Stemmen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke verkiezingen ken je?
verkiezingen

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Politieke partijen

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Hoe zou jij willen kiezen voor een persoon als er verkiezingen zijn?
ik kies voor een vrouw
Ik kies de persoon die he eerste op de lijst staat
ik kies voor iemand die ik ken en goed vind
ik kies voor een man

Slide 7 - Poll

7

Slide 8 - Video

00:28
Tot hoe laat is het stemlokaal open?
A
tot 21:00 uur
B
tot 22:00 uur
C
tot 18: uur
D
24 uur (de hele dag)

Slide 9 - Quiz

00:49
Hoe krijg je een stempas?
A
Die moet je aanvragen op het gemeentehuis
B
Via de post in je brievenbus

Slide 10 - Quiz

00:59
Wat is geen geldig legitimatiebewijs?
A
paspoort
B
identiteitsbewijs
C
bibliotheekpas
D
rijbewijs

Slide 11 - Quiz

02:10
Mag je op het stembiljet schrijven?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

02:34
Mag er iemand met je mee in het stemhokje?
A
Ja
B
Nee
C
Ja, maar alleen als je een handicap hebt

Slide 13 - Quiz

02:34
Mag je een foto maken in het stemhokje?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

02:10
Mag je op het stembiljet tekenen?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Eerlijke verkiezingen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Mensen boven de 60 jaar krijgen een eenvoudiger stembiljet dan anderen
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Je kunt 2 keer stemmen. Maar dat moet dan wel in 2 stembureaus gebeuren
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Als je een fout maakt, mag je daarna een ander hokje rood maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Je bepaalt altijd zelf op wie je stemt.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Als je niet wilt stemmen, kun je je stempas aan iemand anders geven.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Je moet zelf je stembiljet in de stembus doen.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

De stembus wordt steeds geleegd als de stembus vol is.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

De leden van het stembureau moeten de stemmen heel zorgvuldig tellen.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Vind jij het belangrijk dat iedereen gaat stemmen?
ja
nee

Slide 26 - Poll