Leren - Spreektaal 1

Leren - Spreektaal 1
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

Leren - Spreektaal 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Wat heb je geleerd?
  • Wat zie je op de foto’s?
  • Ben je op school geweest?
  • In Nederland?
  • In je eigen land?
  • Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Slide

Praat met de deelnemer over leerervaringen. Dat hoeft niet alleen ‘leren op school’ te zijn.
Ook leren naaien, koken, autorijden, kinderen verzorgen, schoonmaken, etc.

Welke woorden hebben we
vorige week geleerd?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

2

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Geven en pakken
  • Ik geef ... aan jou          Jij geeft ... aan mij
  • Ik pak ... van jou           Jij pakt ... van mij.


Slide 5 - Slide

Christina: Hallo Noa, waar ga je naartoe?
Noa: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
Christina: Wanneer ga je naar school?
Noa: Op dinsdag en op donderdag.
Christina: Hoe laat begint de les?
Noa: Om negen uur, en hij duurt tot twaalf uur.
Ga je ook mee?
Christina: Nee, ik heb geen tijd.
Noa: Jammer, tot ziens.

Schrijven
  • Ik schrijf mijn naam met een pen     Jij schrijft jouw naam
  • Ik schrijf mijn naam op het papier
  • Ik schrijf mijn naam met een pen op het schrift.


Slide 6 - Slide

Christina: Hallo Noa, waar ga je naartoe?
Noa: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
Christina: Wanneer ga je naar school?
Noa: Op dinsdag en op donderdag.
Christina: Hoe laat begint de les?
Noa: Om negen uur, en hij duurt tot twaalf uur.
Ga je ook mee?
Christina: Nee, ik heb geen tijd.
Noa: Jammer, tot ziens.

Welke woorden hebben we
vorige week geleerd?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

02:30
Wat is dit?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

00:44
Wat is jouw naam?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2. Luister naar het gesprek
Wat heb je geleerd?
Je hoort Christine en Noa.

Slide 10 - Slide

Christina: Hallo Noa, waar ga je naartoe?
Noa: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
Christina: Wanneer ga je naar school?
Noa: Op dinsdag en op donderdag.
Christina: Hoe laat begint de les?
Noa: Om negen uur, en hij duurt tot twaalf uur.
Ga je ook mee?
Christina: Nee, ik heb geen tijd.
Noa: Jammer, tot ziens.

3. Luister nog een keer 
  • Waar gaat Noa naar toe?
  • Wanneer gaat Noa naar school?

Slide 11 - Slide

Christina: Hallo Noa, waar ga je naartoe?
Noa: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
Christina: Wanneer ga je naar school?
Noa: Op dinsdag en op donderdag.
Christina: Hoe laat begint de les?
Noa: Om negen uur, en hij duurt tot twaalf uur.
Ga je ook mee?
Christina: Nee, ik heb geen tijd.
Noa: Jammer, tot ziens.

Naar de les Nederlands
  • Ik ga naar de les Nederlands in het Palet
  • Ik leer Nederlands praten
  • Ik leer Nederlands schrijven.



Slide 12 - Slide

Christina: Hallo Noa, waar ga je naartoe?
Noa: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
Christina: Wanneer ga je naar school?
Noa: Op dinsdag en op donderdag.
Christina: Hoe laat begint de les?
Noa: Om negen uur, en hij duurt tot twaalf uur.
Ga je ook mee?
Christina: Nee, ik heb geen tijd.
Noa: Jammer, tot ziens.

Vragen stellen en antwoord geven
  • Pak een kaartje
  • Stel een vraag aan iemand
  • De ander geeft antwoord 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met:
  • luisteren
  • praten/spreken
  • lezen
  • schrijven
  • begrijpen.



Slide 14 - Slide

Christina: Hallo Noa, waar ga je naartoe?
Noa: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
Christina: Wanneer ga je naar school?
Noa: Op dinsdag en op donderdag.
Christina: Hoe laat begint de les?
Noa: Om negen uur, en hij duurt tot twaalf uur.
Ga je ook mee?
Christina: Nee, ik heb geen tijd.
Noa: Jammer, tot ziens.

Welke woorden hebben we
vorige week geleerd?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

4. Luister naar de tekst
Wat heb je geleerd?
Je hoort Milan. Hij vertelt over zichzelf.

Slide 16 - Slide

Milan vertelt:
Hallo, ik ben Milan. Ik ben 37 jaar. Ik kom uit Albanië. In Albanië ben ik naar de basisschool
geweest. Daarna ben ik gaan werken. Ik kan goed koken. Dat heb ik van mijn moeder geleerd.
Van mijn vader leerde ik autorijden. Ik ben nu drie jaar in Nederland. Ik heb op school Nederlands geleerd. Nu doe ik een computercursus.

5. Zijn de zinnen goed? Ja of nee.
  1. Milan is 37 jaar.
  2. Hij is in Albanië niet naar school geweest.
  3. Hij is vijf jaar in Nederland.
  4. Hij kan goed koken.
  5. Hij doet nu een computercursus.

Slide 17 - Slide

Milan vertelt:
Hallo, ik ben Milan. Ik ben 37 jaar. Ik kom uit Albanië. In Albanië ben ik naar de basisschool
geweest. Daarna ben ik gaan werken. Ik kan goed koken. Dat heb ik van mijn moeder geleerd.
Van mijn vader leerde ik autorijden. Ik ben nu drie jaar in Nederland. Ik heb op school Nederlands geleerd. Nu doe ik een computercursus.
6. Luister nog een keer
Wat hoor je? Wijs het plaatje aan.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je allemaal leren?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Welke woorden horen bij leren?
Maak een zin met dat woord.

