H6.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H6.2

Tot 9:50 uur bladzijdes 164+165 maken.

Daarna quiz over de lesstof.

Nummer 1 krijgt minder opdrachten.

De inkoopprijs is?

1. Wat een consument betaald
2. Wat een bedrijf betaald

De brutowinst is 20% van de inkoopprijs. De inkoopprijs is € 100. Hoeveel € is de verkoopprijs?

1. 20 euro
2. 80 euro
3. 100 euro
4. 120 euro

De brutowinst is 20% van de inkoopprijs. De verkoopprijs is € 48,-.
Hoe hoog was de inkoopprijs?

1. € 38,40
2. € 40,-

De inkoopprijs van een broek is €19,50.
De brutowinstmarge is 80% van de inkoopprijs.
Wat is de brutowinstmarge?

1. 0,08 x 19,50
2. 0,8 x 19,50
3. 8 x 19,50

De brutowinst is 20% van de inkoopprijs. De inkoopprijs is € 100. Hoeveel € is de brutowinst?

1. 20 euro
2. 80 euro
3. 100 euro
4. 120 euro

De brutowinst is 50% van de inkoopprijs. De inkoopprijs is € 100. Hoe groot is de verkoopprijs?

1. € 50
2. € 100
3. € 150
4. € 200

Wat is de consumentenprijs?

1. verkoopprijs zonder btw
2. verkoopprijs
3. verkoopprijs met btw
4. inkoopprijs

Wie betaalt de consumentenprijs?

1. klanten
2. winkelier
3. fabrikant
4. niemand...

De Verkoopprijs is € 5,00.
De consumentenprijs is dan ...
BTW 21%

1. € 5,00
2. € 6,05
3. € 5,45
4. Antwoord B of C kan allebei.

De consumentenprijs voor een computer is € 2.149,-
Wat is de verkoopprijs (btw 21%)

1. € 1.467,-
2. € 1.675,47
3. € 1.775,07
4. € 1.776,03

De consumenten prijs is €67 (incl. BTW), de BTW is 21%. Wat is de prijs zonder BTW?

1. €52,93
2. €55,37

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...

1. belasting over de toenemende waarde
2. belasting tegen waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting over de toegevoegde waarde

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

De consumentenprijs is € 25,86. BTW is 21% BTW. Wat is het BTW bedrag?

1. € 4,49
2. € 5,43
3. € 4,75