A3 1.3 De Eerste Wereldoorlog

h2 les 1
De Eerste Wereldoorlog
1
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
1.3 - De Eerste Wereldoorlog
1 / 53
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

h2 les 1
De Eerste Wereldoorlog
1
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
1.3 - De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

h2 les 1
Herhalen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Lees bron1: 
Welk oorzaak van WOI zie je terug in de bron? Kies uit onderstaande oorzaken. 

- militarisme
- nationalisme
- bondgenootschappen

Beantwoord de vraag op de manier zoals beschreven in het stappenplan

Slide 2 - Slide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 

Slide 6 - Slide

h2 les 1
Het begin van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
Door verschillende oorzaken was in 1914 een gespannen sfeer ontstaan. In deze situatie was één kleine gebeurtenis voldoende om een hele reeks van grote gebeurtenissen in gang te zetten.

Aanleiding WOI
  • Moord op kroonprins Oostenrijk-Hongarije (1914)
Wraak van Bosnische Serviër op inname Bosnië

Gevolg
Oostenrijk-Hongarije geeft Servië de schuld en verklaart Servië de oorlog. 

Bondgenootschappen treden in werking. Duitsland steunt Oostenrijk-Hongarije, Rusland steunt Servië.

Slide 7 - Slide

h2 les 1
Het begin van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
Door het systeem van bondgenootschappen raakten steeds meer landen betrokken bij de oorlog.

Twee groepen
Centralen - Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Ottomaanse rijk e.a.)
Geallieerden - Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland

Conflict groeit uit tot de Eerste Wereldoorlog. Gevechten in:
  • Europa
  • Afrika
  • Midden-Oosten

Nederland vecht niet mee - neutraal

Slide 8 - Slide

h2 les 1
Het begin van de oorlog - beantwoorden leerdoel
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
De Eerste Wereldoorlog begon met ........
Directe oorzaken

  • De moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en zijn echtgenote (28 juni 1914)
  • Oostenrijk-Hongarije verklaart Servië de oorlog (28 juli 1914)

Indirecte oorzaken

  • Bondgenootschappen
  • nationalisme
  • imperialisme
  • militarisme

timer
10:00
Lees paragraaf 1.2 en 1.3!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
In 1914 gingen soldaten en burgers ervan uit dat de oorlog snel voorbij zou zijn. Maar dat gebeurde niet.

De moderne tijd had ook de manier van oorlog voeren veranderd. 

Om zich te beschermen tegen de nieuwe, krachtige wapens, groeven soldaten zich in - loopgraven.


Slide 13 - Slide

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
De oorlog werd een uitputtingsslag. De vechtende partijen boekten bijna geen terreinwinst. Ondertussen was het leven in de loopgraven verschrikkelijk.

Slide 14 - Slide

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.

Slide 15 - Slide

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
Lange tijd bleven generaals aan beide kanten geloven in massale aanvallen, waarbij vaak vele duizenden doden vielen.

In 1917 trok het uitgeputte Rusland zich terug uit het geallieerde bondgenootschap.

Toch wonnen de geallieerden uiteindelijk de oorlog. De Verenigde Staten zouden zich vanaf 1917 mengen in de oorlog. Dit bleek doorslaggevend te zijn.

In Duitsland ontstond langzamerhand een tekort aan wapens, munitie en voedsel.

Er ontstonden opstanden en de keizer moest aftreden, Op 11 november 1918 gaf Duitsland de strijd op.

Slide 21 - Slide

h2 les 1
Het begin van de oorlog - beantwoorden leerdoel
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Leerdoel: Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
De Eerste Wereldoorlog
Maak een woordspin of mindmap over het verloop van de Eerste Wereldoorlog
Totale oorlog
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

h2 les 1
Gevolgen van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 
De wapenstilstand bracht niet onmiddellijk vrede.

Opstanden in Duitsland
Burgeroorlog in Rusland (na de Rus. revoutlie)
Oorlog tussen Griekenland en Ottomaanse rijk

Ondertussen probeerden de overwinnaars vredesregelingen te treffen. De bekendste daarvan is de vredesregeling met Duitsland: het Verdrag van Versailles uit 1919.
Belangrijkste punten
- Duitsland hoofdschuldig aan oorlog
- Duitsland moet schadevergoedingen betalen (153m goudmark)
- Duitsland raakt grondgebied kwijt
- Duitsland mag geen groot leger meer hebben.

Slide 24 - Slide

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
Daarmee kwam er een einde aan de eerste totale oorlog uit de geschiedenis.

  • De totale economieën van de oorlogvoerende landen hadden in dienst gestaan van het produceren van wapens.
  • Vrouwen namen het werk van mannen over in de fabrieken.
  • Ook hadden regeringen geprobeerd op grote schaal hun burgers te beïnvloeden door middel van propaganda. Via de nieuwe massamedia werden burgers aangemoedigd de oorlog te steunen.

Uiteindelijk zouden er als gevolg van de Eerste Wereldoorlog zo'n 20 miljoen mensen sterven.

Slide 25 - Slide

h2 les 1
Een uitputtende oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.

