mavo 2 les 22 16 November

Dienstag, den 16. November
Willkommen
Klasse 8
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dienstag, den 16. November
Willkommen
Klasse 8

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
-Grammatik: der, die, das
Aufgabe 23, 25
-Sprechen Seite 84 Aufgabe 26-29
-Sprachmittel Aufgabe 30
-zu Zweit 31-36 in deinem Heft aufschreiben

lesdoel: aan het einde van de les kun je het geslacht van een zelfstandig naamwoord bepalen!!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

sleep de regel naar het lidwoord
der, die, das

Slide 4 - Slide

der
die
das
Vrouwelijke personen en diernamen
Mannelijke personen en diernamen
Woorden die eindigen op -e
het- woorden
woorden die eindigen op -ung, -heit, -keit, -schaft

Slide 5 - Drag question

___ Pflanze (plant)
A
der
B
die
C
das

Slide 6 - Quiz

___ Haus (huis)
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

___ Stier (stier)
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

___ Lehrerin (lerares)
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quiz

zwakke werkwoorden
het werkwoord 
spielen
de stam = zonder -en
= spiel

Slide 10 - Slide

persoonlijk voornaamwoord


 (ik) Ich 
(jij) Du
(hij, zij, het) er, sie, es
(wij) wir
(jullie) ihr
(zij, U) sie, Sie
werkwoord spielen /-en = stam spiel

spiel-e ..... ich spiele
spiel-st .... du spielst
spiel-t ...... er spielt, sie spielt,                                              es spielt
spiel-en .... wir spielen
spiel-t ....... ihr spielt
spiel-en sie spielen, Sie spielen

Slide 11 - Slide

stam van spielen is?
A
spielt
B
spielen
C
spiel
D
spiil

Slide 12 - Quiz

de stam van hören is....
A
höre
B
hören
C
D
hör

Slide 13 - Quiz

wat is de ezelsbrug van de uitgangen na de stam van een zwak werkwoord
A
e , st, t, en, t, en
B
e,st,u, ie,t,en
C
e,st,a,an,t,en
D
weet ik niet meer

Slide 14 - Quiz

welke uitgang krijgt ICH?
A
t
B
e
C
en
D
ee

Slide 15 - Quiz

welke uitgang krijgt WIR?
A
e
B
t
C
en
D
ten

Slide 16 - Quiz

welke uitgang krijgt DU?
A
st
B
e
C
en
D
t

Slide 17 - Quiz

welke uitgang krijgt IHR?
A
te
B
to
C
t
D
en

Slide 18 - Quiz

welke uitgang krijgt Sie, sie?
A
e
B
st
C
ei
D
en

Slide 19 - Quiz

welke uitgang krijgt er, sie, es?
A
t
B
en
C
en
D
en

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Was machen wir heute?
-Grammatik: der, die, das
Aufgabe 23, 25
-Sprechen Seite 84 Aufgabe 26-29
-Sprachmittel Aufgabe 30
-zu Zweit 31-36 in deinem Heft aufschreiben

lesdoel: aan het einde van de les kun je het geslacht van een zelfstandig naamwoord bepalen!!

Slide 22 - Slide

Hausaufgaben
-leren Grammatik Seite 78
-leren Lernliste Seite 96 t/m moeilijk

Slide 23 - Slide