Module 4 Spieren

Module 2 -SPIEREN
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Module 2 -SPIEREN

Slide 1 - Slide

Spieren

Slide 2 - Slide

Vragen bij het filmpje
Schrijf de volgende vragen in je schrift en beantwoord ze tijdens het kijken van het filmpje.
  1. Noem vier voorbeelden van spieren die je automatisch gebruikt zonder erbij na te denken.
  2. Waarmee zitten spieren vast aan botten?
  3. Waaruit zijn spieren opgebouwd? 
  4. Waardoor worden spieren dikker als je ze traint? 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Vragen bij het filmpje
Schrijf de volgende vragen in je schrift en beantwoord ze tijdens het kijken van het filmpje.
  1. Noem vier voorbeelden van spieren die je automatisch gebruikt zonder erbij na te denken.
  2. Waarmee zitten spieren vast aan botten?
  3. Waaruit zijn spieren opgebouwd? 
  4. Waardoor worden spieren dikker als je ze traint? 

Slide 5 - Slide

Rugspier
1
Buikspier
2
Voorste Dijspier
3
Achterste Dijspier
4
Kuitspier
5
Achillespees
6
Een paar spieren oefenen...

Slide 6 - Slide

Antagonisten
Een buigspier en een strekspier die samen één beweging mogelijk maken, vormen een antagonistisch paar. De strekspier is de antagonist van de buigspier.

Op de volgende twee dia's staan twee antagonisten uitgelegd: de biceps en de triceps


Slide 7 - Slide

Arm buigen
  • Armbuigspier (biceps) samentrekken = korter en dikker
  • Pezen trekken aan je spaakbeen
  • armstrekspier (biceps) onspant= langer en dunner

Slide 8 - Slide

Arm strekken
  • Armstrekspier (triceps) samentrekken= korter en dikker
  • Pezen trekken aan je ellenpijp
  • Armbuigspier (triceps)ontspant = langer en dunner

Slide 9 - Slide


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 10 - Quiz


Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien

Slide 11 - Quiz


Leon zegt dat antagonisten spieren zijn die elkaar tegenwerken.

Elias zegt dat antagonisten spieren zijn waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft.

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Leon waar Elias niet waar
D
Leon nietwaar Elias waar

Slide 12 - Quiz


De arm gaat nog meer buigen
A
de biceps spant meer aan
B
de triceps spant meer aan
C
de voorste dijspier spant meer aan
D
de achterste dijspier spant meer aan

Slide 13 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 14 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 15 - Quiz

Onbewuste spieren
A
Jij hebt geen controle over het aan- en ontspannen.
B
Spannen aan wanneer jij wil
C
Zijn spieren van dieren
D
Zijn spieren die je niet wil

Slide 16 - Quiz

Is het hart een spier?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz