productzorg periode1tot3

Product zorg periode 1 en 2
Wat weet je er al van?
1 / 25
next
Slide 1: Open question
productzorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Product zorg periode 1 en 2
Wat weet je er al van?

Slide 1 - Open question

Hoe kan je een homogeen poedermengsel krijgen?

Slide 2 - Open question

Wat vind je in het FNA?
A
veiligheidsmaatregelen
B
doseringen
C
bereidingsvoorschriften
D
wetten

Slide 3 - Quiz

Wat betekent de afkorting KNMP

Slide 4 - Open question

Wat betekent de NAN en wat houdt het in?

Slide 5 - Open question

Wat is de afkorting voor bedrijfsfondsapotheken ?
A
BA
B
SBA
C
BSA
D
BAS

Slide 6 - Quiz

Welke hulpstof gebruik je in een capsule om de stromingseigenschappen te verbeteren

Slide 7 - Open question

welke vulstof gebruik je in capsules?

Slide 8 - Open question

Waarin kan je zoeken welke beschermingsmaatregelen nodig zijn en hoe gevaarlijk stoffen zijn bij bereiden

Slide 9 - Open question

Op welke manieren kan je in contact komen met gevaarlijke stoffen (4)

Slide 10 - Open question

Noem minimaal 3 beschermingsmaatregelen die je kan doen om jezelf te beschermen bij bereiden

Slide 11 - Open question

Welke maatregelen zijn er in het lokaal om veilig te bereiden?

Slide 12 - Open question

Waarvoor gebruik je een protocol?

Slide 13 - Open question

Hoe kan je zo veilig mogelijk bereiden en het milieu beschermen?
A
FNA en KNMP raadplegen
B
pbm en afscherming en bron en ventilatie
C
ventilatiemaatregelen
D
in LNA procedures te kijken

Slide 14 - Quiz

Noem minimaal 4 utensiliën die je nodig hebt om te bereiden

Slide 15 - Open question

Wat is kalibreren
A
wegen op de balans
B
gewicht verpakking uitschakelen
C
meten op volume en balans op gewicht controleren
D
balans waterpas zetten

Slide 16 - Quiz

zeg in kleine stappen wat tarreren is

Slide 17 - Open question

Welk gewicht mag je wegen op de milligrambalans minimaal?
A
0,5000
B
0,0500
C
500 mg
D
1 gram

Slide 18 - Quiz

Wat mag je minimaal wegen op een grambalans?
(nooit meer vergeten)
A
1 gram
B
0,050
C
500 mg
D
10 gram

Slide 19 - Quiz

Hoe verwerk je een vloeistof van minder dan 1 gram?

Slide 20 - Open question

Wat is nauwkeuriger
wegen of meten ?
A
Meten want dat zie je goed
B
wegen want je doet het ongeveer
C
meten je kijkt op ooghoogte
D
wegen dat kan je precies aflezen

Slide 21 - Quiz

Hoe bepaal je een druppelgewicht?

Slide 22 - Open question

Wat is Rifas? en waarvoor gebruik je het ?

Slide 23 - Open question

wat betekent de afkorting CMR?
code voor gevaarlijke stoffen

Slide 24 - Open question

Welke vormen grondstoffen bestaan er?
voorbeeld water is vloeibaar
wat is dan bv creme en suiker?

Slide 25 - Open question