What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz
Wat is de correcte schrijfwijze?
A
Hulp officier van Justitie
B
hulp officier van justitie
C
hulpofficier van justitie
D
Hulpofficier van Justitie
1 / 28
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de correcte schrijfwijze?
A
Hulp officier van Justitie
B
hulp officier van justitie
C
hulpofficier van justitie
D
Hulpofficier van Justitie
Slide 1 - Quiz
Dictee: hoe schrijf je....
Slide 2 - Open question
Welk land heeft de meeste inwoners?
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Duitsland
D
Belgie
Slide 3 - Quiz
Wie is dit?
Slide 4 - Open question
Wat betekent seponeren?
A
Een schikking aanbieden
B
Iemand vrijspreken
C
In hoger beroep gaan
D
Niet vervolgen
Slide 5 - Quiz
Hoe heet het Nederlandse volkslied?
Slide 6 - Open question
Dictee: hoe schrijf je......
Slide 7 - Open question
Wie is dit?
Slide 8 - Open question
Dictee: hoe schrijf je.......
Slide 9 - Open question
Wat is het lijdend voorwerp:
De 2245A geeft de btv-docent een mooie bos bloemen
A
De 2205A
B
de btv-docent
C
geeft
D
een mooie bos bloemen
Slide 10 - Quiz
Raadsel: je loopt tijdens een hardloopwedstrijd de loper voorbij die op de tweede plek loopt.
Op welke plek loop je dan?
Slide 11 - Open question
Dictee: hoe schrijf je.......
Slide 12 - Open question
Wat is het juiste voorzetsel?
De politie heeft belang....een goed contact met de burger.
A
van
B
met
C
in
D
bij
Slide 13 - Quiz
Wie is dit?
Slide 14 - Open question
Wat is het tegenovergestelde van 'conservatief'?
Slide 15 - Open question
Hoeveel zintuigen heeft een mens?
A
4
B
6
C
5
D
7
Slide 16 - Quiz
Waarvan komt het woord 'atten'.
A
Ad hoc
B
Ad fundum
C
Ad interim
D
Ad Visser
Slide 17 - Quiz
Van wie is deze uitspraak:
Als ik zou willen dat je het begreep, zou ik het beter hebben uitgelegd.
A
Mark Rutte
B
Johan Derksen
C
Johan Cruijff
D
Monique Gouwerok
Slide 18 - Quiz
In welke zin staan de leestekens correct?
A
De man riep: Rot op.
B
De man riep: "Rot op!"
C
De man riep "Rot op."
D
De man riep: "Rot op."
Slide 19 - Quiz
Wat voor werk deed Zelensky voordat hij president van Oekraïne werd?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Open question
Wat betekent 'ne bis in idem'.
A
Dat je niet weet geslacht iemand heeft.
B
Dat minderjarigen niet aangehouden kunnen worden.
C
Dat je niet twee keer voor hetzelfde vervolgd mag worden.
D
Die term bestaat niet.
Slide 22 - Quiz
lidwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
De
schattige
hond
van
de
bakker
wil
bos.
het
naar
Slide 23 - Drag question
Wat voor verkiezingen zijn er in november 2023?
Slide 24 - Open question
Waar ben je bang voor als je last hebt van brontofobie?
A
Onweer
B
Grote dieren
C
Harde geluiden
D
Vliegtuigen
Slide 25 - Quiz
In hoeveel talen kun je 'Ik hou van jou' zeggen?
Slide 26 - Open question
De Inuit hebben 50 woorden voor 'sneeuw'. Hoeveel woorden ken jij om regen te beschrijven?
Slide 27 - Open question
Maak een selfie met een appel.
Wie is het snelst?
Slide 28 - Open question
More lessons like this
Voorzetsels in het Nederlands
March 2023
- Lesson with
38 slides
by
A-NT2 maar mee!
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
A-NT2 maar mee!
Taalverzorging: aan elkaar of los
September 2022
- Lesson with
50 slides
Dutch
Secondary Education
Taal in stappen boek b blz. 25
December 2022
- Lesson with
10 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Herhalen voor de toets
April 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4.8 WOORSOORTEN_BTV
March 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4.8 TTOH3A
March 2025
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Taal groep 4 - thema 8 - dictee les 5+7
July 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 4
Taal toets thema 1 klas 2 Snappet
October 2023
- Lesson with
17 slides
Taal
Primary Education
Age 7