Aangeboren eigenschappen: zijn eigenschappen als kunnen spreken (niet gelijk de taal), denken, zien of horen. Ook karaktereigenschappen als driftig, moedig of verlegen, talenten of bijvoorbeeld ADHD zijn aangeboren eigenschappen.
Aangeleerde eigenschappen: eigenschappen die je kunt leren: een taal, naar de wc gaan, veters strikken, iemand groeten, piano spelen, zingen etc. Welke eigenschappen aangeleerd worden, verschilt per opvoeding. Waar je goed in bent is afhankelijk van de omgeving waarin je opgroeit.