Oefenoets Formuleren havo

Oefentoets Formuleren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefentoets Formuleren

Slide 1 - Slide

In iedere vaste standaarduitrusting zit een zakmes verpakt.
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme
D
onjuiste herhaling

Slide 2 - Quiz

Naast die man in de lift moet je niet naast gaan staan.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
onjuiste herhaling

Slide 3 - Quiz

We moeten voorkomen dat hij zich niet iedere dag volpropt met junkfood.
A
dubbele ontkenning
B
onjuiste herhaling
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 4 - Quiz

De jongen ______________ ik je vertelde, heeft zwart haar.
A
waarover
B
over wie
C
daarover
D
over die

Slide 5 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Hans geeft aan hun een snoepje
B
Hans geeft hun een snoepje
C
Hans geeft hen een snoepje
D
Hans geeft aan hen een snoepje

Slide 6 - Quiz

Dat is het beste ..... ik ooit gedaan heb.
A
dat
B
wat
C
dit
D
die

Slide 7 - Quiz

De wetenschap heeft .... geloofwaardigheid verloren.
A
zijn
B
haar

Slide 8 - Quiz

De media ..... veel aandacht aan die affaire.
A
besteden
B
besteedt

Slide 9 - Quiz

Dertig procent van de deelnemers ... de eindstreep niet gehaald.
A
hebben
B
heeft

Slide 10 - Quiz

We moeten absoluut voorkomen dat iemand de vuile was aan de grote klok gaat hangen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 11 - Quiz

Toen de leden van de Raad van Elf verschenen, gaf de burgemeester ___________ de sleutel van Breda.
A
hen
B
hun

Slide 12 - Quiz

De schoolleiding wil voorkomen dat er geen ongewenste introducees op het feest komen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 13 - Quiz

'Hemelsleutels' gaat over Linde, een jong meisje … wanhopig op zoek is naar veiligheid.
A
dat
B
wat
C
die
D
dit

Slide 14 - Quiz

In dat tijdschrift zijn een reeks artikelen opgenomen over het gebruik van iPads op scholen.
A
contaminatie
B
dat/als-constructie
C
pleonasme
D
incongruentie

Slide 15 - Quiz

Ben je ervan op de hoogte dat wanneer je meedoet met het schoolkoor, je een extra cijfer krijgt?
A
incongruentie
B
dat/als-constructie
C
onjuist verwijswoord
D
onjuiste herhaling

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste verbetering?
De gemeente heeft zijn plannen bekend gemaakt.
A
De gemeente hebben hun plannen bekend gemaakt.
B
De gemeente heeft hun plannen bekend gemaakt.
C
De gemeente hebben haar plannen bekend gemaakt.
D
De gemeente heeft haar plannen bekend gemaakt.

Slide 17 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Ik ben stapelverliefd op de jongen dat daar loopt.
B
Ik ben stapelverliefd op de jongen wie daar loopt.
C
Ik ben stapelverliefd op de jongen die daar loopt.
D
Ik ben stapelverliefd op de jongen wat daar loopt.

Slide 18 - Quiz

Je moet voorkomen dat je geen onvoldoendes haalt.
A
dubbele ontkenning
B
onjuiste verwijzing
C
contaminatie
D
pleonasme

Slide 19 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Ik denk dat als je sneller werkt, je meer geld verdient.
B
Ik denk dat je meer geld verdient als je sneller werkt.
C
Ik denk als je sneller werkt dat je meer geld verdient.

Slide 20 - Quiz

Welke zin is NIET correct?
A
Onze trainer zette een punt onder zijn trainingsperiode.
B
Onze trainer zette een streep onder zijn trainingsperiode.
C
Onze trainer zetten een punt achter zijn trainingsperiode.

Slide 21 - Quiz

De jeugd van tegenwoordig weten niet van ophouden.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Bungeejumpen is het spectaculairste … Philip ooit tijdens een vakantie gedaan heeft.
A
wat
B
dat

Slide 23 - Quiz

Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
samentrekking

Slide 24 - Quiz