Slide 26 - Slide

h2 les 1
Vakvaardigheid
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950

Slide 27 - Slide

h2 les 1
Gevolgen van de oorlog
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 
Het Verdrag van Versailles is een grote vernedering voor Duitsland. Het was geen vredesverdrag maar een straf. Duitsland lag aan de ketting. 
Hoe kon dat ooit goed gaan...
Ook Oostenrijk-Hongarije moest boeten. Het hield zelfs op te bestaan en viel uiteen in verschillende landen.

Van het Ottomaanse rijk bleef ook niet veel over. Alleen het huidige Turkije.

Slide 28 - Slide

h2 les 1
Vakvaardigheid
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.

Slide 29 - Slide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 

Slide 30 - Slide

h2 les 1
Huiswerk
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Beantwoord in je schrift het bovenstaande leerdoel, doe dit d.m.v. een korte samenvatting, een schematisch overzicht, een stroomschema of een woordspin (mind-map).

De twee eerdere leerdoelen nog niet volledig beantwoord? doe dit dan ook.
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had. 

Slide 31 - Slide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Nationalisme
trots zijn op je eigen land/volk

Slide 36 - Slide

Militarisme
trots zijn op je eigen leger

Slide 37 - Slide

Bondgenootschappen
Triple Alliantie (Centralen)
* Duitsland
* Oostenrijk-Hongarije
* Italie
Triple Entente (Geallieerden)
* Frankrijk
* Rusland
* Engeland

Slide 38 - Slide


Leg de volgende begrippen uit:
a. wapenwedloop  
b. tweefrontenoorlog
c. front

Slide 39 - Open question


De Eerste Wereldoorlog kent verschillende oorzaken. 
 
Leg uit wat militarisme is en of het een directe of een indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is. Gebruik het begrip wapenwedloop in je antwoord. 

Begin met: militarisme betekent dat,......

Slide 40 - Open question


Kijk goed naar de afbeelding.

Omschrijf aan de hand van de afbeelding welk gevoel mensen in Duitsland kregen door dit verdrag en waarom.
Tekst afbeelding
we geven je tot maandag 7 maart om te beslissen over onze voorwaarden.

P.S. onthoud alsjeblieft dat we de oorlog hebben gewonnen.

De geallieerden.

Slide 41 - Open question


Kijk goed naar de afbeelding.

a. Welk gevolg van de Eerste Wereldoorlog voor Nederland is hier zichtbaar gemaakt?
b. Leg uit waarom dit gevolg er kwam.

Slide 42 - Open question

De Eerste Wereldoorlog was een oorlog van uitvindingen. 
Welke nieuwe wapens werden er toen ingezet? Sleep de antwoorden naar het groene vak.
Nieuwe wapens WOI
Tanks
Gas
Duikboten
Kanonnen
Hand-granaat
Mitrailleur
Vliegtuig
Geweren
Kern-wapens

Slide 43 - Drag question

Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
In Sarajevo worden aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw vermoord
Von Schlieffenplan! Duitse inval in België
Eerste Belgische vluchtelingen naar Nederland
Amerika raakt betrokken bij de oorlog
De Vrede van Versailles wordt getekend 

Slide 44 - Drag question

Welke twee zinnen over de aanslag in Sarajevo zijn waar?
Juiste antwoord(en)
De aanslag was een indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de directe oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was het gevolg van de Eerste Wereldoorlog

Slide 45 - Drag question

Gebruik een aantal van de onderstaande landen. Welke vormden vóór 1914 een bondgenootschap? En welke bondgenootschappen waren dat?

Centralen
Geallieerden
Duitsland
Groot- Brittannie
Nederland
Italië
Rusland
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Verenigde Staten
België

Slide 46 - Drag question

Door de grootschaligheid van de oorlog werd de Eerste Wereldoorlog ook wel ''de Grote oorlog'' of een ''totale oorlog'' genoemd.

Welke drie kenmerken van de Eerste Wereldoorlog horen bij het begrip totale oorlog? 







Totale oorlog
Voor het eerst werd op grote schaal de burgerbevolking getroffen door belegeringen en bombardementen.
Er werden veel militairen op grote schaal ingezet.

Er werd gevochten met nieuwe, modernere wapens en wapentuig, zoals kanonnen, tanks, gifgas en kernwapens.
Door de verschillende bondgenootschappen werden veel landen bij de oorlog betrokken.

Slide 47 - Drag question

De Eerste Wereldoorlog
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je het verloop van de Eerste Wereldoorlog duidelijk maakt.
Bonusvraag
...
...
...
...
...
...

Slide 48 - Drag question

Leg uit dat nationalisme een rol speelde bij de directe oorzaak van WO I

Slide 49 - Open question

Waarom weten we in Nederland veel meer van WO II dan van WO I?

Slide 50 - Open question

Leg uit dat je op de afbeelding de aanleiding ziet voor het uitbreken van WO I

Slide 51 - Open question

Gebruik de bron.
De bron laat twee elementen zien die kenmerkend zijn voor de Eerste Wereldoorlog.



Noem die twee elementen en leg uit waarom deze zo typerend zijn voor de Eerste Wereldoorlog.

Slide 52 - Open question

De vier mensen op deze spotprent staan symbool voor de landen Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.

Welke persoon op deze spotprent stelt Duitsland voor? Leg je antwoord uit!!

Doe het zo:
'Persoon..........….(kies uit: 1/2/3/4) stelt Duitsland voor, want.................…(leg uit).

Slide 53 - Open question