H2: Socialisatie

Socialisatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Socialisatie

Slide 1 - Slide

Planning
Vandaag: 

Een quiz
Meld je alvast aan! 

Uitleg (15 min) 

Filmpje (3 min) 

Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Slide

Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.

Je ......... is vooral aangeleerd

Welk woord of welke woorden, kan je hier invullen?
A
Technisch inzicht
B
Muzieksmaak
C
Taalgevoel
D
Voetbaltalent

Slide 3 - Quiz


Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren spreken.
Dit komt omdat:
A
Taal een aangeboren eigenschap is
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Duits of Arabisch
C
Ze zijn niet opgevoed met de Nederlandse taal
D
Je een taal vooral onbewust aanleert

Slide 4 - Quiz



Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het warm
B
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
C
Een baby huilt omdat het honger heeft.
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.

Slide 5 - Quiz



Cultuur is?
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 6 - Quiz

Aangeboren / Aangeleerd

Aangeboren eigenschappen: zijn eigenschappen als kunnen spreken (niet gelijk de taal), denken, zien of horen. Ook karaktereigenschappen als driftig, moedig of verlegen,  talenten of bijvoorbeeld ADHD  zijn  aangeboren eigenschappen. 

Aangeleerde eigenschappen: eigenschappen die je kunt leren: een taal, naar de wc gaan, veters strikken, iemand groeten, piano spelen, zingen etc. Welke eigenschappen aangeleerd worden, verschilt per opvoeding. Waar je goed in bent is afhankelijk van de omgeving waarin je opgroeit. 

Slide 7 - Slide

Omgeving en cultuur


Je leert van je directe omgeving (ouders, vrienden en school). Maar je leert ook alle regels en gebruiken van maatschappij waar je bij hoort. 

Je gaat je gedragen naar deze cultuur

Slide 8 - Slide

Cultuur
Alle normen, waarden en gewoonten die mensen samen in een bepaalde 
groep of samenleving met elkaar delen. 

Slide 9 - Slide

Socialisatie 

Het bewust of onbewust aanleren van de normen, waarden en gewoonten
die bij jouw groep of samenleving horen heet socialisatie. Op die manier
leren we wat fatsoenlijk is en wat geschreven en ongeschreven regels zijn. 

De mensen die je helpen om sociaal te worden, zijn socialisators
ouders, vrienden, sportclubs, media etc. 



Slide 10 - Slide

Het socialisatieproces
Het socialisatieproces is een herhalend proces waarin je gewenst gedrag wordt 
aangeleerd, totdat het gedrag vanzelfsprekend wordt. Vooral in je jonge jaren is dit proces heel belangrijk, hoe ouder je bent - hoe moeilijker veranderen wordt. 


Drie manieren om te leren zijn: 
  1.  Imitatie: kinderen imiteren volwassenen of anderen
  2.  Identificatie: kinderen willen zich graag vergelijken met iemand die ouders is. Denk bijvoorbeeld aan kinderen die vader en moedertje spelen. 
  3. Sanctie: kinderen leren door belonen en straffen.

Slide 11 - Slide

Internalisatie 

Wanneer we iets verkeerds doen, volgt er een sanctie: ouders worden boos of de politie geeft een boete. Dit fenomeen noemen we sociale controle
jouw omgeving corrigeert jou, omdat die ander gedrag willen zien!


Als het corrigeren geholpen heeft en je goed gedrag laat zien, noemen we dit internalisatie. Dit is het automatisch gedragen zoals er van je wordt verwacht. 
(eten met mes en vork, niet boeren in het openbaar)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video



Socialisatie betekent dat mensen:
A
Kenmerken van een groep aanleren
B
Allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
Verschillende culturen leren kennen
D
Alle aangeboren eigenschappen afleren

Slide 14 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken, waarden, normen en gewoonte

2. Socialisatie gaat bewust en onbewust.
A
1 is juist , 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 15 - Quiz



Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?
A
Vanaf 18 jaar, want dan ben je meerderjarig
B
Vanaf vier jaar, want dan ga je naar school.
C
Vanaf de geboorte
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat.

Slide 16 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten.

2. Socialisatie en cultuur staan los van elkaar.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 17 - Quiz



Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag.

Welke is het belangrijkst voor kleine kinderen?
A
Het geloof
B
De school
C
Het gezin
D
De media

Slide 18 - Quiz

Zelfstandig werken! 

Slide 19 - Slide