This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
5.5
Geschiedenis van het leven op aarde
Slide 1 - Slide
Programma van deze les
Terugblik vorige les
Nieuwe lesstof: paragraaf 5.5
Opgaves maken/nakijken
Slide 2 - Slide
De vorige keer
Darwin en zijn evolutietheorie....
Slide 3 - Slide
De evolutietheorie gaat uit van variatie in genotypen. Hoe komt die variatie tot stand?
A
door natuurlijke selectie
B
door het samengaan van soorten
C
door veranderingen in het milieu
D
door geslachtelijke voortplanting en mutaties
Slide 4 - Quiz
Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.
Slide 5 - Quiz
Op de boom zitten twee berkenspanners. Deze camouflage is ontstaan door natuurlijke selectie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Hoe konden de verschillende soorten lemuren op Madagaskar ontstaan?
A
Er was voldoende voedsel
B
Ze waren van elkaar geïsoleerd
C
Er waren geen natuurlijke vijanden
D
Het klimaat was anders dan op het vaste land
Slide 7 - Quiz
5.5: Geschiedenis van het leven op aarde
Leerdoelen
6.5.10 Je kunt uitleggen hoe fossielen zijn ontstaan.
6.5.11 Je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Slide 8 - Slide
Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen of afdrukken van organismen in gesteentes.
Deze ontstaan als dode organismen bedekt worden met sedimenten voor ze kunnen worden afgebroken door micro-organismen.
Slide 9 - Slide
Fossielen
Slide 10 - Slide
Kenmerk sedimentgesteente
Laagjes & kunt fossielen tegenkomen
Slide 11 - Slide
Tijdbalk geschiedenis van de aarde
Slide 12 - Slide
Geschiedenis van
het leven op aarde
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Waar is het eerste leven op aarde waarschijnlijk ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond
Slide 16 - Quiz
Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
De eerste insecten maakten hun bloeitijd waarschijnlijk 300 miljoen jaar geleden door. Dat begon tijdens de periode.....
A
Perm
B
Devoon
C
Carboon
D
Paleozoïcum
Slide 18 - Quiz
Door welke organismen ontstond het eerste zuurstof in de lucht
A
meercellige organismen
B
eenvoudige levensvormen
C
eencellige organismen
D
bacteriën
Slide 19 - Quiz
Wanneer is de aarde waarschijnlijk ontstaan?
A
Ong. 3 miljard jaar geleden
B
Ong. 13,7 miljard jaar geleden
C
Ong. 4,6 miljoen jaar geleden
D
Ong. 4,6 miljard jaar geleden
Slide 20 - Quiz
5.5: Geschiedenis van het leven op aarde
Leerdoelen
6.5.10 Je kunt uitleggen hoe fossielen zijn ontstaan.
6.5.11 Je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Slide 21 - Slide
Verwantschap
Aan het DNA kun je terugzien hoe organismen aan elkaar verwant zijn.
Omdat genen informatie bevatten voor de bouw van eiwitten zal ook het fenotype van meer verwante organismes meer overeenkomen dan van minder verwante organismen.
Slide 22 - Slide
Rudimenten
Rudimentaire organen zijn organen die geen functie meer hebben, maar waarvan soms nog wel resten te zien zijn in organismen.
Slide 23 - Slide
Verwantschap
Organismen met veel overeenkomstig DNA
Ze hebben een gemeenschappelijke voorouder
Slide 24 - Slide
Ontwikkelingen van het leven op aarde
De mens stamt niet af van de apen, maar apen en mensen hebben waarschijnlijk dezelfde gemeenschappelijke voorouder
Elke splitsing in de stamboom = gemeenschappelijke voorouder.
Slide 25 - Slide
Rudimentaire organen
Slide 26 - Slide
Verwantschap is...
A
binnen één soort vergelijkbare eigenschappen hebben
B
het veranderen van een bestaande soort in een nieuwe soort
C
dieren die in dezelfde groep leven en bij elkaar blijven
D
een vergelijkbare eigenschap van een gemeenschappelijke voorouder krijgen
Slide 27 - Quiz
Volgens deze stamboom, welke soorten zijn het meest verwant aan elkaar?
A
Salamander aan vis
B
Gans aan Vis
C
Mens aan kikker
D
Mens aan kat
Slide 28 - Quiz
Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons
Slide 29 - Quiz
Wat zijn rudimentaire organen
A
Organen die dezelfde bouw hebben maar een andere functie
B
Organen die dezelfde functie hebben, maar apart van elkaar zijn ontstaan
C
Organen die dezelfde functie hebben, maar niet dezelfde bouw
D
Organen die we door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig hebben
Slide 30 - Quiz
Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 5.5: opdr. 5 t/m 9 (inzicht)
Hoe: Je mag zacht overleggen met je buur. Tip: Lees eerst de lesstof door.
Klaar?: Maak een samenvatting van deze paragraaf of