4.1 branden blussen

vandaag
  • studiewijzer op teams: Hoofdstuk 4 

  • theorie branden blussen (4.1) (10 min)

  • op school en on line:  2 x opdracht , 2 x bespreken (totaal 35 min) 
  • afsluiten (5 min)
1 / 52
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

vandaag
  • studiewijzer op teams: Hoofdstuk 4 

  • theorie branden blussen (4.1) (10 min)

  • op school en on line:  2 x opdracht , 2 x bespreken (totaal 35 min) 
  • afsluiten (5 min)

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Branden blussen
§4.2 - Verbrandingsproducten
§4.3 - brandstof en milieu
§4.4 - Brandstof voor de toekomst
§4.5 - Energie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • brandvoorwaarden.
  •  branddriehoeken en brandvijfhoeken.
  •  explosies en explosiegrenzen.
  •  blusmiddelen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

timer
2:00
verbranding

Slide 5 - Mind map

Opdrachten (10 min)
  1.  Lees paragraaf 4.1 tot explosies en geef van minimaal 6 genoemde begrippen de definitie
  2. klaar? Maak opdrachten van paragraaf 4.1.  

On line: gebruik whitebord voor jullie gezamenlijke antwoorden en maak foto ervan. 
In klas:  Schrijf je antwoorden in aantekeningschrift en maak foto. 
Bespreken we na afloop met elkaar

Overleggen met elkaar is prima.  
timer
10:00

Slide 6 - Slide

foto van je antwoorden

Slide 7 - Open question

Begrippenlijst
  • brandverschijnselen: waarnemingen waar brand aan herkend zoals vuur, rook, warmte, vonken
  • brandbare stof
  • zuurstof
  • ontbrandingstemperatuur
  • branddriehoek
  • brandvoorwaarden
  • brandvijfhoek

Slide 8 - Slide

De branddriehoek

Slide 9 - Slide

de brandvijfhoek
toevoegen van katalysator kan stof  beneden zijn ontbrandingstemperatuur toch ontbranden 

Wanneer gassen in juiste mengverhouding zijn kan een explosie optreden.

Slide 10 - Slide

Welke voorwaarde staat niet in de branddriehoek?
A
Stikstof
B
Zuurstof
C
Brandstof
D
Ontbrandings- temperatuur

Slide 11 - Quiz

Wat is nodig voor een verbranding?
A
Brandstof, water, vuur
B
Warmte, brandstof, zuurstof
C
Zuurstof, Stikstof en waterstof
D
Warmte, lucht en zuurstof

Slide 12 - Quiz

Welke 2 extra brandvoorwaarden staan in de brandvijfhoek?

Slide 13 - Open question

De ontbrandingstemperatuur van een stof is..............
Wat is waar?
A
de temperatuur van de vlam.
B
neemt af als er minder brandstof aanwezig is.
C
de minimale temperatuur waarbij de stof kan verbranden.
D
voor elke stof precies hetzelfde.

Slide 14 - Quiz

Wat kunnen we doen om een brand te blussen?
A
Zuurstof wegnemen
B
Brandstof wegnemen
C
Ontbrandingstemperatuur wegnemen
D
Alle antwoorden zijn mogelijk

Slide 15 - Quiz

Brand blussen

Slide 16 - Slide

Wat gebruik je om te blussen?

Slide 17 - Slide

Opdrachten (7 min)
  1.  Lees paragraaf 4.1 van explosies tot blusmiddelen en geef van minimaal 4 genoemde begrippen de definitie
  2. klaar? Maak opdrachten van paragraaf 4.1.  

On line: gebruik whitebord voor jullie gezamenlijke antwoorden en maak foto ervan. 
In klas:  Schrijf je antwoorden in aantekeningschrift en maak foto. 
Bespreken we na afloop met elkaar

Overleggen met elkaar is prima.  
timer
7:00

Slide 18 - Slide

foto van je antwoorden

Slide 19 - Open question

dfa
fdaf
explosies en GHS-symbolen
  • Explosie ontstaat als brandbare stof, zuurstof en juiste ontstekingstemperatuur aanwezig zijn.
  • De verhouding brandbare stof en zuurstof moet binnen  bepaalde grenzen liggen: 
    de explosiegrenzen.

Slide 20 - Slide

Een gasbrand kun je het beste blussen door:
A
Te blazen
B
Zand erover
C
Afdekken met schuim
D
Gaskraan dichtdraaien

Slide 21 - Quiz

Hoe moet je de vlam in de pan blussen?
A
Afdekken
B
Met water
C
Met zand
D
Kouder maken

Slide 22 - Quiz

Welke factoren zijn van belang voor een explosie?
(meerdere antw mogelijk)
A
voldoende zuurstof en temperatuur
B
juiste mengverhouding
C
soort brandbare stof
D
aanwezigheid katalysator

Slide 23 - Quiz


Welke stof is explosief bij een volume percentage van 80%

A
propaan
B
waterstof
C
acetyleen
D
methaan

Slide 24 - Quiz

Wanneer is er bij een tankauto het meest gevaar voor een explosie?
A
tank is vol met benzine
B
tank is halfvol gevuld met benzine
C
tank bevat een bodempje benzine

Slide 25 - Quiz

afronden
  •  brandvoorwaarden.
  •  branddriehoeken en brandvijfhoeken.
  •  explosies en explosiegrenzen.
  •  blusmiddelen.

