examentraining niv2.1

Bij welk lasproces is de elektrode geen toevoegmateriaal?
A
Lassen met beklede elektrode
B
Onderpoeder lassen
C
TIG lassen
D
MIG lassen
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
LassenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bij welk lasproces is de elektrode geen toevoegmateriaal?
A
Lassen met beklede elektrode
B
Onderpoeder lassen
C
TIG lassen
D
MIG lassen

Slide 1 - Quiz

Wat gebeurt er als je de laskabels langer maakt?
A
De spanning neemt toe
B
De stroomsterkte neemt toe
C
Het vermogen neemt toe
D
De weerstand neemt toe

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je het lasonderzoek waarbij het werkstuk niet wordt beschadigd?
A
Niet-destructief onderzoek
B
Destructief onderzoek
C
Trekproef
D
Buigproef

Slide 3 - Quiz

Waardoor zal de hoekverdraaiing van een V-naad groter worden?
A
Door meer lasnaden te leggen
B
Door minder laslagen te leggen
C
Door langzamer te lassen
D
Door de lasnaad in 1 keer vol te lassen

Slide 4 - Quiz

Welk beschermgasmengsel wordt bij MAG-lassen gebruikt?
A
Argon (Ar) + Helium (He)
B
Waterstof (H2)
C
Argon (Ar) + Stikstof (N2)
D
Argon (Ar) + Koolzuurgas (CO2)

Slide 5 - Quiz

Van welk materiaal is de elektrode bij TIG-lassen?
A
Mangaan
B
Wolfraam
C
Koper
D
Staal

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er met staal als het wordt verhit?
A
Het gaat krimpen
B
Het gaat uitzetten
C
Het wordt korter
D
Het wordt brosser

Slide 7 - Quiz

Bij welk type belasting moet je een stompe lasnaad toepassen?
A
Bij dynamische belasting
B
Bij statische belasting
C
Bij lichte belasting
D
Bij geen belasting

Slide 8 - Quiz

Welke lasfout komt door te veel lasspetters in het gasmondstuk?
A
Bindingsfouten
B
Onvoldoende gasbescherming
C
Slakinsluitingen
D
Randinkarteling

Slide 9 - Quiz

Met welke letter wordt het vermogen aangegeven?
A
U
B
I
C
P
D
V

Slide 10 - Quiz

Met welke letter wordt de spanning aangegeven?
A
U
B
I
C
P
D
V

Slide 11 - Quiz

Wat is de wet van Ohm?
A
U=I+R
B
U=I-R
C
U=IxR
D
U=I:R

Slide 12 - Quiz

Welk van de volgende lasprocessen is geen druklasproces?
A
Stiftlassen
B
Onderpoederlassen
C
Afbrandstuiklassen
D
Puntlassen

Slide 13 - Quiz

Waaruit bestaat de beklede elektrode voor het elektrode lassen?
A
Een kerndraad en vloeimiddel
B
Een holle buis met poeder
C
Een kerndraad en bekleding
D
Alle andere antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt de laspositie PC ook wel genoemd?
A
Hoeklas neergaand
B
Hoeklas onder de hand
C
Staande hoeklas
D
Hoeklas uit de zij.

Slide 15 - Quiz

Wat wordt bedoeld met dynamische belasting
A
Steeds veranderende belasting
B
Kleine belasting
C
Geen belasting
D
Niet veranderende belasting

Slide 16 - Quiz

Wat is waar voor een inert gas?
A
Het reageert met het smeltbad
B
Het gas levert legeringselementen
C
Het gas reageert met de lasdraad
D
Het gas beschermt het smeltbad

Slide 17 - Quiz

Wat wordt er getest met de buigproef?
A
De treksterkte
B
De taaiheid
C
De kerfslagwaarde
D
De hardheid

Slide 18 - Quiz

Welk van de volgende onderzoeken is een niet-destructief onderzoek?
A
Visueel onderzoek
B
Breekproef
C
Buigproef
D
Alle andere antwoorden zijn goed.

Slide 19 - Quiz

Hoe moet massieve lasdraad worden opgeslagen?
A
Opslag is niet aan eisen verbonden
B
Bij een temperatuur van 25 graden
C
Bij een lucht-vochtigheid van 70 %
D
In de originele verpakking.

Slide 20 - Quiz