herhalen 2.1 t/m 2.5

• Aardrijkskunde
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Herhalen hoofdstuk 2.1 t/m 2.5

2.1

• Je weet dat er grote verschillen zijn in het weer in Nederland.
  
• Je weet dat het moeilijk is om het weer voor een bepaalde plaats nauwkeurig te voorspellen.
  
• Je weet welke gevolgen noodweer kan hebben.

2.2

• Je weet hoe dag en nacht ontstaan.
  
• Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.
  
• Je weet hoe de seizoenen ontstaan.
  
• Je kent het verschil tussen weer en klimaat.

2.3

• Je weet welke invloed hoogte, wind, zee en zeestromen hebben op de temperatuur.

2.4

• Je weet hoe neerslag ontstaat.
  
• Je weet hoe stijgingsneerslag ontstaat.
  
• Je weet hoe stuwingsneerslag ontstaat.

2.5

• Je kunt bepalen hoe gevaarlijk het weer in Nederland is.
  
• Je kunt een aantal gevaarlijke weersverschijnselen in Nederland noemen.
  
• Je kunt uitleggen wat jij het gevaarlijkste weersverschijnsel vindt.

Opdracht:

Bedenk per paragraaf 2 toetsen vragen