V5 - les 7 - escribir sobre personajes - ser estar hay

Clase de español V5 - 90 min

Objetivo
Describir los personajes de tu serie
Saber cuándo usar ser, estar y hay
1 / 33
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Clase de español V5 - 90 min

Objetivo
Describir los personajes de tu serie
Saber cuándo usar ser, estar y hay

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Responde a las preguntas
en español con un verbo

Slide 3 - Open question

¿Qué es concordancia?

Slide 4 - Mind map

Repasar vocabulario
reader p. 35 / 38
esp-hol
hol-esp

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Escribe 3 frases con ser, estar y hay
relacionadas a tu serie.

Slide 7 - Open question

El uso de ser
  • identificeren en definiëren (wie, wat)
  • naam, herkomst, beroep
  • eigenschappen, karakter
  • kleur, materiaal
  • datum en tijdsaanduiding
  • prijs
  • bezit


Slide 8 - Slide

El uso de ESTAR
  • plaatsaanduiding
  • fysieke of mentale toestand (gevoelens)
  • voorbijgaande toestand
  • om te zeggen wat je van het eten vindt.

Slide 9 - Slide

El uso de HAY
Hay vertaal je met er is of er zijn.
HAY + ONBEPAALD LIDWOORD:            Hay un estadio de fútbol.
HAY + GETALLEN:                                  Hay 20 chicas en la clase.
HAY + ONBEPAALDE HOEVEELEDEN:   
HAY als er geen lidwoord, getal of onbepaalde hoeveel staat

Hay muchas/pocas/algunas  tiendas en el centro de Ámsterdam.

Slide 10 - Slide

La forma de HAY
Sólo hay una forma.
No cambia.


Slide 11 - Slide

Voor extra uitleg

Kijk het volgende filmpje thuis

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Hoe iemand of iets is 
Waar iemand of iets is
Er is/ er zijn
HAY
ESTAR
SER
un, una, unos, unas
muchos, muchas, pocos, pocas
Tijd en datum
Mentale gesteldheid
Karakter
Tijdelijke fysieke toestand

Slide 14 - Drag question

Los actores de Narcos no . . . . . . . todos colombianos.
A
son
B
están

Slide 15 - Quiz

La serie Élite . . . . muy apasionante.
A
es
B
está

Slide 16 - Quiz

En la serie Vis a Vis sólo . . . . . mujeres.
A
son
B
están
C
hay

Slide 17 - Quiz

Los protagonistas de Casa de Papel . . . todos muy listos.
A
están
B
son

Slide 18 - Quiz

¿Dónde . . . . situada la la serie Casa de Papel?
A
es
B
está

Slide 19 - Quiz

Practica más con ser, estar y hay en casa

Haz clic en:

Slide 20 - Slide

Vuestros errores en el resumen
Op de volgende dia's verschijnen jullie fouten.
ZWT heeft je samenvatting bekeken en gemarkeerd waar iets verbeterd moet worden. Verbeteren doe je zelf.

Dus let goed op.

Slide 21 - Slide

Errores
  • Namen (ook geografisch) altijd met duidelijke hoofdletter
  • Matar / asesinar in de verleden tijd moet altijd indefinido zijn
  • Het meisje werd vermoord = la chica fue asesinada 
  • Wees consequent met óf tegenwoordige óf verleden tijd. 
  • Vertaal even terug naar het NL en beoordeel hoe het klinkt.
  • Vraagwoorden een accent
  • Aftrek voor zinnen die niet van jou zelf zijn.

Slide 22 - Slide

Errores
  • Bijvoeglijk nw achter zelfst nw
  • la serie
  • Pas op met letterlijke vertalingen. 
  • Hoe vertaal je drugsbaron? Wat is een drugsbaron
  • Als het lijdend vw een persoon is, dan komt er ''a'' voor.
  • El profesor (1xs) en in Casa de papel is dit een naam, dus hoofdletter

Slide 23 - Slide

2 o 3 personajes interesantes
Je vertelt daarbij hoe ze eruit zien, wat hun karakter is, welk beroep ze hebben, wat hun rol is in de serie/film zonder te veel te verklappen en waarom je de personage leuk vindt/interessant vindt.
Bedenk dat de hele recensie uit 350-450 woorden moet bestaan, en verdeel goed de alinea's.
Begin deze alinea met: Los personajes que más me gustaron/gustan, fueron/son 
In deze alinea ga je veel gebruik maken van het werkwoord zijn: bedenk daarbij de regels!! hay? ser? estar?
Gebruik veel bijvoeglijke naamwoorden uit de lijst.
timer
15:00
Ben je klaar?
Ga dan naar de klas van lessonup en zoek
ALUMNOS V5 - les 7B - escribir sobre entorno

Slide 24 - Slide

Niet klaar met een alinea in de les?
Voor de toets komt er in week 41 een eenmalige inhaalmogelijkheid om je incomplete alinea af te maken.
Je moet hiervoor wel een verzoek indienen bij  ZWT via chat teams.

Slide 25 - Slide

Los deberes para mañana
Leren het gebruik van ser, estar en hay
Filmpje over ser, estar en hay kijken in lessonup les 7
Maken oefening over ser, estar en hay in lessonup les 7
Leren vocabulario p. 35 t/m 39 esp - hol
Alle voorgaande (presente, perfecto) niet vergeten

Slide 26 - Slide

El imperfecto en tu reseña

Lee la instrucción del reader p. 4 y 5
¿En qué párrafo puedes usar el imperfecto?
Escribe 3 frases con el imperfecto para tu reseña.

Slide 27 - Slide

Resumen - errores frecuentes
el profesor (spelling)
el / la protagonista
los criminales
el atracador / los atracadores
namen met hoofdletter en begin van de zin ook
después de ....
bijvoeglijke naamwoorden bijna altijd achter zelfst nw
denk aan concordancia (mnl/vrl/mv)

Slide 28 - Slide

Corregir resumen
Da tu hoja a otro compañero de clase

¿Qué errores has hecho tu compañero? Corrígelos.

Mira bien las concordancias

La chica es guapaaaaaaaaaa

timer
6:00

Slide 29 - Slide

¿Qué (tipo de) errores has hecho en el resumen?

Slide 30 - Open question

En esta clase he trabajado bien.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

He terminado el párrafo sobre los personajes.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

La evaluación
Ik loop op schema met schrijven.
Ik heb el resumen nog niet af.
Ik heb los personajes nog niet af.
Ik heb el resumen en los personajes af en ik ben begonnen aan entorno

Slide 33 - Poll