Sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid
Verhouding
"De betekenis die een samenleving geeft aan de verschillen tussen mensen"
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Sociale ongelijkheid
Verhouding
"De betekenis die een samenleving geeft aan de verschillen tussen mensen"

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je kunt de vier ongelijke verdelingen van hulpbronnen benoemen, beschrijven en herkennen in een bron

Je kent het kernconcept sociale ongelijkheid, en kunt deze herkennen in een bron
Je weet wat de begrippen maatschappelijke ladder, beroepsprestigeladder, sociale stratificatie en sociale lagen betekenen


Slide 2 - Slide

Iedereen in de samenleving is gelijk/heeft dezelfde kansen
Eens
Oneens

Slide 3 - Poll

Sociale ongelijkheid
Als er op basis van de verschillen tussen mensen, onderscheid gemaakt wordt tussen mensen, is er sprake van sociale ongelijkheid, het verschil doet er blijkbaar toe. Het verschil heeft consequenties voor hun waardering en behandeling

Slide 4 - Slide

Sociale ongelijkheid
Kernconcept: 
"een situatie waarin verschillen tussen mensen, in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en die leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling."

Slide 5 - Slide

Welke van deze mensen wordt het hoogst gewaardeerd?

Slide 6 - Drag question

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid ontstaat bij een ongelijke verdeling van 'hulpbronnen'

  1. Economische hulpbronnen: geld en bezit
  2. Sociale hulpbronnen: contacten met mensen
  3. Symbolische hulpbronnen: status en aanzien
  4. Politieke hulpbronnen: macht en gezag

Slide 7 - Slide

Sleep de soort sociale ongelijkheid naar de juiste afbeelding.
ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen
ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen
ongelijke verdeling van economische hulpbronnen
ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen

Slide 8 - Drag question

Noteer zoveel mogelijk verschillende beroepen

Slide 9 - Mind map

Maatschappelijke ladder
We kunnen groepen mensen van elkaar onderscheiden met ongeveer dezelfde maatschappelijke positie

De verdeling van de maatschappij in groepen waartussen sociale ongelijkheid bestaat = sociale stratificatie

Slide 10 - Slide

Maatschappelijke ladder
Maak zelf een maatschappelijke ladder waarin sociale stratificatie naar voren komt en gebruik daarin minstens 15 beroepen.

Waar plaats jij jezelf op deze ladder?


Slide 11 - Slide

Leerdoelen

Je kent het verschil tussen positietoewijzing en positieverwerving en kunt deze herkennen in een bron.

Je kent het verschil tussen een open en gesloten samenleving






Slide 12 - Slide

Wat weet je nog van sociale ongelijkheid?

Slide 13 - Mind map

Maatschappelijke ladder
De plek die je inneemt op de maatschappelijke ladder staat niet vast. Dit noemen we sociale mobiliteit. 

2 vormen van sociale mobiliteit
  • Positietoewijzing (persoon heeft er zelf geen invloed op)
  • Positieverwerving (via eigen bijdrage)

Slide 14 - Slide

Ellie gaat als eerste van haar familie naar de universiteit. Is hier sprake van sociale mobiliteit?
A
Nee, het gaat hier niet om sociale mobiliteit.
B
Ja, via het proces van positietoewijzing.
C
Ja, via het proces van positieverwerving
D
Ja, via het proces van positietoewijzing en positieverwerving

Slide 15 - Quiz

Welke verschillen tussen mensen zijn van invloed op de waardering en behandeling die mensen krijgen?

Slide 16 - Open question

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid ontstaat bij een ongelijke verdeling van 'hulpbronnen'

  1. Economische hulpbronnen: geld en bezit
  2. Sociale hulpbronnen: contacten met mensen
  3. Symbolische hulpbronnen: status en aanzien
  4. Politieke hulpbronnen: macht en gezag

Slide 17 - Slide

2

Slide 18 - Video

Sociale mobiliteit
Sociale mobiliteit is niet vanzelfsprekend. Stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder is niet in elke samenleving even makkelijk:

Gesloten samenleving: nauwelijks sprake van sociale mobiliteit
Open samenleving: mensen hebben meer kansen om sociaal mobiel te zijn

Slide 19 - Slide

De verzorgingsstaat
Sociale ongelijkheid ontstaat door socialisatie doordat er betekenis wordt gegeven aan de verschillen tussen mensen: het zijn van advocaat is meer waard dan het zijn van een docent.

De verzorgingsstaat is erop gericht om sociale ongelijkheid tegen te gaan. Het is een voorbeeld van een institutie: een geheel van geschreven en ongeschreven regels om gedrag te reguleren of te beperken.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Op welke manier dringt de verzorgingsstaat sociale ongelijkheid terug?

Slide 22 - Open question

Aan de slag
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4

Slide 23 - Slide

02:00
In welke hulpbron blijkt bij femicide een verschil te zitten tussen mannen en vrouwen?
A
Economische hulpbron
B
Sociale hulpbron
C
Symbolische hulpbron
D
Politieke hulpbron

Slide 24 - Quiz

06:05
Waarom zou via de overheid een geschikte manier zijn om dit probleem aan te pakken?

Slide 25 - Mind map

Kapitaal
Er wordt gezegd dat iemands kapitaal van invloed is op de kansen die mensen later hebben.

Economisch kapitaal (geld en bezit)
Sociaal kapitaal (connecties en netwerken)
Cultureel kapitaal (kennis, houdingen en smaak)


Slide 26 - Slide

De vloer op
Vorm een groep van 3 à 4 leerlingen

Bedenk een scène waarbij jullie laten zien hoe kapitaal een rol kan spelen bij:
  • een sollicitatiegesprek
  • een oudergesprek met een basisschoolleraar
  • een bezoek aan de huisarts
  • bij een zelfgekozen situatie

Schrijf een bijpassend script en verdeel de rollen. Lever het script in. 

Slide 27 - Slide