2M Lijdend voorwerp (Akkusativ / 4de Naamval) 24-3-2023


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Regels in de klas
Voor Duits heb je bij je: boek 4, laptop en etui


Gedrag in de klas: 
bij binnenkomst, Handy (mobiele telefoon) in de telefoontas. Oortjes uit.
Laptop en boek op tafel, alles nog dicht. Wacht op instructie. Je bent stil.
Zelfstandig werken: in stilte of samen fluisterend.
Afsluiting: terugblik en huiswerk

Slide 2 - Slide

Lessonup
klascode
 hwdqd




Slide 3 - Slide

leerdoelen
Je kunt in een zin het lijdend voorwerp vinden.
Je kent de bezittelijke voornaamwoorden.

Je kent de uitgangen van de bezittelijke voornaamwoorden in de 1ste en 4de naamval (Nominativ, Akkusativ)

Slide 4 - Slide

Lijdend voorwerp
Startopdracht:
Ontleed deze zinnen. 
Bepaal O (onderwerp), LV (lijdend voorwerp)

  • Der Hund frisst sein Futter.
  • Die Katze schleicht durch den Garten.
  • Warum sind die Bananen krum?

Slide 5 - Slide

Nakijken oefening vorige keer
Aufgabe 6, Seite 58
Satz 5 bis 8



Slide 6 - Slide

Wat is de betekenis van een bezittelijk voornaamwoord?
A
geeft een meewerkend voorwerp aan
B
geeft een bezit aan
C
geeft een lijdend voorwerp aan
D
geeft een persoon aan

Slide 7 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Mutter
A
mein
B
meine

Slide 8 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw
A
Ihr(e)
B
ihr(e)
C
dein(e)
D
euer(e)

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?
A
ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
B
mein(e), dein(e), sein(e), unsere(e), eure/euer, ihr(e), Ihr(e)
C
mich, dich, ihn, sie, uns, euch, sie/Sie
D
der, die, das, die

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Bezittelijk voornaamwoord en lijdend voorwerp
Voorbeeld:
Heb jij mijn Tante gezien?

Hast du ...... Tante gesehen?


Slide 12 - Slide

Bez. vnw in 1e en 4de naamval
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e (onderwerp)
mein
meine
mein
meine
4e (lijd. vw.)
meinen
meine
mein
meine

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
Maken:
Schritt 14
Aufgabe 4 a, b, c                                  Seite 13
Aufgabe 9 a, b                                       Seite 17






Slide 14 - Slide

Ik ken de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Huiswerk voor 5 april
Maken: (machen)
Schritt 16
Aufgabe 4 a, b                                                                              Seite 38-39
Aufgabe 7                                                                                       Seite 42

Leren: (lernen)
Schritt 15 Vokabeln (woordjes)        N-D                                    Seite 62
Schritt 17 Vokabeln (woordjes)        D-N                                     Seite 62






Slide 16 - Slide


Auf Wiedersehen

Slide 17 - Slide