Ablativus absolutus

• Latijn
• Middelbare school
• vmbo lwoo, vwo
• Leerjaar 4

Ablativus absolutus

oefening C blz.21

Ablativus absolutus

• Naamwoord en participium in de ablativus
• Je maakt er een bijwoordelijke bijzin van
• Voegwoorden toen, terwijl, nadat

                                     omdat
                                     hoewel

• naamwoord wordt onderwerp
• participium wordt pers.vorm

Kijk goed: 

of het een PPA (gelijktijdig en actief: terwijl/omdat/wanneer/hoewel……) 

of PPP (voortijdig en passief: nadat/toen/omdat…..) betreft. 

Caesare occiso Brutus domum iit.
occiso is een:

1. PPA dus gelijktijdig met het hoodwerkwoord
2. PPP dus natijdig aan het hoofdwerkwoord

Vul aan: Brutus ging naar huis,

1. nadat Caesar hem vermoord had
2. nadat Caesar vermoord was
3. terwijl Caesar vermoord werd
4. terwijl hij Caesar vermoordde

2 Omnibus ridentibus - vir intravit.
ridentibus is een

1. PPA dus gelijktijdig ah hoofdwerkwoord
2. PPP dus voortijdig aan het hoofdwerkwoord

Maak af:
2 De man ging naar binnen,

1. Nadat allen lachten
2. Terwijl allen lachen
3. Terwijl allen lachten
4. Geen van allen is goed

3 De Romeinen waren blij,
Necatis Gallis (Gallus = Gallier)

4 Vader ging weg,
me lacrimante (lacrimare= huilen)

Vragen?

Nu naar Caesar paragraaf 14 blz.9

Jullie gaan r2-6 vertalen.

Dit is ook huiswerk voor maandag 11 maart!