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

  • BEGRIJPEN
  • BOEK
  • CURSIST
  • DOCENT
  • LEZEN
  • LUISTEREN
  • OPLETTEN
  • PAPIER
  • PAUZE
  • POTLOOD
  • PRATEN
  • SCHOOL
  • SCHRIFT
  • SCHRIJVEN
  • SPREKEN
  • TAALLES
  • VAKANTIE
  • VRIJDAG 

Slide 21 - Slide

Luister naar de audio. De werkwijze is als volgt:
• de deelnemer luistert naar de taalriedel (audio) zonder tekst
• de deelnemer luistert nogmaals, nu met tekst
• de deelnemer spreekt mee met de audio met tekst / zonder tekst (met de herhaling van iedere zin)
• de begeleider leest zin voor zin de taalriedel voor, de deelnemer herhaalt
Nb. Als een deelnemer niet kan lezen, gaat deze oefening zonder geschreven tekst.

7. Taalriedel
  • Hallo! Waar ga je naartoe?
  • Ik ga naar school.
  • Wanneer is de les?
  • Op vrijdag.
  • Wat leuk!
  • Ga je mee?
  • Nee, ik heb geen tijd.

Slide 22 - Slide

Luister naar de audio. De werkwijze is als volgt:
• de deelnemer luistert naar de taalriedel (audio) zonder tekst
• de deelnemer luistert nogmaals, nu met tekst
• de deelnemer spreekt mee met de audio met tekst / zonder tekst (met de herhaling van iedere zin)
• de begeleider leest zin voor zin de taalriedel voor, de deelnemer herhaalt
Nb. Als een deelnemer niet kan lezen, gaat deze oefening zonder geschreven tekst.

8. Luiter en zeg de zinnen na
  1. Ik ben Milan.
  2. Ik kom uit Albanië.
  3. Ik ben naar de basisschool geweest.
  4.  Ik kan goed koken.
  5. Ik kan autorijden.
  6. Ik spreek Nederlands.
  7. Nu doe ik een computercursus.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

9. Zeg het gesprek na
  • Christina: Hallo Milan, waar ga je naartoe?
  • Milan: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
  • Christina: Wanneer ga je naar school?
  • Milan: Elke dinsdag.
  • Christina: Hoe laat begint de les?
  • Milan: Om zeven uur, tot half tien. Ga je ook mee?
  • Christina: Ja, leuk.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

10. Luister en geef antwoord
  • Kun je koken?
  • Kun je naaien?
  • Kun je Nederlands praten?
  • Kun je autorijden?
  • Kun je fietsen?
  • Kun je stofzuigen?
  • Wat kun je nog meer?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

11. Maak het gesprek compleet
Je loopt op straat. Je ziet je vriendin. Zij vraagt waar je naartoe gaat. Vertel dat je naar Nederlandse les gaat. Voer het gesprek.

  • Zeynep: Hoi …, waar ga je naartoe?  Ik: ……………………
  • Zeynep: Wanneer ga je naar school? Ik: ……………………
  • Zeynep: Hoe laat begint de les?         Ik: ……………………
  • Zeynep: Ja, leuk.


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

12. Luister en geef antwoord
Waar ga je naartoe?
Wanneer ga je?
Hoe laat begint het?
Met wie ga je?

Slide 27 - Slide

Stel de vragen aan de deelnemer. De deelnemer bedenkt een eigen situatie.

13. Luister nog een keer naar het gesprek tussen Christine en Noa

Vertel over de school van Noa

Slide 28 - Slide

Christina: Hallo Noa, waar ga je naartoe?
Noa: Ik ga naar school. Ik leer Nederlands.
Christina: Wanneer ga je naar school?
Noa: Op dinsdag en op donderdag.
Christina: Hoe laat begint de les?
Noa: Om negen uur, en hij duurt tot twaalf uur.
Ga je ook mee?
Christina: Nee, ik heb geen tijd.
Noa: Jammer, tot ziens.

14. Vraag en geef antwoord
Loop rond.
Vraag aan de ander: Wat heb je geleerd?
Wat wil je graag leren?
De ander reageert.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

15. Voer een gesprek
Je loopt op straat.
Je ziet je vriendin.
Vraag waar ze naartoe gaat.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

16. Kijk naar de foto’s. Geef antwoord op de vragen. Bedenk je eigen verhaal.
Kies twee foto’s.
  • Wie zijn deze mensen?
  • Wat doen ze?
  • Waar zijn ze?
  • Wat leren ze?
  • Van wie leren ze dat?

Slide 31 - Slide

De deelnemer bedenkt zijn / haar eigen verhaal bij de foto‘s. Stimuleer de deelnemer om te
fantaseren over de situatie van de mensen op de foto’s.

17. Luister nog een keer naar het verhaal van Milan.

Vertel je eigen verhaal.
Wat kun jij?
Wat wil jij graag leren?

Slide 32 - Slide

Laat de deelnemer nog een keer luisteren naar het verhaal van Milan. Daarna vertelt de deelnemer zijn / haar eigen verhaal volgens hetzelfde stramien als het verhaal van Milan.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions