Engels AL1B

• Engels
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Voetbalwedstrijd

Jack has a ……… called Michael.

1. sister
2. car
3. name
4. brother

My ……… is in December.

1. birthday
2. school
3. year day
4. guest

Prince William is the …. of Prince Charles.

I have to …….. an email to my teacher.

1. where
2. write
3. right
4. buy

My ……… is a very old lady.

Everyday I write in my………...

We are going to the ………. and enjoy the sun and the sea.

1. Baech
2. Bietsj
3. Beach
4. Moon

Ik = ?

Zij is twaalf jaar oud.
Zij = ?

Mijn = ?

1. mei
2. may
3. miy
4. my

Ons huis is groot.
Ons = ?

1. Our
2. Big
3. Hour
4. Ore

Het Engels woordje 'ik' is ALTIJD met een hoofdletter geschreven.

1. Niet waar
2. Alleen aan het begin van de zin.
3. Aleen als je een vraagteken gebruikt
4. Waar. Het maakt niet uit waar het dan in de zin staat

Schrijf op in het Engels.
'Wat is je naam?'

Schrijf op in het Engels.
'Hoe oud ben je?'

Vijftien = ?

1. Vifeteen
2. Fivteen
3. Fifteen
4. Fiftien

19= ?

1. Nain tien
2. Nighteen
3. Nineteen
4. Eighteen

'What is your email adress?'
Is deze zin goed geschreven?

1. Ja, klopt helemaal.
2. Nee, het begint niet met een hoofdletter
3. Nee, email is verkeerd geschreven.
4. Nee, adres schrijf je met twee keer een d en twee keer een s

Her = ?

They = ?

This is my …… Jim, my brother's mother.

The Python is my favourite …….. in the Efteling.

1. food
2. game
3. ride
4. rite