Brugklas grammatica 2 werkwoorden en hele werkwoord

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je over...
werkwoorden?

Slide 2 - Mind map

Wat gaan we deze les doen?
Huiswerk nakijken
Oefenen met werkwoorden

Slide 3 - Slide

Huiswerk
De eerste vijf werkwoorden in de tekst over Tanja de Jonge:

Zodra ze kon schrijven, wilde Tanja de Jonge schrijfster worden. Maar eerst werkte ze als lerares Nederlands en theatervormgeefster.

Slide 4 - Slide

Huiswerk
De ander vier werkwoorden in de tekst over Tanja de Jonge:

'Ik schrijf graag boeken voor kinderen, omdat ik daarin veel fantasie kwijt kan. In mijn verhalen kom je meestal terecht op plaatsen of in werelden waar je nog niet eerder was.
Meer over Tanja de Jonge op internet: 
www.tanjadejonge.nl en www.leesplein.nl

Slide 5 - Slide

Huiswerk
De negen werkwoorden in de tekst over Tanja de Jonge:
kon - schrijven - wilde - worden - werkte  
schrijf - kan - kom - was

Slide 6 - Slide

Wat is het werkwoord in deze zin?

Mijn vader repareert de auto
A
vader
B
repareert
C
de
D
auto

Slide 7 - Quiz

Wat is het werkwoord in deze zin?

De kat speelt met een propje papier.

Slide 8 - Open question

Wat is het werkwoord in deze zin?

De zon schijnt de hele dag.

Slide 9 - Open question

Wat is het werkwoord in deze zin?

De dj draait de nieuwste muziek.

Slide 10 - Open question

Maak een zin
waarin géén werkwoord voorkomt.

Slide 11 - Open question

Wat weet je over werkwoorden?
  • Werkwoorden zijn doe-woorden.
  • In elke zin moet minimaal één werkwoord staan.

Slide 12 - Slide

HELE WERKWOORD        groeien

lachen

leren

fietsen

zitten
ik groei, hij groeit, zij groeit

we lachen, hij lacht, jij lacht

jij leert, wij leren

ik fiets, zij fietst, wij fietsen

zij zit, ik zit, zij zit 

Slide 13 - Slide

HUISWERK

  • Maak in je schrift opdracht 13, 14, 15, 17 en 18

Slide 14 - Slide

OPDRACHT

  • Maak in je schrift opdracht 13, 14, 15, 17 en 18
  • Je werkt alleen, het is dus stil in de klas.
  • Ben je klaar? Dan pak je je boek en je leest.

Slide 15 - Slide