouwelijke vorm van de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op IF?

Slide 18 - Open question

Als een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud begint met een klinker of h wordt beau ==>

Slide 19 - Open question

Volgende les
Unité 4

  • Theorievragen over apprendre 3 en 5.
  • Grammatica van apprendre 3 en 5 oefenen met de diagnostische toets online: test grammatica.

Slide 20 - Slide

LES DEVOIRS
Leren en oefenen voor de toets!


Slide 21 - Slide