Groep 7/8 Taal lessen 8

Taal les 8 groep 7+8
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with text slides.

Items in this lesson

Taal les 8 groep 7+8

Slide 1 - Slide

Doel
- Je oefent voor de toets
- Je kent de woordenschatwoorden van dit thema
- Je kunt vrouwelijke en mannelijke woorden onderscheiden
- Je kunt het lw, zn en bn benoemen

Slide 2 - Slide

Woordenschatspel
Juf noemt woorden, kies of het een straf of beloning is

Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 3 - Slide

reprimande
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 4 - Slide

gevangenisstraf
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 5 - Slide

pluim
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 6 - Slide

applaus
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 7 - Slide

fooi
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 8 - Slide

inbeslagname
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 9 - Slide

wedstrijdpremie
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 10 - Slide

boete
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 11 - Slide

vindersloon
Staan = straf
Zitten = beloning

Slide 12 - Slide

Quizzzzzz
Juf stelt een vraag, druk op de knop als je het goede antwoord weet.

Helft van de klas tegen de andere helft!

Slide 13 - Slide

Invulwoorden - kies uit:

vindersloon
pluim
reprimande
applaus
fooi


inbeslagname
wedstrijdpremie
boete
strafpunt
gevangenisstraf

Slide 14 - Slide

Quizzzzz
druk op de knop als je het antwoord weet

Slide 15 - Slide

directeur
noem de vrouwelijke vorm

Slide 16 - Slide

acteur
noem de vrouwelijke vorm

Slide 17 - Slide

vorst
noem de vrouwelijke vorm

Slide 18 - Slide

zigeuner
noem de vrouwelijke vorm

Slide 19 - Slide

bankier
noem de vrouwelijke vorm

Slide 20 - Slide

eigenaresse
noem de mannelijke vorm

Slide 21 - Slide

violiste
noem de mannelijke vorm

Slide 22 - Slide

sollicitante
noem de mannelijke vorm

Slide 23 - Slide

werkster
noem de mannelijke vorm

Slide 24 - Slide

barones
noem de mannelijke vorm

Slide 25 - Slide

Samenstellingen
Wat is het verschil tussen een straftijd en een tijdstraf?

Wat is het verschil tussen een geldstraf en een strafgeld?

Wat is het verschil tusen een kamerstraf en een strafkamer?

Slide 26 - Slide

Spreekwoorden
Druk op de knop. Kies uit:
een straf uitzitten
lik op stuk
een blanco strafblad hebben
de volle laag krijgen
je boekje te buiten gaan
boontje komt om zijn loontje

Slide 27 - Slide

In tweetallen
Schrijf een zin op (zonder dat de ander het ziet) met minstens één lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en  daarnaast meerdere woorden zodat het een zin wordt. De ander zoekt zoveel mogelijk woordsoorten op:
groep 7: lw, zn en bn
groep 8: alle woordsoorten (zie schema)

10 minuten

Slide 28 - Slide

Evalueren
Hoe ging het?
Wat is nog lastig?
Wat kan de volgende keer beter?
Wat was fijn aan deze les?
Heb je het doel behaald?

Slide 29 - Slide