Herhaling HS1-6 M3A

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Past simple

vs

Present perfect

Present perfect

Wanneer? 

• Acties die in het verleden zijn begonnen en die nu nog doorlopen/ waarvan je nu resultaat van merkt.
• Praten over iemands ervaringen.

Hoe? 

Present perfect

Wanneer? 

• Acties die in het verleden zijn begonnen en die nu nog doorlopen/ waarvan je nu resultaat van merkt.
• Praten over iemands ervaringen.

Hoe? 

                                          1. werkwoord + ed

                                2. 3de rijtje onregelmatige ww

have / has + voltooid deelwoord

Present perfect

Signaalwoorden voor de present perfect zijn:

For / yet / never / ever / just / already / since = FYNE JAS

Examples: 

I have delivered my last newspapers.

She has NEVER given me really good ideas.

Present perfect

+ 

- 

?

I have gone to Spain.

Present perfect

+ 

- 

?

I have gone to Spain.

I haven't gone to Spain.

Have I gone to Spain?

May/ might be

Past simple

Waarom? Als iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.

Hoe?

hele werkwoord + ed

OF

onregelmatige vorm (2e rij)

May/ might be

Past simple

+ 

-

?

I bought a bag yesterday

I walked to school this morning

May/ might be

Past simple

+ 

-

?

I bought a bag yesterday

I walked to school this morning

I didn't buy a bag yesterday

I didn't walk to school this morning

Did I buy a bag yesterday?

Did I walk to school this morning?

May/ might be

Past continuous

Waarom?

Als iets in het verleden voor een langere tijd aan de gang.

Hoe?

Verleden tijd to-be (was/ were) + werkwoord + ing

Past continuous

Grammar:

Word order

May/ might be

Zinsopbouw

  Peter walked together with Marije to his house this morning

  Miss williams has been to the supermarket on Monday

Wie

onderwerp

doet

ww

wat

waar

plaats

wanneer

tijd

May/ might be

Zinsopbouw

1

Waar zet je signaalwoorden in de zin?

May/ might be

Zinsopbouw

1) Vóór een bijvoeglijk naamwoord

2) Vóór het hoofdwerkwoord

VB: Harry always listens to music.

Waar zet je signaalwoorden in de zin?

May/ might be

Zinsopbouw

2) Vóór het hoofdwerkwoord

3) Na een vorm van to be

VB: I am usually up till midnight

Waar zet je signaalwoorden in de zin?

Grammar:

Question tags

Question Tags

Hoe maak je een question tag? 

De regel: 

 Bevestigende zin (+), ontkennende question tag (-)

ontkennende zin (+), bevestigende question tag (-)

Question tag maak je met het onderwerp + hulpwerkwoord

She is nice, isn't she?

Future tense:

Will/ shall

May/ might be

Will + hele werkwoord

Wanneer gebruik je het?

• Een spontane beslissing in de toekomst zonder dat het gepland of vastgelegd is.

Voorbeeld:

I will help you in a minute!

It will be dark soon!

May/ might be

Will + hele werkwoord

Bevestigend

will start

Ontkennend

will NOT start

of

Won't start

Vragend

will he start

May/ might be

Will + hele werkwoord

LET OP! BIJ VRAGEN WAARIN JE IETS AANBIEDT DAN GEBRUIK JE SHALL BIJ I (IK) EN WE (WIJ)

Bevestigend

will start

Ontkennend

will NOT start

of

Won't start

Vragend

Shall I start

will he start

Shall we start

Future tense:

To be going to

May/ might be

Going to

Wanneer gebruik je het?

1. Om aan te geven wat iemand van plan is.
2. Om aan te geven wat zeker zal gebeuren.

May/ might be

Going to

Wanneer gebruik je het?

1. Om aan te geven wat iemand van plan is.
2. Om aan te geven wat zeker zal gebeuren.

Hoe maak je het?

Een vorm van to be (        ) + going to + hele werkwoord

• Voorbeeld: 

• AM/ ARE/ IS

I am going to ask his name

May/ might be

Going to

(+) 

(-)

(?)

I am going to spend Christmas with family

I am NOT going to spend Christmas with my family

Am I going to spend Christmas with my family?

May/ might be

Will + hele werkwoord

Wanneer gebruik je het?

• Een spontane beslissing in de toekomst zonder dat het gepland of vastgelegd is.

Voorbeeld:

I will help you in a minute!

It will be dark soon!

May/ might be

Will + hele werkwoord

Bevestigend

will start

Ontkennend

will NOT start

of

Won't start

Vragend

will he start

May/ might be

Will + hele werkwoord

LET OP! BIJ VRAGEN WAARIN JE IETS AANBIEDT DAN GEBRUIK JE SHALL BIJ I (IK) EN WE (WIJ)

Bevestigend

will start

Ontkennend

will NOT start

of

Won't start

Vragend

Shall I start

will he start

Shall we start

The passive

Passive sentences

Passive = a form of 'to be' + voltooid deelwoord

Present: am/ is / are + voltooid deelwoord

Past: was/ were + voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord = 

WW + ED OF  Onregelmatige werkwoorden 3e rij

May/ might be

The Passive (lijdend voorwerp)

ACTIVE sentence:

They sell fruit here.

Leonardo da Vinci painted the Mona Lisa.

PASSIVE sentence:

Fruit is sold here (by them)

The Mona Lisa was painted by Leonardo da Vinci.

May/ might be

The Passive (lijdend voorwerp)

PASSIVE sentence:

Fruit is sold here (by them)

Hoe?

Tegenwoordige tijd =          vorm van to be + vdw

Verleden tijd              =          vorm van to be + vdw

am/are/is

was/ were

May/ might be

The Passive (lijdend voorwerp)

Passive:

Shoes _____________  in that factory (by them)

Active:

They make shoes in that factory

Zet de volgende zin in de juiste tijd (in the passive)

Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were) 

+ 

voltooid deelwoord (werkwoord +ed OF 3e rij onregelmatige ww)

Answer:

are made

Grammar:

A few/ few

A little/ little

Grammatica: a few / a little

Je gebruikt (a) few / (a) little om aan te geven dat er weinig/ een beetje van iets is.

LET OP!    a few & a little = een beetje/paar.    few & little = weinig.

Grammatica: a few / a little

Je gebruikt (a) few / (a) little om aan te geven dat er weinig van iets is.

LET OP!    a few & a little = een beetje/paar.    few & little = weinig.

TELBAAR	ONTELBAAR
I've got a few coins for you. She had few coins to spend.	I've got a little money for you. He has got little money left.