Jong & Oud H7

JONG EN OUD H7



Senioren
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

JONG EN OUD H7



Senioren

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
• Je weet het verschil tussen de AOW en pensioen
• Je snapt hoe er bij pensioenen sprake is van ruilen over tijd
• Je kunt uitleggen wat een omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel is en kunt een voorbeeld geven waarbij dit financieringsstelsel wordt toegepast.
• Je kunt twee verschillen noemen tussen een omslagstelsel en een kapitaaldekkingsstelsel.

Slide 2 - Slide

Wat voor inkomen(s) hebben 67+ers?

Slide 3 - Slide

Inkomensbronnen van ouderen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe houden we de AOW betaalbaar?

Slide 11 - Mind map

Hoe houden we de AOW betaalbaar?
- de AOW-leeftijd verder te verhogen van 65 naar 67 jaar
- de premies + loonbelasting te verhogen
- de AOW-uitkeringen te verlagen;
- de arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) te laten toenemen;
- de AOW-ers ook AOW-premie te laten betalen;
- de AOW niet meer aan iedereen te geven, maar alleen aan 
   ouderen met geen of een laag pensioen.

Slide 12 - Slide

Pensioen
  • kapitaaldekkingsstelsel: De uitkeringen worden gedaan van een kapitaal dat in de loop van de tijd is opgebouwd.
  • opgebouwd bij pensioenfonds 

Slide 14 - Slide

(bedrijfs)pensioen en het kapitaaldekkingsstelsel
Werknemers zijn verplicht pensioen op te bouwen bij het pensioenfonds waarbij de werkgever is aangesloten.
Het pensioenfonds werkt als een verzekering: je betaalt premie, het fonds beheert 'de pot' en je ontvangt een uitkering als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt (75% van het gemiddeld verdiende loon).

Je pensioenleeftijd is gelijk aan de AOW-leeftijd, eerder met pensioen kan onder voorwaarden.


Slide 15 - Slide

Kapitaaldekkingsstelsel 
  • bijvoorbeeld een bedrijfsspensioen. Dit is afhankelijk van aantal deelgenomen jaren.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
- Maken 7.4 t/m 7.7 (!)
    - Klassikaal, alleen of in tweetallen
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
    - In je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven of verder werken!
- Leerdoelen van de planner samenvatten 

Slide 19 - Slide

JONG EN OUD H7



Senioren

Slide 20 - Slide

Lesdoelen vorige les
• Je weet het verschil tussen de AOW en pensioen
• Je snapt hoe er bij pensioenen sprake is van ruilen over tijd
• Je kunt uitleggen wat een omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel is en kunt een voorbeeld geven waarbij dit financieringsstelsel wordt toegepast.
• Je kunt twee verschillen noemen tussen een omslagstelsel en een kapitaaldekkingsstelsel.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Antwoord per team
- In een team van 4 ga je antwoorden formuleren op de vragen
- Elk teamlid krijgt een nummer, per vraag kies ik een nummer en dat teamlid geeft antwoord op de vraag
- Zorg dus dat iedereen in je team hetzelfde antwoord kan geven op de vragen

Slide 23 - Slide

Vragen
1.  Het pensioen wordt geregeld via het ______stelsel, hoe werkt dat?

2. De AOW wordt geregeld via het _______stelsel, hoe werkt dat?

3. Welk stelsel is gevoelig voor de bevolkingsomvang, als het gaat om betaalbaarheid? Wat is hier een oplossing voor?

4. De vakbonden willen de pensioenleeftijd verlagen met het geld dat vrijkomt door de oversterfte. Dat kost de overheid echter 2 miljard euro per jaar. Geef twee oorzaken waarom het verlagen van de pensioenleeftijd kan leiden tot een verslechtering van het overheidssaldo.

Slide 24 - Slide

Leerdoelen
• Je kunt de beleggingsvormen tegen elkaar afwegen (aandelen en obligaties)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Aan de slag!
- Maken 7.7 t/m 7.8
    - Klassikaal, alleen of in tweetallen
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
    - In je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven of verder werken!
- Leerdoelen van de planner samenvatten 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide