This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat is non-verbaal?
Slide 1 - Mind map
Slide 2 - Slide
verschillende manieren om non-verbaal iets duidelijk te maken:
Mimiek
Intonatie
Stemvolume
Spreektempo
Gebaren
Lichaamshouding
Slide 3 - Slide
Glimlachen?
A
Verbaal
B
Non - verbaal
Slide 4 - Quiz
Lichaamstaal is:
A
Non-verbaal
B
Verbaal
Slide 5 - Quiz
Roepen?
A
Verbaal
B
Non - verbaal
Slide 6 - Quiz
"Hallo"zeggen ?
A
Verbaal
B
Non- verbaal
Slide 7 - Quiz
Lucas stuurt een briefje naar Dilara
A
verbaal
B
non-verbaal
Slide 8 - Quiz
Knikken met je hoofd?
A
Verbaal
B
Non - verbaal
Slide 9 - Quiz
Oefening in tweetallen
Welk gedrag willen onderstaande 10 mensen laten zien?
Schrijf het op.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Oefening mimiek:
Zoek een 'emoji' bij de 9 uitdrukkingen van deze meneer
😊😂😍😉😎😜😃😆🤔
Slide 13 - Slide
verbaal of non-verbaal? De eigenaar van het sportcentrum belt met de aannemer over de verbouwing.
A
verbaal
B
non-verbaal
Slide 14 - Quiz
Lucas stuurt een appje naar Samia
A
verbaal
B
non-verbaal
Slide 15 - Quiz
Lucas knipoogt naar Melda
A
verbaal
B
non-verbaal
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Congruente en incongruente communicatie:
Congruent:
Als de non-verbale communicatie de woordelijke uiting ondersteund.
Incongruent:
Als de non-verbale communicatie niet klopt met de woordelijke uiting
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Wat is voor jou de optimale non-verbale uitstraling bij een kennismakingsgesprek (BPV)?
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Opdracht 5: BPV-meter
1. Stemt de communicatie af en kan dit motiveren
2. Is zich bewust van de effecten van eigen verbale en non-verbale uitingen
3. Heeft tijdens gesprekken een open en respectvolle houding
4. Toont respect, begrip, geduld en inlevingsvermogen. Houdt rekening met privacy, waarden, normen, wensen, gewoonten en gevoelens. Hoe kun je punt 1 t/m 4 laten zien op je stage?
Slide 24 - Slide
Tips voor een effectieve communicatie:
1. Communiceer congruent: zorg zoveel mogelijk dat jouw non-verbale gedrag past bij jouw inhoudelijke boodschap.
2. Wees alert op interpretatieverschillen door ‘ruis’.
3. Verplaats je in de ander: sluit aan bij de wereld en de beleving va de ander. Jouw interpretaties baseer je op jouw ervaringen en referentiekader. Dit kan volledig anders zijn voor de ander.