  • huiswerk: leren en maken opgave paragraaf 4.1 + doorlezen 4.2. Volgende week online en verkort rooster

Slide 26 - Slide

vandaag
  • vragen vorige week

  • theorie branden blussen (4.2) (10 min)

  • opdracht   (10 min) 

  • afsluiten (5 min)

Slide 27 - Slide

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Branden blussen
§4.2 - Verbrandingsproducten
§4.3 - brandstof en milieu
§4.4 - Brandstof voor de toekomst
§4.5 - Energie

Slide 28 - Slide

Leerdoelen §4.2
Je leert over:
  •  volledige en onvolledige verbranding.
  •  verbrandingsproducten aantonen.
  •  reagentia.
  •  gevaar van koolstofmonooxide.

Slide 29 - Slide

Verbrandingsproducten
  • Bij de verbranding van een stof ontstaan er reactieproducten

  • Hoe kunnen we deze reactieproducten aantonen en benoemen?

Slide 30 - Slide

welke BRANDVERSCHIJNSELEN zie je op de foto
timer
2:00

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Custardpoeder
Kopersulfaat
Kalkwater
Joodoplossing
Zetmeel
Water
Zwaveldioxide
Koolstofdioxide
Water

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Slide

Koolwaterstoffen
  • koolwaterstoffen = moleculen met alleen koolstof en waterstof atomen
  • methaan (aardgas) 
  • Benzine 
 

 

CH4(g)

Slide 35 - Slide

volledige verbranding


onvolledige verbranding




Slide 36 - Slide

volledige verbranding

voldoende zuurstof

 
onvolledige verbranding

onvoldoende zuurstof


Slide 37 - Slide

volledige verbranding

voldoende zuurstof

 
onvolledige verbranding

onvoldoende zuurstof


Koolwaterstof zoals methaan

Slide 38 - Slide

volledige verbranding

voldoende zuurstof

 water 
koolstofdioxide 
onvolledige verbranding

onvoldoende zuurstof

water
koolstofmonoxide 
roet

Slide 39 - Slide

volledige verbranding

voldoende zuurstof

 water 
koolstofdioxide 
onvolledige verbranding

onvoldoende zuurstof

water
koolstofmonoxide 
roet
CO2(g)
H2O(l)
H2O(l)
CO(g)
C(s)

Slide 40 - Slide

Koolstofmonoxide (CO)
Koolstofmonoxide (CO) is: 
  •  geurloos en kleurloos  

  • een dodelijk gas:  je valt langzaam in slaap, dus je merkt niets....!

Slide 41 - Slide

volledige verbranding
onvolledige verbranding
voldoende zuurstof
onvoldoende zuurstof
giftige gassen
heetste vlam
koolstof mono-oxide
koolstof di-oxide

Slide 42 - Drag question

Oefenen! 
Ga naar de online methode. 

Maak opdrachten van §4.1 

Dit moet af zijn voor de volgende les. 

Slide 43 - Slide

welke BRANDVERSCHIJNSELEN zie je op de foto

Slide 44 - Open question

4.1    Branden blussen
4.2   Verbrandingsproducten en reagentia
4.3   Brandstoffen en milieu, pH
4.4   Brandstof in de toekomst
4.5   Energiediagram, rendement
7.3   Reactiesnelheid



Slide 45 - Slide

§4.1 branden blussen
  • brandverschijnselen
  • branddriehoek en blussen
  • brandvijfhoek: katalysator en mengverhouding
  • explosie en explosiegrenzen
  • pictogrammen


Slide 46 - Slide

brandverschijnselen
                                       vlammen, vuur
                                         rook, asdeeltjes
                        vonken
                      geluid

Slide 47 - Slide

branddriehoek
Drie brandvoorwaarden.                                                                     
Wat is ontbrandings
temperatuur?

Slide 48 - Slide

brand blussen
Het weghalen van minimaal 1 van de 3 voorwaarden voor verbranding.

blusdeken,  schuimblusser
water
gecontroleerd uit branden

Slide 49 - Slide

Blussen:
Bij een bosbrand worden takken weggesleept en bomen omgekapt.
A
temperatuur verlagen
B
zuurstof wegnemen
C
brandstof wegnemen

Slide 50 - Quiz

brandvijfhoek
Nog 2 factoren die het ontstaan van een brand beïnvloeden.

  • katalysator, een hulpstof die de ontbrandingstemperatuur verlaagt.

  • een bepaalde mengverhouding van zuurstof en gasvormige brandstof

Slide 51 - Slide

explosie
  • zeer snelle verbranding
  • knal, drukgolf

  • razendsnel een groot volume doordat gassen ontstaan.
+ warmte

Slide 52 - Slide